Natte klei en oude tradities uit Ubeda

Op een warme septemberdag stap ik binnen bij een afgelegen pottenbakkersplaats die, volgens de verhalen, de oudste van Andalusië is. Langs de wanden hangen kleurrijke schalen en achter een aantal potten ontdek ik een bejaarde man die met een vlijmscherp mesje met verfijnde precieze vierkantjes uit een vers gedraaide vaas snijdt.

Achter hem klinkt klassieke muziek uit een antieke bestofte radio met enorme knoppen. De man begroet me zonder op te kijken. Geduldig maakt hij eerst zijn werkstuk af, zet dan zijn draaischijf stil en schudt mij zijn aarderood gekleurde hand. 

De Alfarero in zijn Alfar

Alfar Tito is ontstaan uit een lange lijn van ambachtslieden die verschillende generaties teruggaat. Met het aardewerk van zoon Pablo TITO en het aardewerkmuseum van vader Paco TITO wordt de aardewerktraditie levend gehouden, waarbij deze twee generaties nog steeds kunststukken en gebruiksvoorwerpen van klei maken.

De Alfar is gelegen aan de Calle Valencia in Úbeda, waar het aardewerkgilde van de stad in verre tijden werd opgericht, omdat er daarnaast waterbronnen en kleigroeven waren. Het woord Alfar komt uit het Moors en betekent letterlijk: pottenbakkersplaats. En Alfarero betekent; pottenbakker.

Terwijl Paco TITO opnieuw de draaischijf aanzet en zijn gerimpelde handen over een bonk natte klei op de draaitafel laat glijden vertelt hij: ´ In ons werk voelen we ons erg betrokken bij het authentieke ambacht van Ubeda. We voelen een verbintenis die gebaseerd is op respect en genegenheid voor onze voorouderlijke wortels. Bovendien hebben we de persoonlijke en artistieke behoefte om de traditionele werkwijze te behouden in een wereld waarin oude ambachten en ambachtslieden langzaam verdwijnen en uitsterven.´

Eeuwen van tradities

De van zijn voorouders geleerde technieken, die zich sinds zijn jeugd hebben vertaald in uren en uren toewijding, maken van Paco TITO, die je dagelijks als icoon in de werkplaats kunt vinden, een pottenbakker met persoonlijkheid. In werkelijkheid is hij ook de spil van het bedrijf. Zijn passie en zorg doen hem dromen, creëren en nieuwe manieren bedenken om moderne technologieën met traditie te combineren.

Zo maakt Paco TITO bijvoorbeeld met de hand een olijfblad met een gravure van de QR-code van de website van de prestigieuze biologische olie uit de streek. Zijn werken en bijdragen aan het Historisch Cultureel Erfgoed in kerken, herbergen, onderwijscentra en theaters tonen, naast zijn uitgebreide professionele carrière, zijn inzet om het ​​nobele pottenbakkersberoep staande te houden. Zijn werk heeft verschillende onderscheidingen gekregen.

Van vader op zoon

Na een tijdje schuifelt Paco naar een houten trap en roept zijn zoon. De achtenveertigjarige Pablo TITO, gehuld in een groezelige overal komt me begroeten en vergezelt me naar de werkplaats onder het museum. Hij groeide op tussen het aardewerk van zijn vader en grootvader tussen vuur en water en leerde het nobele pottenbakkersambacht van zijn vader Pablo TITO en zijn grootvader TITO van wie hij het respect om de familietraditie in ere te houden erfde. Pablo draait behendig wat simpele potten al voorbeeld terwijl rode spetters in het rond vliegen. Het is een nat en plakkerig werkje, dat pottenbakken. Daar heb ik nooit zo bij stil gestaan.

Ereplaats en opa´s droom

Ter afsluiting toont Pablo achter in de werkplaats de oven en werkbanken die vol staan met potten die nog gebakken moeten worden. Zijn vader laat het zware werk nu over aan zijn zoon en geniet ondertussen van zijn ereplaats in het centrum van het museum. Waar bezoekers langskomen voor een praatje en waar hij graag met ze op de foto gaat. Zijn grote hoop is nu gericht op zijn zestienjarige kleinzoon, die op de school van schone kunsten studeert. Zal hij de traditie voortzetten of zal hij kiezen voor de makkelijke weg van moderne technieken?

De werkplaats van Pablo TITO en het museum van Paco TITO zijn open voor publiek en je kunt de tachtigjarige vakman en zijn zoon dagelijkse aan het werk zien. Onder de werkplaats staat één van de weinige Spaans-Moorse ovens die nog in gebruik zijn in Spanje van meer dan vijfhonderd jaar oud. De kleipotten, die zorgvuldig binnen de oven opgestapeld worden, bakken bij temperaturen van wel 1000 graden Celsius.

Praktische informatie:

ALFAR PABLO TITO

Calle Valencia, 12

23400 ÚBEDA (Jaén)

Tel.: (+34) 953 75 14 96

Geopend:

Van maandag tot zaterdagochtend 8:30h. – 14:00h.

Van maandag tot zaterdagmiddag 16:30h. a 20:00h.

Feestdagen 10:00h. a 14:00h.

Waar in Malaga is de serie La Chica de la Nieve opgenomen?

De serie La Chica de la Nieve, naar het gelijknamige boek van Javier Castillo is een groot internationaal succes. De Netflix serie die in januari in première is gegaan, wordt in diverse landen bekeken en veel kijkers vertellen dat ze de serie zelfs in één dag uitkijken omdat ze niet kunnen wachten om te weten hoe het verhaal afloop. Ik heb er van genoten!

In de bestverkochte roman van de 35-jarige Javier Castillo, die geboren is in Mijas, verdwijnt de hoofdpersonage op de Thanksgiving-parade In New York. Voor de verfilming is gekozen voor de locatie Malaga. Om logistieke redenen, omdat het een Spaanse productie zou worden, moest er een stad gevonden worden die zou beantwoorden aan het genre thriller. Malaga als kuststad met een belangrijke haven en een internationale bevolking kwam als beste stad naar voren.

(Plaza de Constitucion)

Het verhaal begint in 2010, tijdens de optocht van de Drie Koningen als de kleine Amaya verdwijnt tussen de menigte. Het is een regenachtige 6 januari, een bijzondere en vreemd koude winter voor de stad. Een lange zoektocht begint, geleid door inspecteur Millán (Aixa Villagrán) in de voorhoede en de journalist in opleiding Miren Rojo (Milena Smit), geholpen door haar leraar, vriend en mentor, Eduardo (José Coronado). De actrice Milena Smit is overigens in Elche geboren en heeft een Spaanse moeder en Nederlandse vader.

(Museo Pompidou in Muelle Uno)

Voor wie de boeken van Javier Castillo heeft gelezen, zal de keuze voor Malaga duidelijk zijn. De Andalusische stad is een verrassend perfecte setting voor een thriller vol contrasten. Verrassend omdat er een ander Malaga wordt getoond, niet het gebruikelijke toeristische met gezellige terrasjes.

(Ciudad de Justicia)

“Málaga is een kosmopolitische stad, cultureel erg actief, maar het is ook erg traditioneel met diepgewortelde tradities en dat vonden we aantrekkelijk voor de serie”, vertelt regisseur Alberto Felez. “Er is ook veel contrast tussen het Málaga aan de kust, die we het meest op televisie zien, met een Málaga meer landinwaarts, op het platteland, in de bergen. Daarvoor werd de campo van Coin gebruikt.

(El Palo)

Het doel van het locatie- en productieteam was duidelijk: een heel ander Málaga laten zien. In die zin is een van de locaties die je het meest zult zien El Palo, een wijk met een visserstraditie die beantwoordde aan de esthetiek en eisen van de thriller. Het personage van de Globero woont daar en de fictieve redactiekamer van Diario Sur, waar Miren werkt, bevindt zich daar ook.

(Playa de Misericordia)

Iets verderop, in La Pelusa, woont Miren, de journalist. Een spectaculaire locatie van waaruit je heel Malaga kunt zien. En veel verder weg, is er opgenomen langs de kust, bij Playa de La Misericordia, waar het verlaten restaurant met thrillercharme is gevestigd, waar Miren en Eduardo een getuige ontmoeten.

(Plaza de Capuchinos)

Toch zijn ze niet helemaal vergeten om het meest bekende en frequente Málaga te belichten, maar zelfs die plekken zijn op een andere manier gefilmd. Opvallend is dat er weinig zon te zien is en dat schijnbaar niemand het in de zomer in Malaga warm heeft.

De stad wordt wat somber belicht. De haven verschijnt, het CAC, La Malagueta, de Paseo del Muelle Uno, het Pompidou en natuurlijk dat Plaza de la Constitución waar de verdwijning van het meisje plaatsvindt. Op de Plaza de la Constitución werd drie dagen lang gefilmd met tot wel 800 figuranten. Een vertoning die de stad, die al gewend is aan filmen, nog niet eerder had gezien.

