De tien mooiste Pueblos Blancos van Cadiz

In Andalusië bevinden zich diverse Pueblos Blancos. Cadiz is een van de provincies waarvan de Pueblos Blancos in veel reisgidsen en webpagina’s worden aanbevolen. Dit najaar reisde ik af naar het Natuurpark van Grazalema en bezocht de witte dorpjes in dit ruige natuurgebied.

Je kunt er uitstekend wandelen, heerlijk eten en de Moorse cultuur in de witte dorpen ontdekken. Maar ieder dorp heeft wel een bijzondere hotspot of traditie die het extra leuk maakt om te ontdekken. Ik trok er zes dagen voor uit en bezocht twee dorpen per dag. Van de een zul je waarschijnlijk wel eens gehoord hebben en de ander zal nieuw zijn omdat er nog weinig over is geschreven of verschenen. Hierbij mijn top 10 van Pueblos Blancos in het Parque Natural Sierra de Grazalema zoals ik ze ervaren heb.

El Bosque

Mijn uitgangspunt was el Bosque, een schattig wit dorpje, dat tegen de bergwand aangekleefd lijkt. El Bosque ligt eigenlijk aan de rand van het park van de Sierra de Grazalema, aan de oevers van de Majaceite rivier. Tussen en rondom de witte huizen van het dorp vind je dan ook veel groen en je kan er een bezoek brengen aan de mooie El Castillejo botanische tuin. Daarnaast lopen er vanuit El Bosque verschillende schitterende wandelroutes langs de rivier en door het natuurpark. Ik maakte de wandeling langs de rivier naar het dorp Benamahoma. Deze wandeling gaat vals plat omhoog en heeft hier en daar wat houten traptreden. Het is heerlijk om in het najaar in dit bos langs de rivier te wandelen.

Benamahoma

Benamahoma is een betoverend bergdorpje, aan de zuidwestelijke hellingen van de vallei, 14 km ten westen van Grazalema.  Wandelaars in de Sierra gaan bijna altijd door dit dorpje. Het is heel buitenlander vriendelijk en iedereen die je tegenkomt zegt vriendelijk Buenos Dias als ze in de straat gaan. Ik bracht een bezoek aan het ecomuseum Agua Olina van Benamahoma, verbaasde me over de Moorse poorten en de gouden koepel op de toren in het kleine dorpje en at heerlijke streekgerechten en kazen tegenover de toren in restaurant La Casa del Duende.

Grazalema

Een van de meest bezochte dorpjes in de Sierra. Het is hoog gelegen op 812 meter en vanuit het dorp heb je een schitterend uitzicht over de rode daken en het weids panorama van berggebied. Het is leuk om door de kronkelende steegjes te wandelen en het leven in slow motion te observeren. Grazalema staat bekend om zijn geweldige kazen, queso payoyo worden deze genoemd. Je bent niet in Grazalema geweest als je niet van deze kazen hebt geproefd. Of nog beter, bezoek de gezellige kaaswinkeltjes en neem wat lekkers mee naar huis.

Grazalema staat ook bekend om wollen producten van de wol van de zeldzame merinosschapen die in de bergen leven. Vanuit het dorp vertrekken veel wandelingen door het natuurgebied waarbij je de prachtige naaldbossen met zeldzame sparren, pinsapos, in de glooiende heuvels van het park leert kennen.

Villa Martin

Op mijn roadtrip door de Sierra kwam ik langs Villa Martin. Een niet veelzeggend dorpje, maar er was me verteld dat er een prachtig yoga retreat centre buiten het dorp zou liggen. Via een landweg bereikte ik het Suryalila centrum en werd hartelijk ontvangen met zelfgemaakte chocolademelk. In een enorme koepel, vergelijkbaar met een yurt woonde in een prachtige yogasessie bij. Stiekem hield ik wel mijn ogen open, want het uitzicht over de vallei was zo mooi! Je kunt de hele dag op het landgoed vertoeven en bijvoorbeeld genieten van een vegetarische maaltijd. Persoonlijk vond ik het allemaal té Engels georiënteerd en eerlijk gezegd ben ik daar en beetje allergisch voor, we wonen in Spanje. Maar het yogamomentje in de schitterende koepel heeft me wel goed gedaan.

Prado del Rey

Ook dit is een dorp waar weinig te beleven valt, maar iets buiten het centrum ontmoette ik Jose Antonio eigenaar van de zoutpannen Salinas de Iptuci. Een waar wonder, want op deze plek midden in de bergen komt zomaar uit een bron zout water omhoog. En daar maakten de Feniciërs en Romeinen al gebruik van. Jose Antonio neemt me mee naar de bron waar heel langzaam zout water naar boven bubbelt. Vanaf die plek loopt het water over naar verschillende banken. Zijn opa en grootvader leerde Jose Antonio hoe het zoutdrogingsproces in zijn werk gaat en dat je er drie verschillende vormen van zout uit kunt winnen. Allereerst zoutschilfers, escamas, die het goed doen op salades en vleesgerechten, vervolgens Flor de Sal, dat ´s morgens bij het ochtendgloren gewonnen wordt en als laatste het grove zout dat bruikbaar is voor verschillende doeleinden in de keuken.

Chefkoks als Angel Leon en andere bekenden komen speciaal naar las Salinas de Iptuci om hoogwaardig en met de hand gewonnen zout voor hun gerechten te kopen.

Ubrique

Wie Ubrique zegt heeft het over leer. Weer zo´n klein wonder, want in dit verscholen dorpje in de Sierra de Grazalema worden luxe handtassen en andere accessoires van leer gemaakt. Alles in Ubrique draait namelijk om dit natuurlijke materiaal. Iedereen die er woont, leeft voor en van het materiaal door het te bewerken tot luxe handtassen, portefeuilles en ceinturen dat vaak al jarenlang van generatie op generatie zijn doorgegeven. Er zijn nog leerbewerkers die hetzelfde ambacht al van kinds af aan uitoefenen. Die ambachtslieden werken bij een van de ruim 100 leerfabrieken die Ubrique telt.

Er wordt behoorlijk geheimzinnig gedaan over de fabriekjes én in het leermuseum want het publieke geheim is dat grote modemerken uit Madrid, Parijs en Milaan hier hun lederwaren laten maken. Namen als Chanel, Givenchy, Lanvin, Lacroix, Louis Vuitton, Cartier, Loewe Carolina Herrera en Gucci komen hier met hun ontwerpen langs om luxe artikelen te laten fabriceren.

Je mag in de fabrieken en in het museum dan ook geen foto´s maken want wat hier gebeurd is strikt geheim en werknemer moeten zelfs een geheimhoudingsverklaring tekenen! Het is niet de eerste keer dat ik Ubrique bezoek, natuurlijk kan ik het niet laten en ik verlaat het dorpje met een schitterende nieuwe leren tas.

Benaocaz

Vanaf het kleine bergdorpje Benoacaz loopt er een oude Romeinse weg de Calzada Romana naar Ubrique. Ik liep deze route in de herfst en dan is het extra mooi i.v.m. de herfstkleuren. De tocht gaat grotendeels over een eeuwenoud breed wegdek van oude keien dat de Romeinen hebben aangelegd. Je loopt door een typisch kalksteen- en karstlandschap, met steeneikbossen en mediterrane vegetatie.

Je verlaat Benaocaz via de Avenida de Cadiz, en langs de hoofdweg vind je de start van de route bij een informatiebord ; Sendero Calzado Romana. Vervolgens is de route goed gemarkeerd. Het eerste deel voert over een smal pad, tot je op een gegeven moment op de echte brede Romeinse weg terecht komt. De weg blijft breed en na ca. een uur kom je bebouwing tegen en wandel je Ubrique binnen.

El Gastor

El Gastor ligt op 131 kilometer van Cádiz, de hoofdstad van de provincie aan de kust. El Gastor staat bekend als het balkon van de witte dorpen, dit komt vooral door de prachtige uitzichten vanaf de toppen van Las Grajas en Algarí. Een must see zijn de Dolmenen van El Gastor, maar ook het dorpje is leuk om doorheen te wandelen en om een terrasje te pakken en het museum Jose Maria El Tempranillo te bekijken.


Een mooie wandelroute loopt van El Gastor-Dolmen del Charcón-Mirador Buitreras-Pico Las Grajas naar Pico Algarin. Vanuit het dorp Gastor kun je genieten van enorme verlaten boerderijen en een prachtig uitzicht op de enorme hoeveelheid gieren. Ik kan je deze wandeling echt aanbevelen.

Zahara de la Sierra

Dit is echt een van mijn favoriete dorpen in dit gebied. Ik denk dat dat komt door het geweldige uitzicht over het blauwe stuwmeer van Zahara. Je hebt vanaf het dorp een prachtig uitzicht over de omgeving en het kasteel. In het najaar, het laatste weekend van oktober vindt er het feest van de overheersing plaats. Moros y Cristianos symboliseert dat in 1483 de Moren verdreven werden en Zahara toebehoorde aan het Spaanse koninkrijk.

Iets buiten Zahara ligt een olijfolieperserij Oleo Viride waar ecologische olijfolie geperst wordt. De eigenaar maakt ook een eigen rode en witte wijn en een pittige vermout. Je kunt er terecht voor een olijfolieproeverij en kijken hoe het persen in zijn werk gaat. Bij de proeverij horen ook hapjes of als je wilt kun je een boerenlunch in de tuin bestellen met lokale kazen en een speciale soep met de naam Sopa Hervida. Ik zou wel even van tevoren reserveren.

Olvera

Olvera is ook nog zo´n parel! Je ziet dit witte dorp al van veraf liggen omdat de kerk en het kasteel hoog op de berg boven het dorp uitsteken. De burcht bevindt zich op het punt van Olvera waar je een prachtig uitzicht hebt over het Andalusische landschap.
Vanaf deze burcht kun je de historische frontlinie van kastelen zien welke ooit de Moslim machten scheidde van de Spaanse christenen. Toegang tot het kasteel vind je via de Calle Calzada. Dit was de enigste ingang en daarmee werd het dus moeilijker om de burcht te veroveren. Er zijn twee punten waarmee deze burcht zich onderscheid ten opzichte van alle andere in de provincie. Allereerst de vierkante toren met schietgaten en de ronde toren met een betegeld dak. 

Hoewel het een ruïne was, bevind het zich nu in een redelijk goede gerestaureerde staat. Ook is er een museum bij gelegen. Een bezoek zeker waard, al was het al wegens het machtig mooie uitzicht. De gemeente Olvera is de huidige eigenaar van de burcht. Men heeft het enkele jaren geleden overgenomen van de familie die het in bezit had.