(Milena Smit en Javier Castillo)

Voor mij was het de eerste keer dat ik een film zag met Milena Smit, hoewel ze geen debuut is. Zij werd in 2020 bekend door haar filmrol in No matarás, van David Victori.

(Milena Smit en Jose Coronado)

Verder ben ik groot fan van Jose Coronado. Ik kan je aanraden om de serie Vivir sin Permiso te kijken waarin hij een geweldige hoofdrol speelt.

Mocht je van dit soort spannende Spaanse series houden en heb je Amazon Prime dan kan ik je ook de serie Parot aanraden. Deze thriller met in de hoofdrol Adriana Ugarte vond ik zelfs nog beter dan La Chica de la Nieve wat het uitwerken van de personages betreft.

Het koninkrijk van Pedro Ximenez; Montilla Moriles

Een enorme piepende poort wordt geopend als ik in het dorpje Montilla aanbel bij Bodega Alvear. Deze bodega is een begrip in de regio. Niet zo vreemd, want het is een winery met een geschiedenis van wel 300 jaar oud! Als ik de oprit op kom rijden, valt onmiddellijk het statige karakter van de gebouwen me op. Ik parkeer mijn furgo op de patio en wordt hartelijk ontvangen door Inmaculada, de public relations van dit eeuwenoude familiebedrijf.

Alvear is een van de meest prestigieuze en internationaal erkende wijnmakerijen in Andalusië. Het wijnhuis heeft uitgestrekte wijngaarden gelegen in de beroemdste landgoederen van de Sierra de Montilla en Moriles in Córdoba.

In één oogopslag zie ik dat je deze bodega niet eventjes bezoekt. Vanaf de patio heb ik een mooi overzicht over de verschillende authentieke delen van de bodega tot aan de moderne ruimte waar de flessen machinaal worden gevuld en van etiketten worden voorzien.

Inmaculada neemt me eerst mee naar het oude gedeelte, de houten schuren met cementen tinajas waar wijn ligt te rusten. Ik ruik een zoetig alcoholisch aroma. Dan begint Inma te vertellen. Het verhaal begint eigenlijk in de 16e eeuw in een primitief landhuis in de bergen in het noorden van Spanje in Burgos. Daar woonde een eenvoudige familie Alvear die later verhuisden naar de Riojastreek.

Een lange geschiedenis

Juan Bautista García de Alvear y Garnica wordt geboren in Nájera in La Rioja in 1657. Deze personage werd burgemeester van de nobele staat Nájera, en tegelijk werd hij aan Córdoba toegewezen als beheerder van de koninklijke inkomsten. Daar trouwde hij met een adellijke dame uit Córdoba en uit dat huwelijk werd Diego de Alvear y Escalera geboren, de eerste van de wijnsaga.

Als Diego volwassen is, verhuist hij naar Montilla en daar, dichter bij hemel en aarde, groeit zijn liefde voor het platteland. Een passie ontstaat als hij de wijngaard aanlegt en in 1729 de Alvear-wijnmakerij bouwt. Een kleine en verborgen wijnmakerij in het nauwe labyrint van het dorpje Montilla.

In de loop van de tijd verwerft hij een grote stuk land in het gebied waardoor hij een van de grootste landeigenaren van de stad wordt. Met zijn zoon Santiago is hij dag en nacht in de weer met de wijnmakerij Montilla en aan het einde van die eeuw gaat er een eerste zending wijnen naar Engeland. De Engelsen zijn dol op de Pedro Ximenez wijn.

Een tijd land combineert hij zijn roeping als wijnbouwer met een gevaarlijk militair en politiek leven, als kapitein van het fregat “Mercedes”, dat zinkt tijdens de Slag bij Kaap Santa María door een aanval van de Engelsen. Daar is zelfs een roman over geschreven: Las dos vidas del Capitan.

Vanaf dat moment komt de persoon Foreman Billanueva in beeld, een assistent die Diego de Alvear en Ponce de León uit Argentinië hebben meegenomen en die hun vertrouwde voorman wordt. Bodegas Alvear heeft sinds zijn die tijd ​​tot de dag van vandaag altijd een belangrijke relatie onderhouden tussen Spanje en Argentinië. Foreman Billanueva markeert met zijn initialen de beste wijnen, en op deze manier word de Alvear-stijl gecreëerd.

Gedurende zijn 284-jarige geschiedenis heeft Bodegas Alvear zijn familiekarakter behouden en het eigendom van vader op zoon overgedragen en dat betekent dat het bedrijf vandaag in handen is van de achtste generatie. Alle opeenvolgende generaties hebben geleidelijk bijgedragen aan zowel de technische modernisering van de wijnmakerij als aan het behoud van het erfgoed.

Een boeiend verhaal dat me enorm intrigeert, maar Inma vindt dat ze genoeg heeft gepraat en na een wandeling door de wijngaard is het tijd om een flesje open te trekken. Ze neemt me mee naar een oude salon Don Diego waar foto´s en schilderijen van de hele dynastie de wanden bekleden. Er staat een gedekte tafel klaar met wel zes glazen. Dat belooft wat!

Montilla-Moriles, het koninkrijk van Pedro Ximénez

De belangrijkste wijnstok voor de Montillawijn is de Pedro Ximénez, die oorsponkelijk uit het Rijngebied komt, een witte druif die de unieke basis vormt van zijn zoete, fijne, oloroso en amontillado wijnen. Terwijl Inma de 3 Miradas serveert en we beginnen met de proeverij vertelt ze verder over het proces. De 3 Miradas vind ik persoonlijk vrij droog. Maar het volgende glas met een laagje Fino Capataz smaakt me al beter, maar bij de Palo Corto begin ik er in te komen en de smaak te waarderen.

De druiven worden over het algemeen verbouwd op kalkrijke bodems. In het gebied worden twee soorten onderscheiden: albarizas of alberos; zeer kalksteen en doorlatende bodems, waar de langste en meest evenwichtige rijpende druiven worden verkregen. En de ruedos, roodachtige bodems door de aanwezigheid van ijzer.

Vervolgens vindt in deze wijnen het wonder van rijping onder de flor-sluier plaats, een natuurlijk biologisch proces waarbij autochtone gisten zich op het oppervlak van de wijn ontwikkelen en een crèmekleurige laag vormen. Het is hetzelfde proces als bij de sherry-wijnen van Jerez. De activiteit van deze gisten geeft de wijn een eigenaardig aroma en smaak die heel anders is dan de oorspronkelijke. Om de ontwikkeling van deze gisten te bevorderen, worden de temperatuur en de vochtigheidsgraad in de kelders gehandhaafd en wordt slechts twee derde van de capaciteit van de vaten gevuld, zodat er voldoende vrije oppervlakte overblijft voor een optimale ontwikkeling van de “sluier”. De oudste fino’s worden, wanneer ze hun voedingscapaciteit voor de flor hebben uitgeput, amontillados genoemd en krijgen een gouden kleur.

Daarintegen wordt bij de olorosos deze ontwikkeling van de graansluier voorkomen door de vaten volledig te vullen. Op deze manier wordt veroudering teruggebracht tot de smaak die het eikenhout en de tijd op de wijn achterlaten. Als Inma na een Palo Cortado een Oloroso Catan voor me inschenkt, valt direct de donkere goudkleur op. Dit is een drankje waar ik wel van hou. Een tikje zoet, ideaal voor een combinatie met een kaas- en ham plankje.

Pedro Ximénez-wijn is een zoete en soepele wijn, hij ontstaat door de druiven lang in de zon te laten rijpen, de trossen worden uitgespreid op een bed van gevlochten espartogras waar de rozijnen langzaam worden gedroogd. Zodra de rozijnen zijn geperst, wordt een dichte most verkregen, een echt rozijnen sap. De speciale editie Pedro Jimenez 1729 die ik mag proeven is dan ook donkerbruin en wat mij betreft iets te zoet, het smaakt inderdaad naar rozijnen sap, maar dan met alcohol.

Hoe werken criaderas en soleras?

De vaten die worden gebruikt om de fino groot te brengen, hebben een inhoud van ongeveer 500 liter. Het voorkeurshout, vanwege zijn porositeit, is Amerikaans eiken. Nieuw hout mag nooit worden gebruikt.

De criadera die zich het dichtst bij de grond bevindt, is de solera; degene die zich er direct boven bevindt, eerste criadera; de volgende, tweede criadera enzovoort. Elke criadera bevat wijn van hetzelfde rijpingsniveau; de solera, degene met de meeste rijping, de eerste criadera, het volgende rijpingsniveau enzovoort tot aan de jongste criaderas.

Bodega Alvear vandaag de dag

Door de geschiedenis heen heeft Bodega Alvear zijn familiekarakter en eeuwenoude wortels behouden. De Alvears van vandaag zijn talrijk, er zijn momenteel meer dan 50 eigenaren, sommige managers van het bedrijf maken ook deel uit van de familie.

Alvear verkoopt zijn wijnen door heel Spanje, met als belangrijkste markt het Middellandse Zeegebied van Catalonië tot Algeciras. Het wijnhuis verkoopt 40% van zijn productie buiten de Spaanse grenzen aan meer dan 25 verschillende landen, waaronder Groot-Brittannië, Nederland, Japan, Canada en Australië.