Vanaf Olvera kun je ook een schitterende fietstocht maken over de Via Verde de la Sierra, een van de meest geliefde Vias Verdes van Spanje.

Setenil de las Bodegas

Dit is misschien wel een van de bekendste witte dorpen van de provincie Cadiz. Het ligt niet ver van Ronda en dankt zijn bekendheid aan publicaties in magazines zoals Traveler en National Geografic.

Setenil de las Bodegas heeft een rijke geschiedenis en deze laat zich overal in het dorp zien. Het lijkt wel één groot openluchttheater wanneer je hier rondwandelt. Het oude Kasteelen het fort van Setenil domineren de stad vanaf een heuvel. Hier vindt je ook de prachtige kerk Nuestra Señora de la Encarnación. Daarnaast liggen er een aantal spectaculaire hermitages voor het oprapen, die allemaal even fotogeniek zijn.

Het spectaculaire netwerk van grotten en kliffen, is nog wel het meest bijzondere aan het stadje. De Cueva del Sol en de Cueva de la Sombra zijn de twee belangrijkste straten. Beide zijn gebouwd onder de rotsen en worden van elkaar gescheiden door de rivier Guadalporcún. In de eerste straat schijnt altijd de zon, terwijl in de tweede straat altijd schaduw te vinden is. In beide straten liggen veel gezellige restaurants en cafés met terrassen onder de rotsblokken.

Toen ik in Setenil was, werd juist ook het Moros y Cristianos feest gevierd. Het hele dorp was bij het evenement betrokken en iedereen speelde vol passie zijn rol in het verhaal.

Praktische informatie

De witte dorpen zijn vanuit Malaga of Cadiz gemakkelijk te bereiken. Hou er met de afstanden rekening mee dat het gebied erg bergzaam is met slingerende wegen waar je de tijd voor moet nemen. Je kunt gemakkelijk twee of drie dorpjes per dag bezoeken en overal kun je uitstekend lokaal eten en zijn er overnachtingsmogelijkheden.

Er zijn in dit gebied natuurlijk nog veel meer witte dorpen te ontdekken maar ik heb mijn favoriete top tien voor je op een rij gezet, dorpen die je gemakkelijk met elkaar kunt combineren en allemaal iets bijzonders bieden.

Geniet in de witte dorpen van Cadiz! En vergeet echt niet om de lokale producten en drankjes te proeven. Het leuke is dat overal wel een traditie of oud verhaal bij hoort.

( Met speciale dank aan Family Agencia voor de organisatie)

De stille schatten van de Sierra Segura in Cazorla


Natuurpark Cazorla is een enorm groot en groen gebied in het Noorden van Andalusië. De Cazorla worden ook wel de longen van Spanje genoemd. In dit Parque Natural, in de provincie Jaen bevinden zich drie verschillende gebieden, ieder met zijn eigen flora en fauna; De Sierra Cazorla, Segura y las Villas. Het is het grootste en ongereptste natuurpark van Spanje. 

Ik bezocht de Sierra Segura, het noordelijkste deel, met als middelpunt het dorpje Segura de la Sierra. Dit kleine dorp is één van de meest karakteristiekste plaatsen van het natuurpark en is gelegen op een heuvel op 1140 meter, omringd door olijfgaarden, die je van ver al ziet liggen. Segura werd altijd als onneembaar beschouwd. Bewoond door zowel Feniciërs, Grieken als Romeinen, kreeg het een reeks namen die refereerden aan de hoogte ervan, Tavara (hoge plaats), Orospeda (toegankelijk alleen ter voet) of Castrum Alto (hoge nederzetting). 

De slingerende weg naar het dorp rijd ik langzaam. Er zijn zoveel bochten. Juist vanwege de geïsoleerde ligging is de landschappelijke en culturele rijkdom bewaard gebleven Segura is één van de mooiste dorpen in de Sierra, en staat op de lijst van Mooiste dorpen van Spanje, Los Pueblos mas Bonitos de España! Ondanks de verwoesting van de Napoleontische oorlogen, is Segura in 1972 tot artistiek, historisch erfgoed verklaard. Het dorp maakt ook onderdeel uit van de route van de kastelen van Andalusië.

De route door Segura de la Sierra wordt meestal van onderaf de weg gedaan, maar ik vind het interessanter van bovenaf, vanaf het kasteel. Het bezoek aan El Castillo is niet gratis aangezien het kasteel in particuliere handen is. Daarom is het kasteel in goede staat dankzij de uitgevoerde restauraties.  Vermoedelijk stamt het kasteel uit de 13e eeuw, hoewel het eerdere elementen heeft, zoals de toegangstoren. Tijdens de rondleiding door het kasteel voel je de grootsheid en ondoordringbaarheid.

Binnen het kasteel, dat door een verzameling van verschillende volkeren bewoond is geweest, kun je ook een bezoek brengen aan de kapel van Santa Ana, een knipoog naar de mudejarkunst van de 13e eeuw en een voorbeeld van het merkteken dat de Orde van Santiago heeft achtergelaten. Nog een geschenk dat een bezoek aan het kasteel biedt, is dat je kunt genieten van verrassende panoramische uitzichten. Bergen, dennenbossen en zuivere lucht komen rechtstreeks in je longen op de top van dit fort.

Verder is het heerlijk om lekker te dwalen door de slingerende straatjes waar de sfeer straalt van authenciteit. Vergeet niet de Baños Arabes te bezoeken, vlakbij de kerk en het huis van de bekende dichter Jorge Manrique met het kruis van de Santiago ridder orde.

Segura de la Sierra is een uitstekend uitgangspunt voor wandelingen en andere activiteiten. Ik kan je de volgende aanbevelen:

  • Wandelen vanaf de bron waar Rio Segura ontspringt.

Rio Segura is een van de belangrijke rivieren die door Sierra Cazorla stroomt. Bij Fuente Segura ontspringt de rivier en vanaf hier, bij de kleine waterval, kun je verschillende goed aangegeven wandelroutes lopen. Waaronder de GR 247 die heel Cazorla doorkruist. Kaarten kun je downloaden op via Wikiloc.

  • Vogels spotten bij El Puntal de las Buitreras

Ben je een fan van roofvogels dan moet je deze plek in het natuurpark echt bezoeken. El Puntal wordt ook wel het Balcon genoemd en ligt op 1683 meter hoogte. Van hieruit kun je tientallen vale en zwarte gieren spotten. Prachtig om te zien hoe deze prachtige vogels op de termiek zweven! En een prachtig zicht op de brede blauwe rivier Segura van.

  • Wordt bakker of schapenherder voor een dag

Bij La Granja de Rodri kun je een workshop brood bakken volgen. Eigenlijk is het geen brood dat je maakt maar een soort zoete koek die lekker is bij de koffie. Je leer het deeg kneden en zo plat mogelijk maken. Vervolgens moet het deeg een tijdje rijzen en drink je vast een kopje koffie in de casa rural met de eigenaar. Dan begiet je het deeg rijkelijk met extra virgen olijfolie en veel suiker en gaat het geheel in de houtoven. Een kwartiertje later is de koek, die Soyafa heet, klaar en kun je genieten van je eigen baksel dat van oorsprong van de Moorse keuken komt.

Rodri kan je ook leren om voor een dag schapenherder te zijn. Hij neemt je eerst mee naar de stallen aan de andere kant van het huis en daarna wandel je met de kudde, die door border collies bij elkaar gedreven worden, door de bergen en leer je alle in en outs over het leven van een herder en over de Transhumancia. Ik was er in oktober, toen er net wat lammetjes waren geboren. Een weeslammetje dacht dat ik zijn moeder was en volgde me overal op de voet.

  • Ga traditioneel lunchen in Restaurant Escobar in La Matea (Santiago Pontones)

Dit restaurant in Santiago Pontones is een plek waar veel mensen uit de streek naartoe komen voor een lekker stuk vlees van de barbecue, gestoofd hert of wild zwijn of stevige boeren streekgerechten die nog op traditionele wijze bereid worden zoals knoflookaardappelen en knoflookkabeljauw. Dit plaatsje ligt aan de grens van Castilla la Mancha en er zijn dan ook duidelijke invloeden van de La Mancha keuken terug te vinden in de gerechten. Na je lunch maak je een wandeling langs de rivier die door het dorp loopt. Grappig is dat er bij veel huizen een stoel buiten staat met een spreuk of gedicht.

  • Touch the sky vanaf vanaf het Cosmolarium in kasteel Hornos de Segura

De stichting AstroAndalus heeft op verschillende punten in Andalusië plekken waar je het beste het heelal kunt bestuderen. In het bezoekerscentrum krijg je uitleg en kun je interactief veel opsteken over astronomie. Je kunt zowel overdag als ´s avonds naar dit astro centrum voor een Starlite experience. Er worden in de zomermaanden regelmatig activiteiten georganiseerd zodat je de sterren en planeten met telescopen dichtbij kunt halen. Vanaf het kasteel heb je sowieso prachtig uitzicht over de hele Sierra Cazorla, Segura y las Villas.

Dit is maar een kleine selectie van activiteiten. In Cazorla is nog veel meer te beleven. In het najaar kun je luisteren naar de burlende herten in het bos. En in de zomer wordt er in Cazorla een groots driedaags blues festival georganiseerd, dat nog steeds op mijn verlanglijstje staat.

Goed eten kun je vrijwel overal. Reken niet op verfijnde gerechten. In dit ruige gebied is een stevige streekmaaltijd meer op zijn plaats.

Logeren kun je in landelijke hotels en Casas Rurales. Ik logeerde in Casa Rural el Cortijo de Ramon, iets buiten Segura de la Sierra. Een snoepje! Heel sfeervol, gastvrije eigenaars en originele keuken. In het weekend pakt eigenaar Ramon ´s avonds zijn gitaar en kun je lekker meezingen op Spaanse muziek aller tijde. Cazorla is een uitstekende bestemming als je van rust en natuur houdt. Een goed voorbeeld van duurzaam toerisme doordat je hier in contact bent met de natuur, maar ook met tradities en gewoontes uit de streek.

Zo vrij als een vogel, Monfrague National Park

Tijdens de eerste dagen van deze herfst bracht ik een bezoek aan een van de 16 Parques Nacionales van Spanje; Monfragüe. Dit Nationaal Park is een ruig gebied in de regio Extremadura in midden Spanje. Een toevluchtsoord voor vele vogels zoals de monniksgier en talloze andere roofvogels. Maar ook de habitat van edelherten en enkele bedreigde lynxen.

Stuk voor stuk diersoorten die in relatief kleine gebieden voorkomen en dus extra kwetsbaar zijn. De opmerkelijke kloof in het landschap werd pas in 1997 een Nationaal Park en sinds juli 2003 heeft Unesco het uitgeroepen tot een Reservaat voor de Biosfeer. Ondertussen is het gebied bekender en bekender aan het worden en neemt het aantal bezoeken van natuurliefhebbers toe.

Inmiddels worden allerlei maatregelen genomen om de bijzondere Mediterrane fauna te beschermen. Waarbij onderzoek naar het gedrag van de diverse diersoorten een sleutelrol speelt. Daarnaast wordt op diverse plekken in het park weer de authentieke Mediterrane flora geplant. En worden bomen als eucalyptus verwijderd. Die zijn hier ooit geplant voor de papierindustrie maar hebben het ecosysteem flink in de war gebracht. Gelukkig krijgt Monfragüe de laatste jaren meer en meer haar oude sfeer terug.

Niet voor niets reikt de faam van dit park tot ver buiten Europa. Nergens is er een plek waar de roofvogeldichtheid groter is dan in Monfragüe. Het beschermde natuurgebied meet 10 bij 30 km en het hele gedeelte rondom het Nationaal Park is uitgeroepen tot Reserva de Biosfera. Een absolute must dus voor een reis in Midden- Spanje. En dan vooral voor natuurliefhebbers, vogelaars en fotografen. Een heerlijke plek om te wandelen, waarbij het wel belangrijk is om regelmatig omhoog te kijken.

Go with the flow

Monfragüe ligt ongeveer in het midden van de provincie Cáceres, waar de rivieren de Taag en de Tiétar samenkomen. Het is het enige Nationale Park van Extremadura. De kern van het park wordt gevormd door verschillende kleine bergruggen, sierras, die onderling verbonden worden door de Taag-rivier. De Tiétar en andere kleinere beken, slijten diepe kloven uit, alvorens in de Taag uit te monden, waardoor een spectaculair samenspel ontstaat van rotskliffen waar zich een veelheid aan vogels bevindt. Het is opvallend hoeveel water er te vinden is in dit droge deel van Spanje. Het water van de rivieren wordt tegenwoordig opgevangen in de stuwdammen van Alcántara, Torrejón-Tajo en Torrejón-Tiétar. Wat dit gebied werkelijk meerwaarde geeft is de enorme oppervlakte aan dehesas, weidelandschap met kurkeiken en steeneiken en die een ware voorraadkast vormen voor de meest waardevolle vogels om uit te eten.

In dit natuurgebied leeft namelijk de grootste populatie gieren ter wereld.  Honderden monniksgieren, die je hier gemakkelijk en van behoorlijk dichtbij kunt zien. Het is de grootste populatie monniksgieren van heel Europa.

Ik heb het geluk dat vogel- en natuurkenner Raul mij in zijn jeep mee op safari neemt. Hij heeft een bedrijf voor actief toerisme en hij weet als geen ander waar precies de hidden places verstopt liggen en waar je op de mooiste uitkijkpunten verwend wordt met schitterende vergezichten over het gebied. Op de eerste dag maken we een tocht met de fourwheeldrive door het Dehesagebied richting de rivieren. De Dehesa heeft zijn eigen unieke ecosysteem. Er loopt vee zoals het zwarte Iberische varken, Extremadura koeien, paarden en schapen. Kadavers worden opgeruimd door de gieren. Ook wordt er tabak en pistachenoten verbouwd en de bekende rode langwerpige paprika’s waar de Pimenton de la Vera van gemaakt wordt, die zo bijzonder is vanwege zijn rooksmaak.

De Romeinen noemden het gebied al Mons Fragorum

In de namiddag laten we de auto staan en beginnen we aan een 16 kilometer lange wandeltocht richting de ruïnes van het Kasteel van Monfragüe. Monfragüe is niet extreem groot, maar heeft wel zeer goede wandelpaden. Onderweg kan ik het aan de Taag en Tietar rivier gelegen natuurpark vanaf diverse mooie uitzichtpunten bewonderen. Onderweg vertelt Raul vol passie over de dieren die in het park leven en waarom juist dit Nationaal Park zo bijzonder is. In een Nationaal Park mag bijvoorbeeld niet gejaagd worden en daarom kun je de vogels en herten in het gebied van behoorlijk dichtbij observeren en zijn ze helemaal niet bang. Onderweg kunnen we regelmatig met het blote oog herten spotten. Bovendien is het bronstijd en de mannetjes verraden zichzelf door het burlen van hartstochtelijke kreten. In Spanje heet deze periode La Berrea, waarvan je het meeste kunt genieten in de namiddag tegen zonsondergang of ´s morgens vroeg bij zonsopkomst.

Tegen zonsondergang komen we aan bij het bekende kasteel op de berg, het Castillo de Monfragüe dat een perfecte plek is om ver te kijken. Raul wijst me erop hoe de kloof in de heuvels, die het gebied zo kenmerken, is ontstaan door de kracht van de rivieren. Inmiddels geeft het zonlicht alles een gele en later een donkerrode gloed geeft. Het kasteel is eeuwen aan wind en weer blootgesteld, het is er altijd winderig en ligt een beetje een op een geïsoleerde plaats. Echter, deze blootstelling en isolatie betekent dat het uitzicht vanaf de toppen van de vestingmuren van het kasteel absoluut ongelooflijk zijn! Ik kan het hele park, dat door UNESCO beschermd wordt vanaf deze plek zien, en het 360 graden uitzicht is echt schitterend. Ik moet denken aan de mensen die er ooit gewoond hebben en huiver, want in de winter is het hier ijskoud. Maar voor mij op een mooie zonnige herfstdag, is de ervaring glorieus!

De zonsondergang zorgt voor een adembenemend kleurenspel en de enige stilte verstorende burlen van mannetjesherten doen de rest. Blijf zeker wat langer rondhangen, als je deze tocht in de namiddag maakt, om hier ook van te kunnen genieten. De oranje gloed die zich over de bergen verspreid is met geen woorden te omschrijven. Ik was er stil van… Je kunt overigens ook met de auto onder aan de berg parkeren en via een houten trap of slingerend pad naar boven klauteren.

De volgende dag, na een overheerlijk ontbijt met zelfgemaakte producten in Hotel Rural Rincon de Monfragüe waar we de nacht hebben doorgebracht, gaan we opnieuw op pad. Dit keer laat Raul me een heel ander deel van het park zien. Nationaal Park Monfragüe is waarschijnlijk de bekendste trekpleister van de regio Extremadura. Het uitgestrekte natuurgebied is een paradijs voor roofvogels.  Het is dan ook een van Europa’s belangrijkste roofvogelgebieden. Zo is het, verteld Raul, het leefgebied van Spaanse keizerarenden, dwergarenden, steenarenden, monniksgieren, vale gieren, zwarte wouwen, oehoe’s en nog veel meer. Dus wil je roofvogels spotten, dan is dit natuurpark in Extremadura the place to be! En dan vooral de Peña Falcón rots in Monfragüe, die ook wel Salto del Gitano genoemd wordt.

We volgen de lange rivieren die zich door het Nationaal Park en de begeleidende dehesas slingeren. De bossen en rotswanden barsten van de roofvogels. De vale gier is hier de hoofdrolspeler, met de monniksgier als goede tweede. Ook de aasgier schijnt in het zomerseizoen present te zijn. En de kraanvogel vindt Monfragüe de ideale plek om te overwinteren. Mijn gids vertelt me dat we ons in een trekgebied bevinden en dat je dus ieder jaargetijde andere vogels kunt ontdekken en dat er in Monfragüe vijf soorten arenden broeden: de steenarend, dwergarend, slangenarend, havikarend en de zeer zeldzame Spaanse keizerarend. Daarom zetten we bij de Mirador de la Portilla de Tietar de auto langs de weg en halen we telescopen en verrekijkers tevoorschijn. Op deze uitzonderlijke plek spotten we de vale gier en de spaanse keizerarend.

Een tijdje later rijden we verder naar hotspot Salto de Gitano waar vrijwel al de genoemde koningen van de lucht geobserveerd kunnen worden. Behalve dat, is ook zwarte ooievaar hier te vinden. En inderdaad, ik weet niet wat ik zie. Tientallen, nee waarschijnlijk wel honderden roofvogels zwermen boven mijn hoofd of rusten op de rotsen zij aan zij. En zo dichtbij dat ik het suizen op de termiek kan horen en soms het gevoel heb dat ik ze bijna kan aanraken. Met de telescoop halen we de dieren nog dichterbij en kan ik hun schitterende verenkleed bewonderen. Onderweg terug komen we nog meer vogelrotsen tegen. Ik kom ogen tekort want Raul wijst me ondertussen ook op herten die niet ver vanaf de weg staan te grazen. Het is wel duidelijk dat je Monfragüe met een gids moet ontdekken, je ziet en ontdekt zoveel meer! 

De tijd van het jaar dat je de grootste variëteit aan vogels kunnen zien, is de lente, van maart tot mei. Dit is echter ook de tijd van het jaar dat de meeste bezoekers naar het park komen, speciaal in de weekenden. Hoe dan ook, je kunt hier het hele jaar door wel bijzondere en karakteristieke soorten observeren, hoewel het in de warme zomermaanden is aan te raden om vooral de eerste en de laatste uren van de dag te benutten, omdat het midden op de dag vaak erg warm is. In de herfst en in de winter is vooral de aanwezigheid van de wintergasten bijzonder. En als je vroeg in de ochtend de weg naar Los Saltos de Torrejón af loopt heb je een redelijke kans oog in oog te komen te staan met otters, die langs de waterkant spelen of een vers ontbijtje vis scoren.

De beste manier om het vogelrijke natuurpark in Midden-Spanje te ervaren, is al wandelend. Er zijn talrijke wandelroutes door Monfragüe uitgestippeld, die variëren in lengte en moeilijkheidsgraad. 

Op de website van natuurpark Monfragüe vind je een overzicht van deze wandelroutes. De kortste route is 8 kilometer (de groene route) en de langste is 23 kilometer (de zwarte route). De gele (9km), groene (8km) en zwarte route (23km) zijn makkelijke routes. En de rode (16km), blauwe (19km), paarse (13km) en bruine route (14km) zijn wat zwaardere routes.

Geniet de sterren van de hemel

Monfragüe National Park wordt ook aangeduid als Starlite Park. Hier is de luchtvervuiling namelijk zo laag dat je tijdens een heldere nacht heel goed sterren kan waarnemen, en gemakkelijk de Melkweg kan zien. Blijf dus ook na zonsondergang in dit mooie natuurgebied als je graag in stilte geniet van de duizenden fonkelende lichtjes aan de hemel.