Sinds kort zijn ze ook begonnen met een vermout van het huis en als ik die proef, ben ik meteen verkocht. Wat een aroma! Wat een smaak! Heel speciaal. Die moet mee naar huis, dat moet ik delen!

Ik mag het eigenlijk niet zeggen, want het wijnhuis staat bekend om zijn D.O wijnen van Montilla Moriles, maar als ik heel eerlijk ben, is deze vermout mijn grote favoriet.

Als ik denk dat de proeverij op zijn eind is gekomen, vergis ik me. Inma loopt even weg en komt even later terug met een ijskoude likeur van een heel speciale editie. Hiervan zijn maar een beperkt aantal flessen gebotteld. Ik geef toe, ook deze is heerlijk. Maar toch kan niet op tegen zijn voorganger.

Als ik op mijn horloge kijk, zie ik dat het bezoek ruim twee en half uur geduurd heeft. Het is tijd om op te stappen, maar voordat ik vertrek, lopen we nog even langs de winkel want een flesje vermout gaat er natuurlijk mee. Ik bedank Imma voor haar uitvoerige verhalen en de geweldige proeverij. Met nieuwe kennis en een andere kijk op de Pedro Ximenez wijnen stap ik in mijn furgoneta en start de motor. Echter, ik rij enkel de poort en de straat uit. Daar geniet ik in een taveerne van een uitstekende Cordobeese lunch en daarna doe ik een dutje in de furgo alvorens ik verder reis.

Praktische informatie:

Bodega Alvear ligt in het centrum van Montilla in de Calle Maria Auxiliadora 1.

Je kunt via de website informatie opdoen en voor diverse proeverijen reserveren. Bijvoorbeeld in de prachtige Don Diego zaal, waar ik was, maar ook in de wijngaard.

Voor reserveringen bel je naar (0034) 957.650100.

Leven met de getijden in O Salnés, Galicië

De eerste keer dat ik Galicië bezocht was zo´n tien jaar geleden. Uiteraard om de kathedaal van Santiago de Compostela te bezoeken. Ik vond het een fascinerend gebied en deze zomer kreeg ik de kans om terug te gaan. Galicië ligt in het noordwesten van Spanje en wordt omgeven door de Atlantische Oceaan en de Cantabrische Zee. Er heerst een gematigd klimaat en de rijke vegetatie en de grote variëteit aan oorspronkelijke flora en fauna maken Galicië tot een natuurlijk paradijs. Het gewest O Salnés ligt in het warmste deel van Galicië in de Rias Baixas. Het is een ideaal gebied om voortreffelijke stranden te ontdekken en kennis te maken met de hoogstaande gastronomie.

Als ik in de namiddag bij mijn accommodatie Quinta de San Amaro aankom, val ik meteen met mijn neus in de boter; ik kan direct aanschuiven bij een kookworkshop. Op tafel liggen netjes met schaaldieren en mosselen, er ligt een enorme arm van een pulpo en diverse verse groenten zorgen voor een kleurrijk stilleven. Kokkin Charo, die de workshop geeft, zet ons onmiddelijk aan het werk en schenkt ons een goed glas Albariño in, dé wijn uit deze streek in Galicië. Een uur later proef ik de lekkerse mosselen ooit. Gewoon gekookt in water! Niets toegevoegd! Om je vingers bij op te eten. Ook het zeemansrijstgerecht Arroz a la Marinera dat we met elkaar bereid hebben, is om te smullen!

Natuurparken en eilanden

De volgende dag ga ik op weg om de groene omgeving te verkennen.  Langs de Galicische kust liggen talloze eilanden. Een paar kleine eilanden met een bijzondere charme vanwege de intieme sfeer, en andere grotere eilanden waar de gewoonten en tradities van de zee tekenend zijn. Zonder twijfel is A Toxa het bekendste eiland van Galicië. Het is bekend op de zeep die er vandaan komt, La Toja, en om het kuuroord en casino. Vroeger kon je alleen per boot bij het eiland komen. Nu verbindt een smalle strook asfalt het eiland met het vasteland.

Ik trek verder naar een dorpje waar ik met een kleine boot de rivier wordt overgebracht naar het eiland Cortegada. Een eiland dat slechts 200 meter voor de kust van Vilagarcía de Arousa ligt en een rijke geschiedenis en het grootste laurierbos van Europa heeft. Het hoort bij het Nationale Park van de Islas Atlánticas dat in de top tien van de meeste bezochte parken in Spanje staat. Het park bestaat uit zes eilanden waarvan de Cies-archipel in de monding van de Ría de Vigo het bekendst is.

De archipel bezit een aantal prachtige stranden, een uniek vogelreservaat voor bedreigde vogelsoorten en een zeebodem van onschatbare waarde. De eilanden Ons vormen nog een ander authentiek natuurlijk paradijs. Je kunt de eilanden het hele jaar te bezoeken dankzij de regelmatige diensten van veerboten.

Eeuwen geschiedenis

Het erfgoed van een land wordt bepaald door zijn geschiedenis en identiteit. Galicië bezit een groot aantal religieuze monumenten die het verhaal vertellen van de geschiedenis door de jaren heen. Kenmerkende bouwwerken in deze streek zoals de “pazos” en de “hórreos” tonen onmiskenbaar de eigen identiteit van Galicië binnen Spanje. Ik kom ze overal onderweg tegen. Pazos zijn enorme landhuizen en Horreos zijn stenen gebouwtjes waar de oogst bewaard en gedroogd wordt. De vele kerken en kloosters bepalen ook het beeld van het Galicische erfgoed. Het historische stadje Cambados aan de kust is op zich al een monument. Tijdens mijn tocht maak ik een culturele ontdekkingsreis door de geschiedenis.

Ik wandel over prachtige routes langs oude watermolens, langs de loop van rivieren en door groene en schaduwrijke bossen. Zij bieden de mogelijkheid om van de schoonheid van het landschap te genieten. Galicië is groen en blauw, intens groen zijn de velden, bergen en bossen en vol blauw is de lucht en het water. Ook zijn er archeologische resten te zien van Keltische nederzettingen die meer dan tweeduizend jaar oud zijn.

In Galicië staan veel kloosters en kerken die van een grote culture en architectonische waarde zijn. Een daarvan is het cisterciënzer klooster van Armenteira uit de 12e eeuw. Een rustig plaatsje waar ik aan het einde van de dag beland. Over dit heiligdom gaat de legende van Sint Ero, een edelman die in een droom van Maria de opdracht kreeg om een klooster ter ere van haar te stichten en een godvruchtig leven te gaan leiden.

Traditionele luxe

Veel kenmerkende gebouwen in Galicië zijn de eerder genoemde “Pazo’s”, oude herenhuizen die de residentie waren van edelen en waarvan de meeste nu vaak musea of bodega´s zijn. Zij staan meestal in landelijk gebied en hebben goed verzorgde tuinen en zijn luxueuze inrichtingen. Een goed voorbeeld is de Pazo de Rubianes die officieel erkend is als een van de drie adellijke huizen van Spanje. De tuin staat vol bloemen waaronder talloze camelia´s en hortencia´s. Twee andere pazo’s die ik bezoek en zeer de moeite waard zijn zijn Vista Alegre in Vilagarcía en Fefiñáns die zijn naam heeft gegeven aan het belangrijkste plein in Cambados. Deze pazo heeft binnen zijn muren, een gerenommeerde bodega van albariñowijn.

Camino a Santiago

Er bestaan verschillende officiële routes die naar Santiago de Compostela lopen, waarvan de Camino Francés, Inglés, Portugués, de Ruta de la Plata en de Ruta del Mar het bekendst zijn. Alle routes hebben als eindbestemming de crypte van de apostel en zijn beeld, dat traditiegetrouw omarmd wordt. Wat veel mensen niet weten, is dat de oorspronkelijke en meest authentieke route door O Salnes loopt.

In het jaar 44 werd de Ría de Arousa bevaren door de boot die het lichaam van de apostel Jacobus vervoer, richting Compostela. Nadat hij in het Heilige Land onthoofd was, werd zijn lichaam door zijn discipelen Atanasio en Teodoro meegenomen. “Een engel bestuurde de boot en een ster was hun gids”, staat er geschreven. Zo kwamen ze aan voor de kust van Galicië, voeren de Ría de Arousa in en over de rivier de Ulla totdat ze in Santiago de Compostela aankwamen.

Vandaag de dag kun je vanuit plaatsje Vilagarcia de Arousa met een boot de rivier over varen in de voetsporen van de tocht die de discipelen met het lichaam van de heilige Santiago gemaakt hebben. Onderweg staat aan de oevers enorme cruxeiros (kruizen) die de koers aangeven. Uiteindelijk kom je aan bij het plaatsje Padron en dan is het nog 24 kilomter lopen, door de bergen, naar Santiago de Compostela.

De “Compostela” is het certificaat dat verklaart dat een pelgrim in Santiago is aangekomen. Hiervoor moet de pelgrim de credencial (stempelboekje) overleggen en aantonen dat hij minstens de laatste honderd kilometer heeft gelopen, of te paard heeft gedaan, of de laatste tweehonderd kilometer op de fiets. Tegenwoordig kun je de Camino de Santiago ook zeilend afleggen. In dat geval doe je El Camino a Vela en moet je minimaal 100 mijl afleggen. De geloofsbrief is geldig als er onderweg minstens twee stempels per dag gezet zijn. De credencial wordt uitgegeven door het Pelgrimskantoor, herbergen, verenigingen van Vrienden van de Camino, enz.

Door O Salnes lopen twee bijzondere Caminos de Santiago die bij mensen weinig bekend zijn. Zij vormen beiden een uitstekende optie om eens van de gebaande paden en het massatoerisme af te wijken en een Camino te doen die een stuk rustiger is. Het gaat hierbij om de Ruta del Padre Sarmiento en El Variante Espiritual.

Ken jij de mosselman?

Tijdens mijn dagen op O Salnes geniet ik dagelijks van de geweldige zeevruchten en schaal- en schelpdieren. Verser en smakelijker dan hier bestaan er naar mijn mening niet. Het is algemeen bekend dat de beste mariscos hier vandaan komen. Ik weet inmiddels ook waarom. Het leven van Galicië is aangepast aan het tij. Er staat een enorme stroming en iedere keer als het tij op komt vullen de rivieren zich met zeewater. Echter, zes uur later als het tij weer afneemt stroomt er zoet of brak water door de rivieren.

De zeevruchten krijgen dus enorm veel plankton en mineralen op hun bord en dat is de reden voor de geweldige smaak. Op de rivieren tref je enorme drijvende mosselkwekerijen aan. De mosselen groeien aan lange trossen touw die wel dertig meter lang in het water naar beneden hangen. Je kunt deze kwekerijen bezoeken en een halve dag met een kweker meelopen om mosselen te plukken. Diezelfde mosselen liggen een uurtje later dan alweer smakelijk op je bord.

Heiligen en heksen

Op de laatste dag bezoek ik een kleine kapel op een heuvel bij het strand van Sanxenxo. Als ik de kapel binnenkom krijg ik een rieten bezem in mijn handen gedrukt. De bedoeling is dat ik drie rondjes om het altaar met de heilige maagd Nuestra Señra da Lanzada veeg. Schijnbaar houdt het het boze oog en andere kwaadaardige energieën op afstand. Voor de zekerheid veeg ik de vloer rondom de maagd die streng toekijkt. Aan spannende verhalen over hekserij en toevaligheden die op je pad komen is in Galicië geen gebrek.

Dan rij ik terug naar mijn knusse hotel in Meaña voor lange avond traditionele legendes onder het genot van een uitbundige zeedis. Echter ook dit bezoek aan Galicië voelt weer als veel te kort. Ik ben vastbesloten om volgend jaar terug te komen om meer te ontdekken in het groen met blauwe paradijs in het noorden van Spanje.

Vanuit Santiago de Compostella ben je binnen 20 minuten per auto, bus of trein in de streek O Salnes.

Voor meer informatie kijk je op de website van de negen dorpen van de streek O Salnes

De smaak van Andalusië, smullen in iedere provincie

Andalusië zou je een culinair continent te midden van het omvangrijke Spaans Gastronomisch Universum kunnen noemen. Er bestaan maar weinig zulke gevarieerde keukens met ieder een eigen smaak als die van de acht Andalusische provincies.

Laten we een kijkje nemen en ontdekken welke gerechten of producten je niet mag missen als je in desbetreffende provincie bent. Waar je ook gaat eten, je proeft altijd de pure smaak van het land of de zee. In Spanje noemen we gerechten of restaurants met lokale producten ook wel KM 0 (kilometro cero).

Almeria

De keuken van Almeria is fantasierijk, onafhankelijk en origineel. Bovendien is het ook een gezonde keuken, met veel eigen tuinbouwproducten zoals de paprika waarvan de paprikapoeder gemaakt wordt die men in veel gerechten gebruikt, of de bekende La Cañana tomaat, en veel vis en zeevruchten aan de kust.

Het zijn kenmerkende elementen van het Mediterrane dieét, die samen met de olijfolie, de kazen uit de Alpujarras, de ham uit het plaatsje Seron in het binnenland en de streekwijnen het plaatje compleet maken.

De kazen uit Seron zijn ontzettend lekker, proef ze.

Cadiz

De keuken van Cadiz is een combinatie van zee, platteland en bergen. De keuken is net zo rijk en gevarieerd als de provincie waar hij toebehoort. Cadiz staat bekend om zijn artisjokken en kool, de bekende asperges van Alcala del Valle, en de paddenstoelen van Los Alcornales die worden gestoofd. Uit de groenten op het platteland onstaat de gazpacho.

Terwijl aan de kust vis zoals zeebrasem, zeetong, rode tonijn van Barbate (mijn lievelingsgerecht) en zeevruchten zoals de garnalen van SanLucar wereldbekend zijn, mag ook de pescaito frito, ofwel verschillende soorten gebakken vis, niet aan tafel ontbreken. In de Sierra wordt een goede olijfolie geproduceerd die naast ambachtelijke kazen en het vlees van het runderras Retinto de hoofdrol spelen. Ook de sherry´s uit Jerez verdienen een aparte vermelding.

De absolute topper aan de kust van Cadiz; Tartar van Rode Tonijn van Barbate

Cordoba

De Cordobeese keuken is uitgebreid en vol nuances. Deze verscheidenheid komt voornamelijk door de ligging van deze provincie. In de bergen leeft het Iberisch varken waarvan de heerlijke ham van Los Pedroches komt. Ook gebruikt men honing, kastanjes en groot wild uit het bos.

Van het platteland en de vlakten van de Guadalquivir komen olijfolie, wijn en azijn van de D.O Montilla Moriles. Ook de olijfolie van de Sierra Subbetica, met name van Priego de Cordoba wil ik apart vermelden. Men oogst in deze provincie sinaasappels van Palma, kweeperen van Puente Genil en perzikken van Almodovar. In heel Spanje zijn de koekjes en anijs uit Rute bekend en ook de kazen uit Zuheros. Traditionele gerechten zijn salmorjeo, Cordobeese flamequin en artisjokken a la montillana.

Een goede Salmorejo in Cordoba mag je echt niet overslaan

Granada

De uitgebreide gastronomie van Granada is het resultaat van een lange Moorse culturele erfenis en de unieke ligging en klimaat. Terwijl de Vega streek groenten en fruit levert, worden in het binnenland de lage temperaturen bestreden met stevige stoofschotels. Het vlees komt voornamelijk uit de Alpujarra, met als topper de jamon uit het hoog gelegen Trevelez.

De Costa Tropical zorgt voor verse vis en is de streek waar de tropische vrucht chirimoya gekweekt wordt. Ook in Granada maakt men olijfolie die de typische Alpujarra gerechten op smaak brengt. In het plaatsje Riofrio staat forel op het hoofdmenu en wordt biologische kaviaar verkocht.

Proef de tropische vruchten van de Costa Tropical

Huelva

Diversiteit is het kernwoord in de keuken van Huelva. Een gastronomie die het midden houdt tussen zee en bergen en soms vermengd is met culinaire tradities van de grensregio Extremadura of het buurland Portugal. Uitblinker in Huelva is de jamon de Jabugo, van het Iberisch varken. Ook de geitenkazen en paddenstoelen van de Sierra de Aracena mogen niet onvermeld blijven. Dit alles wordt vergezeld met wijnen van de D.O Condado de Huelva.

De zee is de andere grote provinciale voorraadkast en biedt veel vissoorten en zeevruchten. Vooral de witte garnaal uit Huelva is befaamd en ook de kleine pijlstaartinktvis mag niet op tafel ontbreken. Bovendien staat Huelva bekend om zijn heerlijke aardbeien die vanaf maart al verkrijgbaar zijn.

Witte Gambas met zeezout, om je vingers bij op te eten

Jaen

De gastronomie van Jaen weet de Romeinse (wijn, granen, olijfolie) en Moorse (gebak) erfenis te combineren met invloeden van de aangrenzende keuken van de regio Castilla La Mancha. Jaen staat grotendeels bekend om zijn enorme vlaktes met olijfbomen waar een voortreffelijke olie wordt geoogst. Met die olie bereidt men gerechten met gevogelte, hert, zwijn en varken die in de bergen leven. Ook wordt de olijfolie rijkelijk gebruikt bij salades, gazpachos en warme soepen. Bekend in Jaen is het stoofpotje andrajo. Doordat Jaen in het binnenland ligt, wordt de vis gemarineerd of gezouten; de bacalao, gezouten stokvis.

Om de maaltijd af te sluiten is er niets beters dan fruit uit de streek zoals kersen uit Castillo de Lucubin of perzikken uit Alcaudete.