Ik heb echter maar een paar dagen en bij Raul moet er ook weer brood op de plank. In het najaar, tijdens het herten burlen, is het druk met aanvragen voor een tocht door deze parel van de Spaanse Extremadura. Vol indrukken en plannen voor samenwerking nemen we afscheid. Maar in februari zien we elkaar weer want dan vindt hier de grootste vogelbeurs van Europa, FIO, plaats.

Praktische informatie

Het natuurgebied ligt op de route van de Via de la Plata, de zilverroute. Vanaf Sevilla doe je er met de auto ongeveer 3 uur over om er te komen en het ligt 2 uur vanaf Madrid. Monfragüe is ideaal om een bezoek aan de prachtige steden Plasencia, Caceres, Merida en Trujillo in Extremadura te combineren.

Overnachten doe je in Plasencia of iets er buiten in Malpartida de Plasencia. Ik logeerde in het gezellige Hotel Rural El Rincon de Monfragüe in Malpartida. Een sfeervolle accomodatie in een oud apothekershuis. De familie die het runt zorgt iedere morgen cvoor heerlijke verse produkten en zelfgemaakte baksels om je vingers bij af te likken.

Zonder twijfel moet je Monfragüe ontdekken met een kenner. Het bedrijf Monfrague Vivo van Raul Virosta is wat mij betreft de beste optie voor een ontdekking door dit mooie gebied. Hij biedt verschillende opties, altijd met professionele, en op aanvraag Engelstalige, begeleiding. Bekijk het aanbod op deze website.

Somiedo, logeren tussen wolven en beren.

Dit najaar reisde ik naar Asturias op uitnodiging van Turismo de Asturias en Club Ecoturismo om een schitterend, voor mij nog onbekend, gebied te leren kennen; Natuurpark Somiedo. Het Somiedo Parque Natural is in 2000 aangewezen als een UNESCO biosfeerreservaat om zijn gevarieerde bossen en wilde dieren en bestaat uit vier valleien in het noorden van Spanjes Cantabrische gebergte. Het park is een toevluchtsoord voor wilde dieren als bruine beren, wolven, en veel roofvogels.

Dit natuurpark is het eerste natuurpark van Asturië als zodanig verklaard en hoewel de Picos de Europa meestal in de schijnwerpers staat doet Somiedo zeker niet onder voor zijn grote broer.

Beren spotten

Heb je altijd al beren in hun natuurlijke omgeving willen zien, dan ben je in Asturië aan het goede adres: het herbergt enkele van de natuurparken in Noord-Spanje waar de bruine beer nog in het wild voorkomt. Waar er in de jaren tachtig nog maar een stuk of tachtig beren in Asturië leefden, zijn dat er dankzij de intensieve bescherming nu naar schatting zo’n 380.

Mijn uitgangspunt is Pola de Somiedo, een gezellig klein bergdorp met uiteenlopende accommodatie en voorzieningen als winkels, banken en een postkantoor. Ook de Fundación Oso Pardo  (Spaanse berenstichting) bezoek ik hier. Ik krijg er uitgebreide uitleg over het natuurlijke gedrag van dit grote zoogdier. Zo wist ik bijvoorbeeld niet dat bruine beren voornamelijk vegetarisch eten, zoals noten, kastanjes en bessen. En dat een bruine beer maar drie maanden drachtig is. Als een bruine beer geboren wordt weegt hij rond de 450 gram, maar na één jaar weegt hij al 25 kilo. Fundacion Oso Pardo is gevestigd in een traditionele boerderij.

Ervoor ligt nog een horreo, een gebouw op palen met een rieten dak van brem waar de oogst in gedroogd wordt. Daarvan zie je er veel in de andere dorpjes. De traditionele huisjes heten tietos en hebben een dak van groene brem. Een groepje tietos samen noemen ze een braña. Ze bieden een knusse, landelijke aanblik in de ruige omgeving. 

Onder begeleiding van een professionele gids en gewapend met verrekijkers en telescopen trek ik de bergen in. De kans dat een beer zich zomaar laat zien is natuurlijk klein. Als je de Oso Pardo met eigen ogen wil zien, zul je echt een gids en veel geduld nodig hebben. Uren heb ik zitten turen vanuit een hut, maar mijn geduld werd uiteindelijk toch beloond. Op een bepaald moment had ik twee beren voor de lens! Zo leuk.

Beren spotten is de grootste attractie in Somiedo, maar vergeet ook niet dat het schitterend is om op wolventocht te gaan met een gids. En met een verrekijker is het niet moeilijk om herten te observeren.

In beschermd natuurgebied Somiedo, in het centrale deel van de Asturische bergen, kun je je observatietocht reserveren, waarbij je ook de bossen intrekt op zoek naar slaapplekken van de beren. Hoewel de kans om ze in het wild te zien relatief klein blijft, loop je in het voorjaar en het najaar de grootste kans ze te spotten.

Natuurgebied en Ecobestemming

Het grote voordeel van zo’n berenzoektocht is dat je op de meest schitterende plekken komt, die je normaal wellicht zou overslaan. Het natuurgebied waar Pola de Somiedo het centrum van vormt, beslaat een kleine 300 vierkante kilometer en ligt op slechts 80 kilometer van de Atlantische kust. Pittoreske groene dalen vormen een vruchtbare en smeuïge aanblik temidden van ruige, kale en indrukwekkende bergpieken die als je geluk hebt mooi afsteken tegen een staalblauwe lucht. De grote variëteit aan intens groene kleuren is natuurlijk voornamelijk te danken aan het feit dat het hier veel regent.

In het Parque Natural liggen 38 kleine dorpjes, variërend van piepkleine gehuchtjes, waar een paar huisjes samen gegroepeerd liggen temidden van de wildernis tot het eerdergenoemde centrum Pola de Somiedo. Ik voel me prettig bij de relaxte sfeer en de vriendelijke bevolking die op sommige plekken op houten klompen lopen die madreñas heten.

In het ecomuseum kun je zien hoe deze klompen gemaakt werden. Helaas zijn er nog maar twee oude mannen die de kunst verstaan en is het vak nog niet doorgegeven aan jongeren. Asturias is een regio waar iedereen dicht bij de natuur en bij authentieke werkwijzen staat. In het ecomuseum leer ik over oude ambachten zoals die van de vaquiero (veehouder), ferreiro (ijzersmid), goxeiro (mandenvlechter) madreñeiro (klompenmaker) en teitero (dakdekker).

De Asturiaanse koeien zijn bekend in heel Spanje. Je kent vast wel de Leche Asturiana waarvan ook heerlijke kazen gemaakt worden. Er bestaan twee rassen, aan de kust vindt je melkkoeien maar in de bergen houdt men koeien die voor vlees worden gehouden. In de winter, als het sneeuwt staan ze op stal, in het voorjaar gaan ze naar het land en in de zomer worden ze naar hoog in de bergen gebracht. Deze tocht naar en vanuit de bergen heet Trashumancia.

Behalve struinen door de bergen word ik getrakteerd op uitstekende streekgerechten waar ik een flink glas plaatselijke Sidra bij drink. Het is een hele kunst om Sidra te schenken. Je houdt in je ene hand je glas zo laag mogelijk en in de andere hand de fles zo hoog mogelijk. De kunst is om de cider zonder morsen in het glas te mikken, zodat er zuurstof bij komt en de Sidra op zijn lekkerst is.

Wandelen naar hooggelegen meren

De volgende dag besteed ik aan wandelroutes naar de meren van Somiedo Ze kunnen aan ieder niveau worden aangepast, zodat ze ook door gezinnen met kinderen kunnen worden gedaan. Het kan een ideaal uitje zijn voor het weekend, zodat het hele gezin kan genieten van de prachtige natuur, het belang van het milieu kan inzien en de kinderen bij elke excursie veel kunnen opsteken.

De twee bekendste routes die van Saliencia (1600 m) en van Valle del Lago (1580m). Dit zijn ook dorpen die het dichtst bij het natuurgebied liggen en in Valle del Lago is er een camping om te overnachten. Op de route vanuit Valle del Lago kom je aan bij het meer Lago del Valle. Dit is een groot meer met een eiland in het midden en een plek waar forelvissen populair is. Omdat het dicht bij het dorpje ligt, zijn er veel wandelaars die al op dit punt blijven om de dag door te brengen, maar er is nog veel meer te zien. Bovendien begint het passeren van dit meer de berg te beklimmen met enkele toppen zoals Peña Ortiz.

Voor de tocht naar het meer van Saliencia kun je je auto parkeren op een klein terrein langs de weg en begin je het pad te volgen. Het uitzicht wat je bij het meer te zien krijgt is spectaculair! Vanaf daar zijn er een aantal routes die je kunt volgen. Bij de plaatselijke VVV hebben ze uitstekende kaarten en routebeschrijvingen. Onderweg kun je genieten van de unieke Asturiaanse fauna.

Wees wel voorbereid op (incidentele) regenbuien. Asturias is niet voor niets zo groen. En de gebruikelijke snelle afkoeling die in berggebieden kan optreden. Mist is iets waar je in Somiedo speciaal op verdacht moet zijn. Het kan vrij snel opkomen en vooral in de hoger gelegen kalksteengebieden wordt het terrein dan plotseling erg onoverzichtelijk. Check daarom voor vertrek het weerbericht bij de eigenaar je accomodatie.

Praktische informatie

Vanaf november gaan er rechtstreekse vluchten van Nederland naar Asturias. Somiedo ligt op ongeveer een uur rijden vanaf de luchthaven.

Vanuit Andalusië (Malaga) kun je rechtstreeks vliegen met Volotea, een lowcost maatschappij met uitstekende service. Perfect plan voor een lang weekend.

Ik logeerde in een schitterend Hotel Rural, aan de rand van Pola de Somiedo; Palacio Floréz- Estrada. Een absolute aanrader! Duurzaam- en eco turismo gegarandeerd.

Voor je tocht om beren of wolven te spotten, neem je contact op met Sofia van Somiedo Experience. Een geweldige vrouw en expert op het gebied van natuur en duurzaam toerisme.

Lekker eten kun je overal. Meer informatie hierover in een volgend artikel 😊

Een bezoek aan een van de parels van Úbeda, de Sinagoga del Agua

Ik was al vaak in de indrukwekkende Unesco stad Úbeda geweest, maar had nog nooit de mogelijkheid gehad om de Sinagoga del Agua te bezoeken. Een echt verborgen juweeltje in het centrum van de stad.

Het is een overblijfsel van het jodendom in Spanje dat tot 2005 onontdekt achter een lokaal huis lag. Het pand was bestemd voor de bouw van appartementen en winkelpanden, maar toen men in 2005 eenmaal aan de renovatie begon, ontdekte ondernemer Fernando Crespo per toeval stenen muren achter de huidige wanden.