Olijfolie uit Jaen is wereldbekend, ga eens naar een proeverij.

Malaga

De keuken van Malaga wordt gekenmerkt door de eenvoud van ingrediënten en de verscheidenheid van rijkdom van smaak. Traditie en moderniteit komen samen in een gastronomie die op een verrassende manier de bergen en de zee weet te combineren, met groenten, vis, peulvruchten en fruit in de hoofdrol. Gazpacho, salades, ajoblanco (een variant van de gazpacho op basis van amandelen en druiven) zijn zeer bekend.

Gebakken vis en espetos, aan spiesjes geregen sardientjes die door gloeiend houtskool worden gegrild, of de porra anteguerana zijn enkele gerechten die roem geven aan de goede keuken van Malaga. Natuurlijk wordt dit alles vergezeld door bekende wijnen uit de Sierra de Malaga, Axarquia en Sierra de Ronda.

De bekende vissersbootjes met espetos en andere gegrilde vissoorten

Sevilla

De gastronomische rijkdom en verscheidenheid van de provincie Sevilla is een mix van de traditionele Andalusische keuken en de moderne Mediterrane keuken. Deze mediterrane basis komt tot uiting in het gebruik van hoogwaardige olijfolie. Bekend is de most van druiven uit Aljaraje en Lebrija. Er is een grote verscheidenheid aan groenten en fruit. Maar ook rijst, peulvruchten en vlees van klein en groot wild en de ham en vleeswaren uit de Sierra Norte.

De kaart van Sevilla is rijk en biedt overheerlijke gerechten zoals huevos a la flamenca, soldaditos de pavia, menudo, stoofpotjes van stierenstaart en eend met rijst. De uitgebreide patisserie omvat de mantecados en polvorones van Estepa. Na de maaltijd wordt anijslikeur van Cazalla geschonken.

Arroz con Pato op de menukaart in Sevilla, een klassieker met eend en rijst uit de Guadalquivirstreek

Je ziet, er valt heel wat te smullen in de restaurants in Andalusië. Bovendien is het een supergezonde keuken met verse producten. Maak eens een culinaire reis door Andalusië en probeer de lekkerste gerechten! Het zal je opvallen dat er nauwelijks sauzen gebruikt worden. In Andalusië gaat het om de echte smaak van ieder ingrediënt en niet om smaakmakers. Buen provecho!

Zamora, middelpunt van Romaanse kunst en oude routes

Zamora wordt zonder te overdrijven ´het levende museum van de Romaanse kunst´ genoemd, vanwege de schitterende architectuur die de 12e eeuw op zijn vele opmerkelijke kerken en monumenten heeft achtergelaten. Het is strategisch gelegen op een heuvel aan de rivier de Duero. Deze overzichtelijke stad kun je gemakkelijk in één dag bezoeken om van daaruit andere gebieden in Castilla y Leon te ontdekken.

Het ligt bovendien aan de Ruta Via de la Plata (Zilverroute) en ook op het pad naar Santiago de Compostella. Het heeft een geweldige historische rijkdom, en vergeet ook niet om lekker uit eten te gaan en van de plaatselijke gerechten te proeven. Het fijne is, dat het een vrij rustige stad is, die nog steeds haar lokale en gezellige tintje niet heeft verloren.

Plaza Mayor

De Plaza Mayor, ligt in het centrum van de stad. Op dit plein zijn verschillende monumenten te zien, dus je moet hier echt even stoppen. Het oude stadhuis is een gebouw in platereske stijl. Voor dit gebouw staat het nieuwe gemeentehuis. Op het plein kun je ook de kerk van San Juan bezoeken, waarin het prachtige roosvenster en de romaanse stijl direct opvallen. In feite kunnen je deze plek gebruiken om de romaanse route door de stad te starten.

Kerken in Zamora

Als we iets kunnen zien in de stad Zamora, zijn het oude en goed bewaarde kerken. We hebben de kerk van Santa María la Nueva, met zijn oude doopvont. De kerk van La Magdalena dateert ook uit de twaalfde eeuw, vandaar het belang van de romaanse kunst in dit gebied. Dit is een van de belangrijkste kerken in de stad. Hier vlakbij staat de kerk van San Ildefonso, met een neoklassieke gevel.

Troncoso uitzichtspunt

Als je naar de Plaza de Arias Gonzalo gaat, kun je genieten van het geweldige uitzicht dat wordt aangeboden bij het uitzichtpunt Troncoso, over de rivier de Duero. Vanaf het uitkijkpunt kun je geweldige foto’s maken van de romaanse brug over de rivier. Het is de ideale plek om even te stoppen en even uit te rusten tijdens je bezoek.

Bovendien ligt in de buurt van dit gebied het huis van Arias Gonzalo, dat bekend staat als de Casa del Cid omdat er wordt gezegd dat dit de plek was waar de Cid Campeador opgroeide.

Zamora kathedraal

De kathedraal van Zamora is natuurlijk ook in romantische stijl. Met de tijd zijn er enkele andere details van verschillende stijlen zijn toegevoegd. Waaronder een merkwaardige koepel van Arabische invloed die niets te maken heeft met typische kathedralen, en minder met romaanse. Daarom is het een gemakkelijk te onderscheiden kathedraal. De Puerta del Obispo is de enige romaanse deur die vandaag bewaard is gebleven, dus het is ook van grote waarde. Je kunt het interieur bezoeken, waar zich het 12e-eeuwse klooster bevindt.

Het heeft een museum en verschillende kapellen. Op de eerste verdieping bevinden zich zalen met enorme wandkleden die in Vlaanderen gemaakt zijn rond 1500. Ze zijn schitterend van kleur en maken door hun afmeting enorme indruk.

Zamora kasteel

Er is helaas niet heel veel overgebleven van het Castillo de Zamora. Het ligt naast de kathedraal, en is te bezoeken. Je kunt een deel van de gracht en de oude muur zien, evenals enkele herstelde torens. Het paradeplein is te zien, hoewel het in puin ligt. Dit is een kasteel dat eerder als verdedigingsfort geldt. Onderdeel van het kasteel is het Baltasar Lobo Museum, gewijd aan deze lokale beeldhouwer.

Las Aceñas de Olivares

Deze bijzondere gebouwtjes zijn oude steenmolens gelegen in de rivier. Blijkbaar werkten ze eeuwen geleden maar raakten in onbruik en werden verlaten, totdat werd besloten ze te herstellen vanwege hun historische waarde en toeristische belang. Deze molens huisvesten tegenwoordig een bezoekerscentrum waar je wat meer te weten kunt komen over hun werking en ze ook van binnen kunt zien.

Paleis van de Momos

El Palacio de los Momos is een renaissancegebouw waarvan de vijftiende-eeuwse gevel bewaard is gebleven. Je kunt veel details van de Renaissance-gotische stijl zien. Momenteel is daar het Provinciaal Gerechtshof gevestigd en daarom staat het bekend als het Paleis van Justitie, hoewel er lang geleden een project was om er een luxe hotel van te maken. Let eens op de details van de ramen, waar dieren in steen zijn uitgehouwen.

Wat ga je eten in Zamora?

De Zamoranen houden van stevig eten. Typische gerechten zijn de Arroz a la Zamorana, een rijstschotel met vlees en orgaanvlees. El Cocido Zamorano, een stoofschotel met bonen of kikkererwten, Sopa de Ajo, knoflooksoep en Bacalao Zamorano, een stokvisgerecht dat specifiek tijdens de Semana Santa, de paasweek, wordt bereid.

Uiteraard moet de kaas uit Zamora proeven. En als het even kan ook kopen om mee naar huis te nemen. De schapenkazen van Zamora, hebben minimaal 100 dagen gerijpt en zijn bekend in heel Spanje. Ze hebben een pittige romige smaak. Ik ben er dol op!

Wat raad ik je aan om te doen vanuit Zamora?

  • De omgeving van Zamora verkennen en richting het schitterende plaatsje Fermoselle rijden, langs tal van meren.
  • Naar het noorden rijden naar het Middeleeuwse plaatsje Sanabria en niet ver daar vandaan wolven spotten in de bossen.
  • De wijnroute volgen van de Vinos de Zamora, die loopt door de hele provincie tot aan Salamanca
  • Vanuit Zamora de Santiagoroute lopen, dat is nog 353 km
  • Ten noorden van Zamora de prachtige stad Leon bezoeken.
  • Een bezoek brengen aan kaasfabriek Chillon, een familiebedrijfje van 3 generaties met een museum waar je kunt proeven of een workshop kaas maken kunt volgen.

Bodega Menade, een Rueda ecowijngaard en experts op het gebied van biodiversiteit.

Het plaatsje Rueda, in de provincie Valladolid, kent enorm veel bodega´s. Ik heb er al heel wat bezocht en verschillende Ruedawijnen van de Verdejodruif geproefd. Dit keer ga ik, op aanraden,  op zoek naar Bodegas Menade. Hun wijnvelden liggen aan de rand van het stadje en als ik over een landweggetje aan kom rijden, zie ik het moderne gebouw met verticale begroeiing tussen de wijnranken opdoemen.

Ik heb een afspraak met Ivan, maar hij is nog bezig met een wijnproeverij die iets uitloopt. Gastvrij zet hij een koel glas Rueda en een tapa met heerlijke kaas voor me neer op het terras met uitzicht over het landgoed.

Een half uurtje later komt hij bij me zitten en begint Ivan, zoon van Spaans ouders uit de streek en opgegroeid in Belgie, te vertellen. Ivan spreekt een aardig woordje Nederlands, maar al snel gaan we weer over op het Spaans. Hij vertelt dat hij verantwoordelijk is voor de marketing en wijnproeverijen en al tientallen jaren in het wijnvak zit. Voorstander van ecologisch en duurzaam verbouwen en met passie voor zijn werk wijdt hij uit hij over het familiebedrijf waar hij zich deel van de familie voelt.

Bodegas Menade werd opgericht in 2005. Maar de nog jonge Alejandra, Marco en Richard zijn al de zesde generatie van een familie die zich toelegt op wijn.

De echte geschiedenis van de familie begon in 1820, toen de voorouders de wijngaard verbouwden op verschillende locaties die nu verbonden zijn aan de D.O. Rueda. De rijping van de wijnen vond plaats in wat tegenwoordig ‘Menade by Secala’ wordt genoemd, een ondergrondse kelder die aan het begin van de 19e eeuw in de rots is uitgegraven.

In die tijd waren er in het dorp La Seca tal van bodega´s, die bij het verstrijken van de tijd zijn ingestort en onmogelijk waren om te behouden.

‘Menade by Secala’ heeft haar oude architectuur behouden, het is een perfecte plek voor de vaten en flessen om in vrede te rusten omdat er het hele jaar door een homogene temperatuur en vochtigheid heerst.

Elk van de generaties van de familie begon hun wijnen te maken in deze oude winery en elk van hen had een baanbrekende visie op het gebied van kwaliteitswijnen. Maar aan het begin van de jaren 2000 besloten de twee broers en zus Sanz om hun eigen project te starten: Alejandra in export en communicatie, Marco in wijnbouw en Richard in oenologie. En alles gebaseerd op respect voor de natuur en een terug naar traditie.

Ivan neemt even pauze. Hij staat op en schenkt ons nog een glas in. Dan loopt hij naar de keuken en komt terug met een bord heerlijk verse lomo. Zo mals heb ik het geloof ik nog nooit gegeten. Dan gaat Ivan verder.

´De sleutel is om traditie en technologie te combineren. Een alliantie met de omgeving en profiteren van de hulpbronnen die het biedt. Bij Menade vervangen we chemische behandelingen door andere natuurlijke technieken, zoals planteninfusies van brandnetels en kaneel of wei, die meer respect hebben voor de bodem, de wijnstok en de gisting.´

De insecten die de Menade-wijngaard bevolken, zijn verre van vijanden, ze zijn trouwe bondgenoten in het voorkomen van plagen. Ze worden eerst gelokt met aromatische extracten om als roofdier te fungeren en rusten daarna uit in hun hotel en bestuivingstuinen vol aromatische planten waar insecten en reptielen in harmonie leven.Het ecosysteem van de boerderijen wordt aangevuld met een reeks verrijdbare struiken en bomen om de biodiversiteit in de wijngaard te verbeteren. Het resultaat is een multi-specifieke tuin die het hele jaar door leeft.

Al deze praktijken hebben invloed op het eindresultaat van de wijnen, want naast goed smaken, zijn ze ook nog eens gezond want de wijnen zijn vrij van allergenen en histamine. ´We zijn niet langer groen, we zijn natuurlijk,´ zegt Ivan vol trots.

WAAR 40 SOORTEN LEVEN

De zogenaamde bestuivingstuin van Bodegas Menade is één grote multi-specifieke tuin met inheemse soorten uit Castilla y León die het hele jaar door in leven is.  Om deze reden zijn vaste planten gebruikt om een ​​groot bloemencircuit te creëren voor alle soorten insecten.

In het grote insectenhotel logeren veertig representatieve soorten van verschillende lagen van het ecosysteem. Ook wordt er veel gewerkt met kruiden zoals lavendel, salie en verschillende soorten rozemarijn. Hoewel de grootste Menade bestuivingstuin dichtbij de winery in Rueda ligt, zijn er ook andere kleine insectenhotels op het landgoed.

De creatie van deze micro-ecosystemen biedt een leefgebied voor insecten en vogels die roofdieren zijn van andere insecten, die schadelijk zijn voor de trossen. Met andere woorden, de bloemensoorten worden ‘schuilplaatsen’, verbeteren de ecologische rijkdom en zorgen voor een evenwicht tussen flora en fauna.

MENADE BOERDERIJ

´Menade bruist van leven, we willen graag teruggeven aan onze omgeving wat de mens er ooit van nam.´ Bodega Menade staat voor Biodiversiteit. Elke ochtend wordt het team begroet door een paar Zamoran-ezels, genaamd Zamo en Rana. Twee prachtige ezels met lang haar, die veel plezier geven en helpen het kleine ecosysteem dat ze creëren nog meer levend te houden, ze trekken insecten aan en de wijngaard kan profiteren van hun organische mest.

Na dit mooie verhaal tijdens een wandeling door de wijngaard gaan we naar binnen en zet Ivan glazen klaar voor de proeverij. Ik zet de wijnen die we proeven even op een rij:

Menade Verdejo Organic, Nosso Natural Verdejo 2019, Menade Sauvignon Blanc organic, Menade Sauvignon Blanc dulce organic en Nossa Tempranillo natural. IK heb mijn keuze snel gemaakt en vind de Nosso Verdejo 2019 én de Menade Sauvignon Blanc de lekkerste. Ivan raakt niet uitgepraat. Hij neemt er alle tijd voor, maar na drie uur sta ik eens op. Dan maken we nog een snelle rondleiding door de ondergrondse bodega en rij ik terug naar mijn hotel.

De wijnen zijn online te bestellen via de website van Bodega Menade. Ook kun je online de proeverij reserveren. Slapen doe je in hotel Castilla Termal Olmedo op 20 autominuten van Rueda. Dan kun je na je proeverij heerlijk relaxen in hun balneario en mudejarspa. En tijdens het diner nog eens een andere Ruedawijn proberen.

Negen bijzondere belevenissen in Extremadura

Extremadura werd jarenlang beschouwd als een streek die je beter kon mijden. Te heet, te droog, te lastig bereikbaar. Maar de nadelen van toen, zijn de voordelen van nu. Dankzij de rol aan de zijlijn van het grote toerisme, is de streek zichzelf gebleven met een bijna onaangetast landschap van ruige vlaktes, wilde bergen en verrassend groene dalen. Dit is Spanje zoals we het graag zien, met verstilde dorpen en mooie middeleeuwse steden, waar het leven nog altijd een versnelling langzamer gaat.

Platgetreden paden bestaan hier niet en reizend door de streek doe je de ene na de andere ontdekking. Van een Romeins theater tot een kapelletje dat net zo uitbundig is beschilderd als de Sixtijnse kapel. En van een hemel vol roofvogels tot een tafel met verfijnde streekproducten. Extremadura was in de 15de en 16de eeuw het land van de ontdekkingsreizigers die de wijde wereld introkken. Het is de hoogste tijd dat je de streek ontdekt.

Trujillo, in het spoor van de ontdekkingsreizigers

De beroemdste zoon van Trujillo, onwettig nog wel, staat in brons gegoten op het Plaza Mayor: Francisco Pizarro. Hij dankt zijn faam aan belangrijke overwinningen op de Inca’s waarna hij de stad Lima stichtte, de huidige hoofdstad van Peru. Het is opvallend hoeveel Spaanse ontdekkingsreizigers uit Extremadura komen.

De streek was relatief arm en zelfs als je van adel was had je niet veel keuze: een carrière in het klooster of het avontuur. Velen kozen voor de laatste optie, zeilden naar het westen en vernoemden nieuwe nederzettingen naar plaatsen uit hun geboortestreek zoals Mérida, Guadalupe en Medellin. Reis ze achterna langs de dorpen en stadjes waar hun roots liggen. Maar begin of eindig met een café solo op het plein van Trujillo!

Parque Nacional Monfragüe, roofvogels spotten

Hier is het niet de vraag óf je er roofvogels zult zien, maar hoeveel. Met alleen al honderden vale gieren rond de pieken van de Salto del Gitano is succes verzekerd. In grote groepen cirkelen de vogels om je heen. Soms zo laag dat je ze recht in de ogen kunt kijken. Behalve vale gieren zijn er onder meer zwarte ooievaars, slechtvalken, aasgieren en havikarenden. Monfragüe is het enige nationale park van Extremadura. Wie de geheimen wil leren kennen maakt er een tocht met een gids.