Tijdens de renovatie kwamen steeds vaker kapitelen en andere interessante archeologische resten tevoorschijn. Die deel bleken te zijn van de oude synagoge van Úbeda die dateert uit de 14e eeuw. Men is bijna vijf jaar bezig geweest met de restauratie, want iedere keer kwam er weer een nieuwe zaal tevoorschijn.

De Joodse gemeenschap in Spanje

De Synagoge van Úbeda is in 2010 geopend voor publiek. En is tegenwoordig een historische en culturele plek, waar regelmatig ook culturele evenementen gehouden worden zoals concerten, huwelijken en boekpresentaties.

Andrea Pezzini, directeur van het centrum nodigt me uit op reis door de geschiedenis van de synagoge en vertelt gepassioneerd over de ontdekking en de restauratie. Ik ken Andrea al enkele jaren en neem gretig zijn uitnodiging aan. Hij is een bevlogen kenner en verteller over de geschiedenis van Ubeda. We verkennen de synagoge, die onder het straatniveau ligt, met zijn wirwar van tunnels en kamers. Het ondergrondse complex bestaat uit toegang tot de synagoge zelf, maar ook een rondleiding door de kamers, met veel achtergrondinformatie over de geschiedenis van de aanwezigheid van de joden in Spaanse vanaf de middeleeuwen tot heden.

In de synagoge zijn behalve sporen van het Jodendom ook sporen van het Christendom terug te vinden. Omdat het gebouw door de Inquisitie is ingenomen nadat de Joden uit Úbeda verdreven waren.

Mikvéh, het reinigingsbad

Doordat de Sinagoga del Agua net als de Arabische baden van Jaén indertijd met aarde opgevuld was om er een nieuw gebouw bovenop te bouwen, is het bouwwerk goed bewaard is gebleven. Na het vinden van de eerste kapitelen, ging men verder met opgraven en vond men onder meer de bogen van de synagoge, een vrouwengalerij en verschillende waterbronnen.

Maar ook een Joodse badplaats, die door Joden gebruikt wordt om zich te reinigen voor bijvoorbeeld een religieuze reiniging of na een bevalling. Een schitterende parel uit de Joodse cultuur en geschiedenis. De ladder heeft zeven treden en het water is diep genoeg om iemand volledig onder te dompelen. Een belangrijk detail is dat voor dit ritueel stromend water nodig is, geen stilstaand water.

Zonnewende in de synagoge van Úbeda

Op zich natuurlijk is het natuurlijk al bijzonder om zo een reinigingsbad terug te vinden. Er zijn maar enkele van deze baden in de wereld teruggevonden die bovendien zo intact waren. Wat echter nog meer bijzonder is, is het gat in het plafond, schuin boven het reinigingsbad.

Tijdens de zomerzonnewende, Solsticio de Verano, de langste dag van het jaar rond 21 juni, schijnt door dit gat een paar dagen de zon gedurende ongeveer 30 minuten precies op het water van het reinigingsbad.

Als je ooit rond 21 juni in Úbeda bent, vraag dan zeker naar de tijdstippen van de zomerzonnewende om zelf getuige te kunnen zijn van dit ongelofelijk verschijnsel. Iedere dag verschuift het tijdstip een beetje, maar het is ongeveer tussen half 10 en half 11 ’s morgens. Gedurende die dagen worden ook allerlei activiteiten en concerten georganiseerd, die zeer de moeite waard zijn om bij te wonen.

Behalve het reinigingsbad bezoek je verschillende zalen, allemaal ondergronds, en krijg je boeiende uitleg. Zo kom je door de zaal van de inquisitie, de zaal van de synagoge, de bodega en de keuken, de oude patio én kijk je op de schitterend gerestaureerde vrouwengallerij.

In deze ruimtes staan schatten zoals een oude Thora, een zevenarmige kandelaar, in het Joods Menorah genoemd. Maar ook oude boeken die verwijzen naar de Talmoed en naar de regelgeving van de tijd toen de Joden verplicht werden zich tot Christenen te bekeren. En nog veel meer heilige voorwerpen en gebruiksvoorwerpen.

Praktische informatie

Je kunt de Sinagoga del Agua iedere dag bezoeken.

Entree €5 per persoon en €4 voor kinderen en groepen.

Duur van de rondleiding met gids is ongeveer 30 minuten.

De synagagoge van Úbeda ligt op de hoek van de Calle Roque Rojas Esquina en de calle Las Parras, midden in het centrum.

Voor meer informatie kijk je op de website van Sinagoga del Agua

Met enorme dank aan amigo Andrea Pezzini voor zijn tijd en boeiende rondleiding

Leven met de getijden in O Salnés, Galicië

De eerste keer dat ik Galicië bezocht was zo´n tien jaar geleden. Uiteraard om de kathedaal van Santiago de Compostela te bezoeken. Ik vond het een fascinerend gebied en deze zomer kreeg ik de kans om terug te gaan. Galicië ligt in het noordwesten van Spanje en wordt omgeven door de Atlantische Oceaan en de Cantabrische Zee. Er heerst een gematigd klimaat en de rijke vegetatie en de grote variëteit aan oorspronkelijke flora en fauna maken Galicië tot een natuurlijk paradijs. Het gewest O Salnés ligt in het warmste deel van Galicië in de Rias Baixas. Het is een ideaal gebied om voortreffelijke stranden te ontdekken en kennis te maken met de hoogstaande gastronomie.

Als ik in de namiddag bij mijn accommodatie Quinta de San Amaro aankom, val ik meteen met mijn neus in de boter; ik kan direct aanschuiven bij een kookworkshop. Op tafel liggen netjes met schaaldieren en mosselen, er ligt een enorme arm van een pulpo en diverse verse groenten zorgen voor een kleurrijk stilleven. Kokkin Charo, die de workshop geeft, zet ons onmiddelijk aan het werk en schenkt ons een goed glas Albariño in, dé wijn uit deze streek in Galicië. Een uur later proef ik de lekkerse mosselen ooit. Gewoon gekookt in water! Niets toegevoegd! Om je vingers bij op te eten. Ook het zeemansrijstgerecht Arroz a la Marinera dat we met elkaar bereid hebben, is om te smullen!

Natuurparken en eilanden

De volgende dag ga ik op weg om de groene omgeving te verkennen.  Langs de Galicische kust liggen talloze eilanden. Een paar kleine eilanden met een bijzondere charme vanwege de intieme sfeer, en andere grotere eilanden waar de gewoonten en tradities van de zee tekenend zijn. Zonder twijfel is A Toxa het bekendste eiland van Galicië. Het is bekend op de zeep die er vandaan komt, La Toja, en om het kuuroord en casino. Vroeger kon je alleen per boot bij het eiland komen. Nu verbindt een smalle strook asfalt het eiland met het vasteland.

Ik trek verder naar een dorpje waar ik met een kleine boot de rivier wordt overgebracht naar het eiland Cortegada. Een eiland dat slechts 200 meter voor de kust van Vilagarcía de Arousa ligt en een rijke geschiedenis en het grootste laurierbos van Europa heeft. Het hoort bij het Nationale Park van de Islas Atlánticas dat in de top tien van de meeste bezochte parken in Spanje staat. Het park bestaat uit zes eilanden waarvan de Cies-archipel in de monding van de Ría de Vigo het bekendst is.

De archipel bezit een aantal prachtige stranden, een uniek vogelreservaat voor bedreigde vogelsoorten en een zeebodem van onschatbare waarde. De eilanden Ons vormen nog een ander authentiek natuurlijk paradijs. Je kunt de eilanden het hele jaar te bezoeken dankzij de regelmatige diensten van veerboten.

Eeuwen geschiedenis

Het erfgoed van een land wordt bepaald door zijn geschiedenis en identiteit. Galicië bezit een groot aantal religieuze monumenten die het verhaal vertellen van de geschiedenis door de jaren heen. Kenmerkende bouwwerken in deze streek zoals de “pazos” en de “hórreos” tonen onmiskenbaar de eigen identiteit van Galicië binnen Spanje. Ik kom ze overal onderweg tegen. Pazos zijn enorme landhuizen en Horreos zijn stenen gebouwtjes waar de oogst bewaard en gedroogd wordt. De vele kerken en kloosters bepalen ook het beeld van het Galicische erfgoed. Het historische stadje Cambados aan de kust is op zich al een monument. Tijdens mijn tocht maak ik een culturele ontdekkingsreis door de geschiedenis.

Ik wandel over prachtige routes langs oude watermolens, langs de loop van rivieren en door groene en schaduwrijke bossen. Zij bieden de mogelijkheid om van de schoonheid van het landschap te genieten. Galicië is groen en blauw, intens groen zijn de velden, bergen en bossen en vol blauw is de lucht en het water. Ook zijn er archeologische resten te zien van Keltische nederzettingen die meer dan tweeduizend jaar oud zijn.

In Galicië staan veel kloosters en kerken die van een grote culture en architectonische waarde zijn. Een daarvan is het cisterciënzer klooster van Armenteira uit de 12e eeuw. Een rustig plaatsje waar ik aan het einde van de dag beland. Over dit heiligdom gaat de legende van Sint Ero, een edelman die in een droom van Maria de opdracht kreeg om een klooster ter ere van haar te stichten en een godvruchtig leven te gaan leiden.

Traditionele luxe

Veel kenmerkende gebouwen in Galicië zijn de eerder genoemde “Pazo’s”, oude herenhuizen die de residentie waren van edelen en waarvan de meeste nu vaak musea of bodega´s zijn. Zij staan meestal in landelijk gebied en hebben goed verzorgde tuinen en zijn luxueuze inrichtingen. Een goed voorbeeld is de Pazo de Rubianes die officieel erkend is als een van de drie adellijke huizen van Spanje. De tuin staat vol bloemen waaronder talloze camelia´s en hortencia´s. Twee andere pazo’s die ik bezoek en zeer de moeite waard zijn zijn Vista Alegre in Vilagarcía en Fefiñáns die zijn naam heeft gegeven aan het belangrijkste plein in Cambados. Deze pazo heeft binnen zijn muren, een gerenommeerde bodega van albariñowijn.

Camino a Santiago

Er bestaan verschillende officiële routes die naar Santiago de Compostela lopen, waarvan de Camino Francés, Inglés, Portugués, de Ruta de la Plata en de Ruta del Mar het bekendst zijn. Alle routes hebben als eindbestemming de crypte van de apostel en zijn beeld, dat traditiegetrouw omarmd wordt. Wat veel mensen niet weten, is dat de oorspronkelijke en meest authentieke route door O Salnes loopt.