Wijn, kaas & ham, de streek op je tong

Te droog en te warm voor wijn van topkwaliteit? Dan moet je eens binnenlopen bij één van de kleine familiebedrijven en er een Verdejo of Tempranillo proeven. Zo eerlijk en puur wordt wijn op weinig plaatsen gemaakt. Onder kenners vormen de wijnen van Extremadura, de Ribera del Guadiana D.O, een goed bewaard geheim. Het geldt ook voor de regionale keuken die door de eeuwen heen is gevormd door Romeinse, Arabische, Joodse en Latijns-Amerikaanse invloeden.

Beroemd is de Jamón Ibérico de bellota Dehesa Extremadura, die aan strenge eisen moet voldoen om de kwaliteit te garanderen. Zo hebben de varkens vrij rondgelopen en zich tegoed gedaan aan onder meer eikels en kruiden. Andere gastronomische toppers zijn de Torta del Casar, een fijne schapenkaas. Maar ook gerookte paprika uit La Vera, zoete picota kersen uit Valle del Jerte, honing, lamsvlees en olijfolie. Het ondergeschoven kindje binnen de Spaanse gastronomie is ondertussen weer geliefd. Topkoks openen restaurants in de streek om er te kunnen koken met producten die uitblinken in smaak en eenvoud.

Cáceres, slenteren door het verleden

Het middeleeuwse hart van Cáceres is zo authentiek dat het werd gebruikt voor filmopnames van Game of Thrones. De jarenlang verwaarloosde oude stad, is tot in de puntjes opgeknapt en staat zelfs op de Unesco Werelderfgoedlijst. Je kunt er dwalen door smalle straatjes, stadspaleizen bezoeken en een toren beklimmen. Must see: het huis van conquistador Juan Cano de Saavedra en zijn vrouw Isabel, de dochter van de laatste Azteekse koning Montezuma.

Badajoz, de ongepolijste sfeer

Op het hoogste punt van de oude stad staan de muren van het Alcazaba, het voormalige Arabische fort van Badajoz. Hier begon de historie en de welvaart van de stad aan de Guadiana-rivier, met een moslim koninkrijk dat zich uitstrekte tot Lissabon. De stad is nog niet geofferd aan het toerisme en die ongepolijste sfeer geeft Badajoz karakter.

Mérida, bezoek de Romeinse metropool

Een theater, aquaduct, forum romanum, badhuis, tempel, amfitheater en een museum vol archeologische vondsten. Wandelend door Mérida, de hoofdstad van Extremadura, kom je het rijke Romeinse verleden vanzelf tegen. De stad groeide vanaf 25 voor Christus uit tot een Romeinse metropool op het kruispunt van de belangrijke handelswegen Salamanca-Sevilla en Toledo- Lissabon. Vooral het theater is prachtig. Als je er op één van de hogere banken gaat zitten, voel je de sfeer van toen. Je kunt je voorstellen hoe zo’n 6.000 mensen ademloos keken naar de voorstellingen. En tijdens het theaterfestival is dat nog steeds zo.

Minder verfijnd was het vermaak in het ernaast gelegen amfitheater. Daar vloeide het bloed van gladiatoren en roofdieren en werden grootse veldslagen nagespeeld. Het ‘Mérida Archeologische Ensemble’ staat op de Unesco Werelderfgoedlijst. Het zijn niet altijd de grote bezienswaardigheden die verrassen. Zo kun je tijdens een wandeling door de bergen zomaar tegen een boogbrug aanlopen. Of verandert het wandelpad in een oude Romeinse handelsweg met glanzende stenen, gepolijst door duizenden voeten die er door de eeuwen overheen zijn gelopen.

Roadtrip, zwerven en dwalen

Stofwolken waaien over knoestige velden, dorpen hebben zich verschanst op heuveltoppen en de vroege ochtendzon kleurt de velden goudgeel en de hemel zachtblauw. Ruimte… Lucht… Adem… Verder weg van de costa’s kun je in Spanje niet reizen. Hier op het platteland van Extremadura wordt de ware ziel van Spanje gekoesterd en zorgvuldig geconserveerd. Het netwerk van kleine weggetjes zit vol verrassingen.

Van toppers als Mérida (Romeins erfgoed) en Guadalupe (klooster) tot een verlaten finca of een bodega, die gasten welkom heet om de plaatselijke wijn te proeven. De authentieke schoonheid van Extremadura maakt dat stukje bij beetje de snelheid uit je lijf verdwijnt. Rijden en kijken. Stoppen en dwalen. Door verstild landschap, een mooi klein dorp of een kasteel dat machtig op een rotspunt staat. Haast heeft geen zin. Het zijn de elementen die het ritme bepalen.

Donkere luchten, sterren kijken

Als de zon achter de horizon is verdwenen en het langzaam donker wordt, verschijnen één voor één de sterren aan de hemel. Niet gehinderd door lichtvervuiling of bewolkte nachten lijkt er in Extremadura geen einde aan te komen. Vanaf diverse plaatsen kun je met het blote oog de Melkweg zien en tal van bekende en onbekende sterren. In de speciale brochure landscape of stars lees je wat de beste stargazing spots zijn. Twee plaatsen zijn internationaal erkend als Starlight Tourist Destination: Monfragüe en Gran Lago de Alqueva. Buenas noches!

Ermita de la Virgen del Ara, de Sixtijnse kapel

Vanuit het dorp Fuente del Arco voert een mooie weg de heuvels in. Rechtdoor gaat het naar de verlaten mijn van La Jayona en rechtsaf richting een kleine, eenvoudige kapel: de Ermita de la Virgen del Ara. Zodra je de zware houten deur van de kapel opent en over de drempel stapt, wandel je één groot schilderij binnen. Links, rechts, voor, achter, boven, alles om je heen staat vol taferelen uit de bijbel. De bijnaam is dan ook verdiend: de Sixtijnse Kapel van Extremadura.

Praktische informatie
Extremadura ligt in West-Spanje, ingeklemd tussen Madrid en de Portugese grens. De streek laat zich het beste ontdekken met de auto. Deze kan eventueel worden gehuurd op de dichtstbijzijnde internationale vliegvelden van Madrid en Sevilla.

De snelweg A-5 verbindt Madrid via Trujillo, Mérida en Badajoz met Portugal. Onderweg kun je afslaan naar onder meer Guadalupe, Plasencia en noord-Extremadura. De A-66, Ruta Via de la Plata, doorkruist Extremadura van noord naar zuid.

Zin in een Spaanse stedentrip met wat vitamine D?

Onlangs is er een onderzoek gepubliceerd over de Europeese steden met de meeste zonne-uren. Daaruit blijkt dat Spanje met wel zes bestemmingen in de top 10 staat van zonovergoten steden!

De voordelen van verantwoord genieten van de zon zijn het aanvullen van vitamine D en het ontwikkelen van een sterker immuunsysteem. Daarnaast kan het ervaren van meer zonnige dagen resulteren in een beter humeur en je simpelweg helpen meer van het leven te genieten!. Met behulp van gegevens van World Weather Online, zijn de gemiddelde aantal zonuren per maand geteld. Wie er zin in een stedentrip heeft en wel wat extra vitamine D kan gebruiken, heeft in Spanje de beste de keus. Ik zet de zes steden voor je op een rij:

Alicante – gemiddeld 349 uren zon per maand

Met stip op 1, Alicante de zonnigste stad van Europa! Met een gemiddelde van 349 uren zon per maand is Alicante de ultieme bestemming voor zonzoekende reizigers.

De stad staat bekend om haar prachtige Costa Blanca kustlijn, met uitgestrekte openbare stranden waar je kunt genieten van de zon op het zand of het water in kunt gaan om watersporten te beoefenen. Alsof het zonnige klimaat nog niet genoeg is, Alicante is ook nog eens een prachtige stad. Met een kleurrijk oud centrum, een overvloed aan musea en historische bezienswaardigheden, een verscheidenheid aan uitstekende restaurants en een bruisend nachtleven, heeft Alicante alle soorten reizigers iets te bieden.

Murcia – gemiddeld 346 uren zon per maand

Op de derde plaats staat Murcia, de hoofdstad van de gelijknamige regio in het
zuidoosten van Spanje. Het kustgedeelte van de regio staat eigenlijk bekend als de
Costa Cálida, wat zoiets als “warme kust” betekent, vanwege het microklimaat, waardoor de regio het hele jaar door warm en met warm water is.

De eindeloze stranden met kleine baaien zijn perfect om te zwemmen, watersporten te beoefenen en ontspannen te zonnebaden. De stad heeft ook een historisch stadscentrum en prachtige architectonische werken, waaronder de Plaza Cardenal Belluga.

Málaga – gemiddeld 345 uren zon per maand

En natuurlijk de stad Málaga aan de Costa del Sol, het hele jaar door een zeer geliefde bestemming, maar vooral tijdens de warme zomermaanden. Málaga’s moderne skyline is de thuisbasis van een verscheidenheid aan hotels en resorts die langs het zandstrand liggen, waardoor het perfect is voor een stedentrip met een strandoptie in de buurt. Málaga heeft ook veel cultureel aanbod, en in bovendien de geboorteplaats is van Pablo Picasso, dus zorg ervoor dat het Picasso-museum te bezoeken als je er bent!