In het jaar 44 werd de Ría de Arousa bevaren door de boot die het lichaam van de apostel Jacobus vervoer, richting Compostela. Nadat hij in het Heilige Land onthoofd was, werd zijn lichaam door zijn discipelen Atanasio en Teodoro meegenomen. “Een engel bestuurde de boot en een ster was hun gids”, staat er geschreven. Zo kwamen ze aan voor de kust van Galicië, voeren de Ría de Arousa in en over de rivier de Ulla totdat ze in Santiago de Compostela aankwamen.

Vandaag de dag kun je vanuit plaatsje Vilagarcia de Arousa met een boot de rivier over varen in de voetsporen van de tocht die de discipelen met het lichaam van de heilige Santiago gemaakt hebben. Onderweg staat aan de oevers enorme cruxeiros (kruizen) die de koers aangeven. Uiteindelijk kom je aan bij het plaatsje Padron en dan is het nog 24 kilomter lopen, door de bergen, naar Santiago de Compostela.

De “Compostela” is het certificaat dat verklaart dat een pelgrim in Santiago is aangekomen. Hiervoor moet de pelgrim de credencial (stempelboekje) overleggen en aantonen dat hij minstens de laatste honderd kilometer heeft gelopen, of te paard heeft gedaan, of de laatste tweehonderd kilometer op de fiets. Tegenwoordig kun je de Camino de Santiago ook zeilend afleggen. In dat geval doe je El Camino a Vela en moet je minimaal 100 mijl afleggen. De geloofsbrief is geldig als er onderweg minstens twee stempels per dag gezet zijn. De credencial wordt uitgegeven door het Pelgrimskantoor, herbergen, verenigingen van Vrienden van de Camino, enz.

Door O Salnes lopen twee bijzondere Caminos de Santiago die bij mensen weinig bekend zijn. Zij vormen beiden een uitstekende optie om eens van de gebaande paden en het massatoerisme af te wijken en een Camino te doen die een stuk rustiger is. Het gaat hierbij om de Ruta del Padre Sarmiento en El Variante Espiritual.

Ken jij de mosselman?

Tijdens mijn dagen op O Salnes geniet ik dagelijks van de geweldige zeevruchten en schaal- en schelpdieren. Verser en smakelijker dan hier bestaan er naar mijn mening niet. Het is algemeen bekend dat de beste mariscos hier vandaan komen. Ik weet inmiddels ook waarom. Het leven van Galicië is aangepast aan het tij. Er staat een enorme stroming en iedere keer als het tij op komt vullen de rivieren zich met zeewater. Echter, zes uur later als het tij weer afneemt stroomt er zoet of brak water door de rivieren.

De zeevruchten krijgen dus enorm veel plankton en mineralen op hun bord en dat is de reden voor de geweldige smaak. Op de rivieren tref je enorme drijvende mosselkwekerijen aan. De mosselen groeien aan lange trossen touw die wel dertig meter lang in het water naar beneden hangen. Je kunt deze kwekerijen bezoeken en een halve dag met een kweker meelopen om mosselen te plukken. Diezelfde mosselen liggen een uurtje later dan alweer smakelijk op je bord.

Heiligen en heksen

Op de laatste dag bezoek ik een kleine kapel op een heuvel bij het strand van Sanxenxo. Als ik de kapel binnenkom krijg ik een rieten bezem in mijn handen gedrukt. De bedoeling is dat ik drie rondjes om het altaar met de heilige maagd Nuestra Señra da Lanzada veeg. Schijnbaar houdt het het boze oog en andere kwaadaardige energieën op afstand. Voor de zekerheid veeg ik de vloer rondom de maagd die streng toekijkt. Aan spannende verhalen over hekserij en toevaligheden die op je pad komen is in Galicië geen gebrek.

Dan rij ik terug naar mijn knusse hotel in Meaña voor lange avond traditionele legendes onder het genot van een uitbundige zeedis. Echter ook dit bezoek aan Galicië voelt weer als veel te kort. Ik ben vastbesloten om volgend jaar terug te komen om meer te ontdekken in het groen met blauwe paradijs in het noorden van Spanje.

Vanuit Santiago de Compostella ben je binnen 20 minuten per auto, bus of trein in de streek O Salnes.

Voor meer informatie kijk je op de website van de negen dorpen van de streek O Salnes

De smaak van Andalusië, smullen in iedere provincie

Andalusië zou je een culinair continent te midden van het omvangrijke Spaans Gastronomisch Universum kunnen noemen. Er bestaan maar weinig zulke gevarieerde keukens met ieder een eigen smaak als die van de acht Andalusische provincies.

Laten we een kijkje nemen en ontdekken welke gerechten of producten je niet mag missen als je in desbetreffende provincie bent. Waar je ook gaat eten, je proeft altijd de pure smaak van het land of de zee. In Spanje noemen we gerechten of restaurants met lokale producten ook wel KM 0 (kilometro cero).

Almeria

De keuken van Almeria is fantasierijk, onafhankelijk en origineel. Bovendien is het ook een gezonde keuken, met veel eigen tuinbouwproducten zoals de paprika waarvan de paprikapoeder gemaakt wordt die men in veel gerechten gebruikt, of de bekende La Cañana tomaat, en veel vis en zeevruchten aan de kust.

Het zijn kenmerkende elementen van het Mediterrane dieét, die samen met de olijfolie, de kazen uit de Alpujarras, de ham uit het plaatsje Seron in het binnenland en de streekwijnen het plaatje compleet maken.

De kazen uit Seron zijn ontzettend lekker, proef ze.

Cadiz

De keuken van Cadiz is een combinatie van zee, platteland en bergen. De keuken is net zo rijk en gevarieerd als de provincie waar hij toebehoort. Cadiz staat bekend om zijn artisjokken en kool, de bekende asperges van Alcala del Valle, en de paddenstoelen van Los Alcornales die worden gestoofd. Uit de groenten op het platteland onstaat de gazpacho.

Terwijl aan de kust vis zoals zeebrasem, zeetong, rode tonijn van Barbate (mijn lievelingsgerecht) en zeevruchten zoals de garnalen van SanLucar wereldbekend zijn, mag ook de pescaito frito, ofwel verschillende soorten gebakken vis, niet aan tafel ontbreken. In de Sierra wordt een goede olijfolie geproduceerd die naast ambachtelijke kazen en het vlees van het runderras Retinto de hoofdrol spelen. Ook de sherry´s uit Jerez verdienen een aparte vermelding.

De absolute topper aan de kust van Cadiz; Tartar van Rode Tonijn van Barbate

Cordoba

De Cordobeese keuken is uitgebreid en vol nuances. Deze verscheidenheid komt voornamelijk door de ligging van deze provincie. In de bergen leeft het Iberisch varken waarvan de heerlijke ham van Los Pedroches komt. Ook gebruikt men honing, kastanjes en groot wild uit het bos.

Van het platteland en de vlakten van de Guadalquivir komen olijfolie, wijn en azijn van de D.O Montilla Moriles. Ook de olijfolie van de Sierra Subbetica, met name van Priego de Cordoba wil ik apart vermelden. Men oogst in deze provincie sinaasappels van Palma, kweeperen van Puente Genil en perzikken van Almodovar. In heel Spanje zijn de koekjes en anijs uit Rute bekend en ook de kazen uit Zuheros. Traditionele gerechten zijn salmorjeo, Cordobeese flamequin en artisjokken a la montillana.

Een goede Salmorejo in Cordoba mag je echt niet overslaan

Granada

De uitgebreide gastronomie van Granada is het resultaat van een lange Moorse culturele erfenis en de unieke ligging en klimaat. Terwijl de Vega streek groenten en fruit levert, worden in het binnenland de lage temperaturen bestreden met stevige stoofschotels. Het vlees komt voornamelijk uit de Alpujarra, met als topper de jamon uit het hoog gelegen Trevelez.

De Costa Tropical zorgt voor verse vis en is de streek waar de tropische vrucht chirimoya gekweekt wordt. Ook in Granada maakt men olijfolie die de typische Alpujarra gerechten op smaak brengt. In het plaatsje Riofrio staat forel op het hoofdmenu en wordt biologische kaviaar verkocht.

Proef de tropische vruchten van de Costa Tropical

Huelva

Diversiteit is het kernwoord in de keuken van Huelva. Een gastronomie die het midden houdt tussen zee en bergen en soms vermengd is met culinaire tradities van de grensregio Extremadura of het buurland Portugal. Uitblinker in Huelva is de jamon de Jabugo, van het Iberisch varken. Ook de geitenkazen en paddenstoelen van de Sierra de Aracena mogen niet onvermeld blijven. Dit alles wordt vergezeld met wijnen van de D.O Condado de Huelva.

De zee is de andere grote provinciale voorraadkast en biedt veel vissoorten en zeevruchten. Vooral de witte garnaal uit Huelva is befaamd en ook de kleine pijlstaartinktvis mag niet op tafel ontbreken. Bovendien staat Huelva bekend om zijn heerlijke aardbeien die vanaf maart al verkrijgbaar zijn.

Witte Gambas met zeezout, om je vingers bij op te eten

Jaen

De gastronomie van Jaen weet de Romeinse (wijn, granen, olijfolie) en Moorse (gebak) erfenis te combineren met invloeden van de aangrenzende keuken van de regio Castilla La Mancha. Jaen staat grotendeels bekend om zijn enorme vlaktes met olijfbomen waar een voortreffelijke olie wordt geoogst. Met die olie bereidt men gerechten met gevogelte, hert, zwijn en varken die in de bergen leven. Ook wordt de olijfolie rijkelijk gebruikt bij salades, gazpachos en warme soepen. Bekend in Jaen is het stoofpotje andrajo. Doordat Jaen in het binnenland ligt, wordt de vis gemarineerd of gezouten; de bacalao, gezouten stokvis.

Om de maaltijd af te sluiten is er niets beters dan fruit uit de streek zoals kersen uit Castillo de Lucubin of perzikken uit Alcaudete.

Olijfolie uit Jaen is wereldbekend, ga eens naar een proeverij.

Malaga

De keuken van Malaga wordt gekenmerkt door de eenvoud van ingrediënten en de verscheidenheid van rijkdom van smaak. Traditie en moderniteit komen samen in een gastronomie die op een verrassende manier de bergen en de zee weet te combineren, met groenten, vis, peulvruchten en fruit in de hoofdrol. Gazpacho, salades, ajoblanco (een variant van de gazpacho op basis van amandelen en druiven) zijn zeer bekend.

Gebakken vis en espetos, aan spiesjes geregen sardientjes die door gloeiend houtskool worden gegrild, of de porra anteguerana zijn enkele gerechten die roem geven aan de goede keuken van Malaga. Natuurlijk wordt dit alles vergezeld door bekende wijnen uit de Sierra de Malaga, Axarquia en Sierra de Ronda.

De bekende vissersbootjes met espetos en andere gegrilde vissoorten

Sevilla

De gastronomische rijkdom en verscheidenheid van de provincie Sevilla is een mix van de traditionele Andalusische keuken en de moderne Mediterrane keuken. Deze mediterrane basis komt tot uiting in het gebruik van hoogwaardige olijfolie. Bekend is de most van druiven uit Aljaraje en Lebrija. Er is een grote verscheidenheid aan groenten en fruit. Maar ook rijst, peulvruchten en vlees van klein en groot wild en de ham en vleeswaren uit de Sierra Norte.

De kaart van Sevilla is rijk en biedt overheerlijke gerechten zoals huevos a la flamenca, soldaditos de pavia, menudo, stoofpotjes van stierenstaart en eend met rijst. De uitgebreide patisserie omvat de mantecados en polvorones van Estepa. Na de maaltijd wordt anijslikeur van Cazalla geschonken.

Arroz con Pato op de menukaart in Sevilla, een klassieker met eend en rijst uit de Guadalquivirstreek

Je ziet, er valt heel wat te smullen in de restaurants in Andalusië. Bovendien is het een supergezonde keuken met verse producten. Maak eens een culinaire reis door Andalusië en probeer de lekkerste gerechten! Het zal je opvallen dat er nauwelijks sauzen gebruikt worden. In Andalusië gaat het om de echte smaak van ieder ingrediënt en niet om smaakmakers. Buen provecho!

Zamora, middelpunt van Romaanse kunst en oude routes

Zamora wordt zonder te overdrijven ´het levende museum van de Romaanse kunst´ genoemd, vanwege de schitterende architectuur die de 12e eeuw op zijn vele opmerkelijke kerken en monumenten heeft achtergelaten. Het is strategisch gelegen op een heuvel aan de rivier de Duero. Deze overzichtelijke stad kun je gemakkelijk in één dag bezoeken om van daaruit andere gebieden in Castilla y Leon te ontdekken.

Het ligt bovendien aan de Ruta Via de la Plata (Zilverroute) en ook op het pad naar Santiago de Compostella. Het heeft een geweldige historische rijkdom, en vergeet ook niet om lekker uit eten te gaan en van de plaatselijke gerechten te proeven. Het fijne is, dat het een vrij rustige stad is, die nog steeds haar lokale en gezellige tintje niet heeft verloren.

Plaza Mayor

De Plaza Mayor, ligt in het centrum van de stad. Op dit plein zijn verschillende monumenten te zien, dus je moet hier echt even stoppen. Het oude stadhuis is een gebouw in platereske stijl. Voor dit gebouw staat het nieuwe gemeentehuis. Op het plein kun je ook de kerk van San Juan bezoeken, waarin het prachtige roosvenster en de romaanse stijl direct opvallen. In feite kunnen je deze plek gebruiken om de romaanse route door de stad te starten.

Kerken in Zamora

Als we iets kunnen zien in de stad Zamora, zijn het oude en goed bewaarde kerken. We hebben de kerk van Santa María la Nueva, met zijn oude doopvont. De kerk van La Magdalena dateert ook uit de twaalfde eeuw, vandaar het belang van de romaanse kunst in dit gebied. Dit is een van de belangrijkste kerken in de stad. Hier vlakbij staat de kerk van San Ildefonso, met een neoklassieke gevel.

Troncoso uitzichtspunt

Als je naar de Plaza de Arias Gonzalo gaat, kun je genieten van het geweldige uitzicht dat wordt aangeboden bij het uitzichtpunt Troncoso, over de rivier de Duero. Vanaf het uitkijkpunt kun je geweldige foto’s maken van de romaanse brug over de rivier. Het is de ideale plek om even te stoppen en even uit te rusten tijdens je bezoek.

Bovendien ligt in de buurt van dit gebied het huis van Arias Gonzalo, dat bekend staat als de Casa del Cid omdat er wordt gezegd dat dit de plek was waar de Cid Campeador opgroeide.

Zamora kathedraal

De kathedraal van Zamora is natuurlijk ook in romantische stijl. Met de tijd zijn er enkele andere details van verschillende stijlen zijn toegevoegd. Waaronder een merkwaardige koepel van Arabische invloed die niets te maken heeft met typische kathedralen, en minder met romaanse. Daarom is het een gemakkelijk te onderscheiden kathedraal. De Puerta del Obispo is de enige romaanse deur die vandaag bewaard is gebleven, dus het is ook van grote waarde. Je kunt het interieur bezoeken, waar zich het 12e-eeuwse klooster bevindt.

Het heeft een museum en verschillende kapellen. Op de eerste verdieping bevinden zich zalen met enorme wandkleden die in Vlaanderen gemaakt zijn rond 1500. Ze zijn schitterend van kleur en maken door hun afmeting enorme indruk.

Zamora kasteel

Er is helaas niet heel veel overgebleven van het Castillo de Zamora. Het ligt naast de kathedraal, en is te bezoeken. Je kunt een deel van de gracht en de oude muur zien, evenals enkele herstelde torens. Het paradeplein is te zien, hoewel het in puin ligt. Dit is een kasteel dat eerder als verdedigingsfort geldt. Onderdeel van het kasteel is het Baltasar Lobo Museum, gewijd aan deze lokale beeldhouwer.

Las Aceñas de Olivares

Deze bijzondere gebouwtjes zijn oude steenmolens gelegen in de rivier. Blijkbaar werkten ze eeuwen geleden maar raakten in onbruik en werden verlaten, totdat werd besloten ze te herstellen vanwege hun historische waarde en toeristische belang. Deze molens huisvesten tegenwoordig een bezoekerscentrum waar je wat meer te weten kunt komen over hun werking en ze ook van binnen kunt zien.

Paleis van de Momos

El Palacio de los Momos is een renaissancegebouw waarvan de vijftiende-eeuwse gevel bewaard is gebleven. Je kunt veel details van de Renaissance-gotische stijl zien. Momenteel is daar het Provinciaal Gerechtshof gevestigd en daarom staat het bekend als het Paleis van Justitie, hoewel er lang geleden een project was om er een luxe hotel van te maken. Let eens op de details van de ramen, waar dieren in steen zijn uitgehouwen.

Wat ga je eten in Zamora?

De Zamoranen houden van stevig eten. Typische gerechten zijn de Arroz a la Zamorana, een rijstschotel met vlees en orgaanvlees. El Cocido Zamorano, een stoofschotel met bonen of kikkererwten, Sopa de Ajo, knoflooksoep en Bacalao Zamorano, een stokvisgerecht dat specifiek tijdens de Semana Santa, de paasweek, wordt bereid.

Uiteraard moet de kaas uit Zamora proeven. En als het even kan ook kopen om mee naar huis te nemen. De schapenkazen van Zamora, hebben minimaal 100 dagen gerijpt en zijn bekend in heel Spanje. Ze hebben een pittige romige smaak. Ik ben er dol op!

Wat raad ik je aan om te doen vanuit Zamora?

  • De omgeving van Zamora verkennen en richting het schitterende plaatsje Fermoselle rijden, langs tal van meren.
  • Naar het noorden rijden naar het Middeleeuwse plaatsje Sanabria en niet ver daar vandaan wolven spotten in de bossen.
  • De wijnroute volgen van de Vinos de Zamora, die loopt door de hele provincie tot aan Salamanca
  • Vanuit Zamora de Santiagoroute lopen, dat is nog 353 km
  • Ten noorden van Zamora de prachtige stad Leon bezoeken.
  • Een bezoek brengen aan kaasfabriek Chillon, een familiebedrijfje van 3 generaties met een museum waar je kunt proeven of een workshop kaas maken kunt volgen.

Als Pelgrim over zee naar Santiago de Compostela

Er zijn veel manieren om de Camino de Santiago te ontdekken, normaal gesproken lopend, met de fiets, of te paard. Er bestaan zelfs vele Caminos de Santiago. Maar wist je dat een van die Caminos, de meest trouwe aan het oorspronkelijke pad, niet over land gaat maar over zee? Volgens overlevering zijn de overblijfselen van apostel Santiago over zee vervoerd en zo in Santiago de Compostela aangekomen. Via de monding van de rivier Arousa, vergezeld door zijn discipelen Teodoro en Atanasio in een boot.

Dat is de reden waarom de zeiltocht El Camino de Santiago a Vela al voor het zevende jaar is georganiseerd. Het is een route die, vooral in zijn laatste etappes, de oorspronkelijke route volgt waarover de stoffelijke resten van de apostel  werden vervoerd tot ze Santiago bereikten.

De zeilreis El Camino a Vela start vanuit Hondarribia in Baskenland en gaat via 13 zeiletappes langs de kust van Cantabria, Asturias tot aan de Riax Baixas in Galicië. Op dag 14 vaar je met een boot over de Rias Baixas terwijl enorme stenen cruxeiros xacobeos langs de oevers de richting aangeven. Op de laatste dag loop je de laatste 24 kilometer van het plaatsje Padron naar Santiago waar je de laatste stempel in je pelgrimsboekje kunt laten zetten en het beeld van de apostel Santiago in de kathedraal kunt begroeten.

Eelt op je handen

Afgelopen maand had ik het voorrecht om een aantal dagen met een select persgroepje deze spectaculaire Camino mee te varen. Aan boord van een Bavaria 42 ft voeren we langs de kust van Galicië die heel boosaardig kan zijn maar dit keer lieflijk kabbelde. Volgens de bemanning een hele opluchting want in de Golf van Biskaje was het zeilen met zwaar weer geblazen geweest.

Tientallen dolfijnen vergezelde ons én de andere 33 zeilschepen die aan de tocht deelnamen. Eenmaal in de haven kwamen de sterke verhalen los. Bovendien begonnen de schippers en bemanningsleden steeds meer uit te kijken naar het einddoel, om de Santiagotocht te voltooien en hun Compostella certificaat in ontvangst te nemen. Misschien denk je bij jezelf; een beetje zeilen, ja dat dat is gemakkelijk! Maar de zeereis zorgt wel voor blaren op je handen in plaats van op je voeten.

Mijn zeevrouwenbloed ging ook steeds sneller stromen. Helemaal toen ik het vertrouwen van schipper Fico had gewonnen en het roer over mocht nemen. Het gevoel dat er toen door me heen ging is nauwelijks te beschrijven. Voor me de immense zee, wat voelde ik me nietig… Genietend van het geluid van de golven. En tegelijk kwamen er honderden herinneringen van vroegere zeilreizen bij me naar boven. De schitterende zonsondergang met een groot glas koude Estrella Galicia maakte mijn ervaring compleet.