Valencia – gemiddeld 343 uren zon per maand

Valencia staat op de zesde plaats van zonnigste steden in Europa met een gemiddelde
van 343 zonuren per maand per jaar. Deze havenstad aan de zuidoostkust van Spanje is een absolute aanrader als je een stedentrip wilt combineren met een strandvakantie.
Bezoek het beroemde museum van de Stad van Kunst en Wetenschap in Valencia, of
slenter door de straten en pleinen met tapasbars.

Probeer zeker paella als je er bent, want Valencia is de geboorteplaats van dit iconische gerecht. Zoek verkoeling met een kan Agua de Valencia, de typische cocktail van de stad, gemaakt op basis van cava of champagne, sinaasappelsap, wodka of gin.

Las Palmas – gemiddeld 341 uren zon per maand

We gaan verder naar de Canarische Eilanden en komen uit bij Las Palmas! De hoofdstad van het eiland Gran Canaria en de grootste stad op de Canarische Eilanden, is een populaire uitvalsbasis voor reizigers die de vulkanische eilanden willen verkennen. Dit is een ideale locatie tijdens de dalmaanden, aangezien de temperaturen in Las Palmas gemiddeld een behaaglijke 21 graden bedragen in bijvoorbeeld oktober en november. Playa de Las Canteras, een 2,5 km lang zandstrand, trekt het hele jaar door bezoekers.

Granada – gemiddeld 341 uren zon per maand

De mythische Spaanse stad Granada staat op de 9e plaats van deze ranglijst. Het
Nasrid-paleis is een van de highlights van het Alhambra, een kleine “stad” binnen in de
stad, vol romantiek, magie en mooie plekjes om van de oude historie te genieten..
Onder de uitlopers van de hoge toppen van de Sierra Nevada voert het historische
centrum van Granada je mee naar een fascinerend verleden waar een veelheid aan
culturen elkaar kruisen en perfect worden weerspiegeld in de architectuur en in het
dagelijkse leven van de stad.

Je kunt Granada niet verlaten voor je een wandeling door de smalle straatjes van de wijk Albaicín hebt gemaakt, waarna je na afloop getrakteerd wordt op een van de meest ongelooflijke zonsondergangen ter wereld. Of geniet van een magische wandeling over de Paseo de los Tristes naar Sacromonte met zijn mooie straatjes vol geuren en flamencosfeer.

Deze rangschikking werd gemaakt door het gemiddelde aantal zonne-uren per maand in elke stad voor de jaren 2009 tot 2021 te berekenen. In totaal werden de 300
dichtstbevolkte steden van Europa geanalyseerd. Met deze gegevens van World
Weather Online zijn vervolgens het gemiddelde aantal zonne-uren per maand berekend.

Bron: Meer informatie is te vinden op www.holidu.nl

Klik hier voor een tabel met gegevens van de top 30. In deze tabel vindt je nog eens 6 Spaanse bestemmingen met zonovergoten stad Sevilla op nummer 11.

Andalusië in 2022, van reizen naar Mars tot Rond de Wereld.

Andalusië heeft al jaren een leiderspositie op het gebied van nationaal toerisme. Maar nu er weer internationaal gereisd mag worden, hebben de diverse provincies hun actieplan gepresenteerd met als doel het buitenlands toerisme zo snel mogelijk weer binnen te halen.

Daarmee hebben ze drie doelen gesteld: aantonen dat het zuiden een veilige bestemming is, kwaliteit als stelregel en het aanbod van nieuwe toeristische producten.

Laten we bij het begin beginnen. Almería was altijd al trots op zijn nauwe relatie met de filmindustrie. Maar nu wil Almería een aantal nieuwe dingen laten zien: de unieke maagdelijke stranden die nog over zijn in deze provincie, de enige woestijn in Europa, het enige maritieme park ter land en een bekroonde bergketen op de top van La Ragua waar je kunt cross- langlaufen in de wintermaanden. Almeria hoopt zo het internationale toerisme te herstellen, de organisatie van belangrijke sportwedstrijden naar zich toe te trekken en reclame te maken voor andere bestemmingen.

Sport is een sterk argument om toeristen aan te trekken. Cádiz weet dit en heeft al jaren de aantrekkingskracht om op de eerste rij te staan ​​in het motorkampioenschap van Jerez, de Moto GP, maar ook de internationale surfboardtoernooien in Tarifa, de Cádiz Sail GP en de start van een etappe van de Vuelta Ciclista van Spanje in Sanlucar de Barrameda. Sanlúcar zal in 2022 bovendien een prominente rol spelen: het is de gastronomische hoofdstad van Spanje. Ook viert men de 500e verjaardag van de eerste reis om de wereld van Ferdinand Magellan en Juan Sebastián Elcano met het schip Nao Victoria.

In San Fernando belooft het flamenco-interpretatiecentrum Camarón de la Isla trouwens voor een uniek bezoek voor liefhebbers van Andalusische muziek en flamenco.

Córdoba belooft in 2022 twee belangrijke aantrekkingspunten: Allereerst een deel van het cruisetoerisme aantrekken dat aanmeert in Malaga. Echter de hoofdstad richt haar promotie ook op de Semana Santa,  én de gastronomie met betrekking tot de nieuwe restaurants met onderscheidingen en Michelinsterren die de chef-koks hebben behaald.

In Lucena en Priego trekt het culturele toerisme aan, dat verbonden is met de artistieke barokkunst in deze twee plaatsjes.

Mars op aarde

Huelva heeft plekken die werkelijk lijken op Mars. Dit is ook de titel van een ambitieus project dat de provincie Huelva in 2022 biedt. De setting is het Riotinto-mijnpark, het natuurgebied dat de meeste analogieën biedt met de rode planeet. Een grote investering heeft het mogelijk gemaakt om een station op het zogenaamde Mars op te zetten, waar je kennis kunt maken met de tests die astronauten uitvoeren en de geheimen te ontdekken die een ruimtevaartuig verbergt.

Riotinto’s link met de ruimte is niet nieuw: organisaties als de NASA, de European Space Agency of het National Institute of Aerospace Technology doen al jaren onderzoek in gebied. Bovendien testen ze op deze plaatsen de technologie waarmee de rode planeet kan worden bestudeerd.

Malaga was altijd zijn tijd al ver vooruit. Het was de eerste stad die zich realiseerde dat cultureel toerisme een buitengewone bron van inkomsten was, en creëerde diverse Musea van internationaal niveau. Ook lanceerde ze actief toerisme op de Caminito del Rey, La Gran Senda en de Senda Litoral.

Vorig jaar verwelkomden de provincie het grootste aantal nationale toeristen die naar Andalusië kwamen. Er wordt hard geinvesteerd om het internationale toerisme weer op gang te krijgen. Zo zijn er afspraken gemaakt met de belangrijkste luchtvaartmaatschappijen om het aantal vluchten te vermenigvuldigen. Een verniewd paradepaardje is de zogenaamde gouden driehoek van Marbella, Estepona en Benahavis, met eigentijdse haute cuisine , een verleiding voor de meest veeleisende Europese en Aziatische fijnproevers.

Er zijn ook provincies die zich richen op slowtravel. Sevilla is er daar één van. Sevilla, de hoofdstad van Andalusië, is in 2022 de magneet waar alle ogen op gericht zijn. Daarom zijn de contacten met luchtvaartmaatschappijen een van de doelen. Daarnaast heeft de provincie drie nieuwe toeristische projecten geopend, die vooral verband houden met spiritueel en religieus toerisme: de Benedictijnse weg, de wegen naar Guadalupe en de Orde van Malta in de provincie Sevilla.

Jaén biedt routes in haar natuurparken en routes over  de renaissance. Met initiatieven zoals Noches de Luz en los Castillos de Jaén, probeert Jaen het nationale en internationale toerisme te versterken. Dit jaar markeert bovendien de twintigste verjaardag van de Vía Verde del Aceite, een van de eerste Via Verde routes die in Spanje werd geopend.

Granada viert dit jaar de honderste verjaardag van de Cante Jondo, die Falla en Lorca in 1922 organiseerden in het Alhambra. Cultuur is rede nummer één voor de Spanjaarden om Granada te bezoeken. Maar de hoofdstad en provincie hebben ambitieuzere doelen gesteld om te proberen het internationaal toerisme weer terug te winnen. O.a de Verenigde staten en Japan. Men probeert de toeristen ervan te overtuigen dat de tijd is aangebroken om weer terug te komen naar Granada. Daarvoor bieden ze naast hun gebruikelijke culturele aanbod nieuwe projecten aan, zoals het onderwaterlevenmuseum in Almuñecar- La Herradura en het herstel van de oude suikerfabriek in Guadix.

Andalusië doet zijn uiterste best om het internationaal toerisme opnieuw te veroveren. Met innovatieve ideeën en strategieën, hun altijd gastvrije houding én een kleurrijk podium vol Alegria ben ik ervan overtuigd dat het ze zeker gaat lukken.