Tijdens de laatste zeiletappe van A Pobra naar Vilagarcia de Arousa werd de bemanning opvallend veel stiller. Geen stoere praatjes meer, de pelgrimstocht zat er bijna op. Dertien dagen op zee met 33 schepen. Om dit samen te beleven en met elkaar mee te maken is al bijzonder op zich. Bovendien was het dit jaar extra bijzonder omdat we in een Xacobeo-jaar zitten. Langs de kust zagen we steeds vaker perceberos aan het werk, om eendenmosselen van de rotsen te steken. En bij laag water de vrouwen met manden op het strand als kleine figuurtjes op zoek naar de beste kokkels, almejas en scheermesjes.

In Vilagarcia de Arousa kwam het moment dat we aan boord van een ander schip stapten voor de laatste mijlen over de rivier Arousa en Ulla. Even stilstaan bij de geschiedenis. Hier voer dus ooit het schip dat met de apostel vanuit Palestina was komen varen. De figuren op de achttien stenen cruceiros aan de oevers kijken eerbiedig op ons neer als we voorbij varen.

De laatste dag lopen we broederlijk naast elkaar de laatste kilometers door het schitterende Galicische landschap door El Valle del rio Sar. Omdat deze tocht minder bekend is, komen we op de route weinig andere pelgrims tegen. De hittegolf trotserend komen we badend in het zweet aan op La Plaza de Obradoiro en voegen ons bij de internationale drukte. Pelgrims van over de hele wereld, ieder met een eigen doel of beweegreden vereeuwigen zichzelf met hun mobiele telefoon met op de achtergrond de enorme kathedraal die speciaal voor het Xacobeo 2022 jaar is opgepoets. Het doel is bereikt, geëmotioneerd omarmen we elkaar, maar een gevoel van triomf maakt even later plaats voor melancholie…het is voorbij…

Na een feestelijk afscheidsdiner met zeemansliederen en zeemansverhalen is het voor mij nog niet helemaal afgelopen. Ik mag op deze persreis nog een paar dagen genieten van de omgeving van de rivier Arousa in de dorpjes van O Salnes. Over de schitterende historie, de wijn en verrukkelijke gastronomie volgt binnenkort een ander blog. Want er valt zoveel over te vertellen!

Praktische informatie

Ieder jaar wordt el Camino a Vela georganiseerd op een vaste datum met vertrek uit Hondarribia. Dit jaar vertrok de vloot zelfs vanuit La Rochelle en waren er opmerkelijk veel Franse schepen bij. De gezamenlijke tocht wordt gezeild om deze originele wijze hoe je El Camino óók kunt verwezenlijken, meer bekendheid te geven.

Je kunt deze spectaculaire reis in zijn geheel of gedeeltelijk met een eigen schip zeilen maken of aangemonsterd als bemanningslid op een van de geregistreerde zeilboten van de organisatie North Marinas. De tocht op eigen initiatief kun je uiteraard op elk moment van het jaar ondernemen.

De voorwaarden om het Compostela certificaat te verkrijgen zijn dat je minstens 100 mijl gezeild moet hebben en de laatste kilometers naar Santiago te voet aflegt. Onderweg ontvang je stempels van de organisatie Sail the Way in het pelgrimspaspoort die bewijzen dat je de havens hebt aangedaan. De Camino a Vela is sinds enkele jaren officieel erkend bij de Kathedraal als Santiagoroute.

Wil je meer informatie of zou je volgend jaar mee willen zeilen, dan kan ik je in contact brengen met de organisatie of één van de charterschepen die mee doen. Ik kan je verzekeren dat het een onvergetelijke ervaring is. Ik heb me zelfs voor volgend jaar alweer opgegeven!

Met speciale dank aan North Marinas, Asociacion ANEN, Mancomunidad O Salnes én het Spaans Verkeersbureau in Den Haag.

Bodega Menade, een Rueda ecowijngaard en experts op het gebied van biodiversiteit.

Het plaatsje Rueda, in de provincie Valladolid, kent enorm veel bodega´s. Ik heb er al heel wat bezocht en verschillende Ruedawijnen van de Verdejodruif geproefd. Dit keer ga ik, op aanraden,  op zoek naar Bodegas Menade. Hun wijnvelden liggen aan de rand van het stadje en als ik over een landweggetje aan kom rijden, zie ik het moderne gebouw met verticale begroeiing tussen de wijnranken opdoemen.

Ik heb een afspraak met Ivan, maar hij is nog bezig met een wijnproeverij die iets uitloopt. Gastvrij zet hij een koel glas Rueda en een tapa met heerlijke kaas voor me neer op het terras met uitzicht over het landgoed.

Een half uurtje later komt hij bij me zitten en begint Ivan, zoon van Spaans ouders uit de streek en opgegroeid in Belgie, te vertellen. Ivan spreekt een aardig woordje Nederlands, maar al snel gaan we weer over op het Spaans. Hij vertelt dat hij verantwoordelijk is voor de marketing en wijnproeverijen en al tientallen jaren in het wijnvak zit. Voorstander van ecologisch en duurzaam verbouwen en met passie voor zijn werk wijdt hij uit hij over het familiebedrijf waar hij zich deel van de familie voelt.

Bodegas Menade werd opgericht in 2005. Maar de nog jonge Alejandra, Marco en Richard zijn al de zesde generatie van een familie die zich toelegt op wijn.

De echte geschiedenis van de familie begon in 1820, toen de voorouders de wijngaard verbouwden op verschillende locaties die nu verbonden zijn aan de D.O. Rueda. De rijping van de wijnen vond plaats in wat tegenwoordig ‘Menade by Secala’ wordt genoemd, een ondergrondse kelder die aan het begin van de 19e eeuw in de rots is uitgegraven.

In die tijd waren er in het dorp La Seca tal van bodega´s, die bij het verstrijken van de tijd zijn ingestort en onmogelijk waren om te behouden.

‘Menade by Secala’ heeft haar oude architectuur behouden, het is een perfecte plek voor de vaten en flessen om in vrede te rusten omdat er het hele jaar door een homogene temperatuur en vochtigheid heerst.

Elk van de generaties van de familie begon hun wijnen te maken in deze oude winery en elk van hen had een baanbrekende visie op het gebied van kwaliteitswijnen. Maar aan het begin van de jaren 2000 besloten de twee broers en zus Sanz om hun eigen project te starten: Alejandra in export en communicatie, Marco in wijnbouw en Richard in oenologie. En alles gebaseerd op respect voor de natuur en een terug naar traditie.

Ivan neemt even pauze. Hij staat op en schenkt ons nog een glas in. Dan loopt hij naar de keuken en komt terug met een bord heerlijk verse lomo. Zo mals heb ik het geloof ik nog nooit gegeten. Dan gaat Ivan verder.

´De sleutel is om traditie en technologie te combineren. Een alliantie met de omgeving en profiteren van de hulpbronnen die het biedt. Bij Menade vervangen we chemische behandelingen door andere natuurlijke technieken, zoals planteninfusies van brandnetels en kaneel of wei, die meer respect hebben voor de bodem, de wijnstok en de gisting.´

De insecten die de Menade-wijngaard bevolken, zijn verre van vijanden, ze zijn trouwe bondgenoten in het voorkomen van plagen. Ze worden eerst gelokt met aromatische extracten om als roofdier te fungeren en rusten daarna uit in hun hotel en bestuivingstuinen vol aromatische planten waar insecten en reptielen in harmonie leven.Het ecosysteem van de boerderijen wordt aangevuld met een reeks verrijdbare struiken en bomen om de biodiversiteit in de wijngaard te verbeteren. Het resultaat is een multi-specifieke tuin die het hele jaar door leeft.

Al deze praktijken hebben invloed op het eindresultaat van de wijnen, want naast goed smaken, zijn ze ook nog eens gezond want de wijnen zijn vrij van allergenen en histamine. ´We zijn niet langer groen, we zijn natuurlijk,´ zegt Ivan vol trots.

WAAR 40 SOORTEN LEVEN

De zogenaamde bestuivingstuin van Bodegas Menade is één grote multi-specifieke tuin met inheemse soorten uit Castilla y León die het hele jaar door in leven is.  Om deze reden zijn vaste planten gebruikt om een ​​groot bloemencircuit te creëren voor alle soorten insecten.

In het grote insectenhotel logeren veertig representatieve soorten van verschillende lagen van het ecosysteem. Ook wordt er veel gewerkt met kruiden zoals lavendel, salie en verschillende soorten rozemarijn. Hoewel de grootste Menade bestuivingstuin dichtbij de winery in Rueda ligt, zijn er ook andere kleine insectenhotels op het landgoed.

De creatie van deze micro-ecosystemen biedt een leefgebied voor insecten en vogels die roofdieren zijn van andere insecten, die schadelijk zijn voor de trossen. Met andere woorden, de bloemensoorten worden ‘schuilplaatsen’, verbeteren de ecologische rijkdom en zorgen voor een evenwicht tussen flora en fauna.

MENADE BOERDERIJ

´Menade bruist van leven, we willen graag teruggeven aan onze omgeving wat de mens er ooit van nam.´ Bodega Menade staat voor Biodiversiteit. Elke ochtend wordt het team begroet door een paar Zamoran-ezels, genaamd Zamo en Rana. Twee prachtige ezels met lang haar, die veel plezier geven en helpen het kleine ecosysteem dat ze creëren nog meer levend te houden, ze trekken insecten aan en de wijngaard kan profiteren van hun organische mest.

Na dit mooie verhaal tijdens een wandeling door de wijngaard gaan we naar binnen en zet Ivan glazen klaar voor de proeverij. Ik zet de wijnen die we proeven even op een rij:

Menade Verdejo Organic, Nosso Natural Verdejo 2019, Menade Sauvignon Blanc organic, Menade Sauvignon Blanc dulce organic en Nossa Tempranillo natural. IK heb mijn keuze snel gemaakt en vind de Nosso Verdejo 2019 én de Menade Sauvignon Blanc de lekkerste. Ivan raakt niet uitgepraat. Hij neemt er alle tijd voor, maar na drie uur sta ik eens op. Dan maken we nog een snelle rondleiding door de ondergrondse bodega en rij ik terug naar mijn hotel.

De wijnen zijn online te bestellen via de website van Bodega Menade. Ook kun je online de proeverij reserveren. Slapen doe je in hotel Castilla Termal Olmedo op 20 autominuten van Rueda. Dan kun je na je proeverij heerlijk relaxen in hun balneario en mudejarspa. En tijdens het diner nog eens een andere Ruedawijn proberen.