Leven met de getijden in O Salnés, Galicië

De eerste keer dat ik Galicië bezocht was zo´n tien jaar geleden. Uiteraard om de kathedaal van Santiago de Compostela te bezoeken. Ik vond het een fascinerend gebied en deze zomer kreeg ik de kans om terug te gaan. Galicië ligt in het noordwesten van Spanje en wordt omgeven door de Atlantische Oceaan en de Cantabrische Zee. Er heerst een gematigd klimaat en de rijke vegetatie en de grote variëteit aan oorspronkelijke flora en fauna maken Galicië tot een natuurlijk paradijs. Het gewest O Salnés ligt in het warmste deel van Galicië in de Rias Baixas. Het is een ideaal gebied om voortreffelijke stranden te ontdekken en kennis te maken met de hoogstaande gastronomie.

Als ik in de namiddag bij mijn accommodatie Quinta de San Amaro aankom, val ik meteen met mijn neus in de boter; ik kan direct aanschuiven bij een kookworkshop. Op tafel liggen netjes met schaaldieren en mosselen, er ligt een enorme arm van een pulpo en diverse verse groenten zorgen voor een kleurrijk stilleven. Kokkin Charo, die de workshop geeft, zet ons onmiddelijk aan het werk en schenkt ons een goed glas Albariño in, dé wijn uit deze streek in Galicië. Een uur later proef ik de lekkerse mosselen ooit. Gewoon gekookt in water! Niets toegevoegd! Om je vingers bij op te eten. Ook het zeemansrijstgerecht Arroz a la Marinera dat we met elkaar bereid hebben, is om te smullen!

Natuurparken en eilanden

De volgende dag ga ik op weg om de groene omgeving te verkennen.  Langs de Galicische kust liggen talloze eilanden. Een paar kleine eilanden met een bijzondere charme vanwege de intieme sfeer, en andere grotere eilanden waar de gewoonten en tradities van de zee tekenend zijn. Zonder twijfel is A Toxa het bekendste eiland van Galicië. Het is bekend op de zeep die er vandaan komt, La Toja, en om het kuuroord en casino. Vroeger kon je alleen per boot bij het eiland komen. Nu verbindt een smalle strook asfalt het eiland met het vasteland.

Ik trek verder naar een dorpje waar ik met een kleine boot de rivier wordt overgebracht naar het eiland Cortegada. Een eiland dat slechts 200 meter voor de kust van Vilagarcía de Arousa ligt en een rijke geschiedenis en het grootste laurierbos van Europa heeft. Het hoort bij het Nationale Park van de Islas Atlánticas dat in de top tien van de meeste bezochte parken in Spanje staat. Het park bestaat uit zes eilanden waarvan de Cies-archipel in de monding van de Ría de Vigo het bekendst is.

De archipel bezit een aantal prachtige stranden, een uniek vogelreservaat voor bedreigde vogelsoorten en een zeebodem van onschatbare waarde. De eilanden Ons vormen nog een ander authentiek natuurlijk paradijs. Je kunt de eilanden het hele jaar te bezoeken dankzij de regelmatige diensten van veerboten.

Eeuwen geschiedenis

Het erfgoed van een land wordt bepaald door zijn geschiedenis en identiteit. Galicië bezit een groot aantal religieuze monumenten die het verhaal vertellen van de geschiedenis door de jaren heen. Kenmerkende bouwwerken in deze streek zoals de “pazos” en de “hórreos” tonen onmiskenbaar de eigen identiteit van Galicië binnen Spanje. Ik kom ze overal onderweg tegen. Pazos zijn enorme landhuizen en Horreos zijn stenen gebouwtjes waar de oogst bewaard en gedroogd wordt. De vele kerken en kloosters bepalen ook het beeld van het Galicische erfgoed. Het historische stadje Cambados aan de kust is op zich al een monument. Tijdens mijn tocht maak ik een culturele ontdekkingsreis door de geschiedenis.

Ik wandel over prachtige routes langs oude watermolens, langs de loop van rivieren en door groene en schaduwrijke bossen. Zij bieden de mogelijkheid om van de schoonheid van het landschap te genieten. Galicië is groen en blauw, intens groen zijn de velden, bergen en bossen en vol blauw is de lucht en het water. Ook zijn er archeologische resten te zien van Keltische nederzettingen die meer dan tweeduizend jaar oud zijn.

In Galicië staan veel kloosters en kerken die van een grote culture en architectonische waarde zijn. Een daarvan is het cisterciënzer klooster van Armenteira uit de 12e eeuw. Een rustig plaatsje waar ik aan het einde van de dag beland. Over dit heiligdom gaat de legende van Sint Ero, een edelman die in een droom van Maria de opdracht kreeg om een klooster ter ere van haar te stichten en een godvruchtig leven te gaan leiden.

Traditionele luxe

Veel kenmerkende gebouwen in Galicië zijn de eerder genoemde “Pazo’s”, oude herenhuizen die de residentie waren van edelen en waarvan de meeste nu vaak musea of bodega´s zijn. Zij staan meestal in landelijk gebied en hebben goed verzorgde tuinen en zijn luxueuze inrichtingen. Een goed voorbeeld is de Pazo de Rubianes die officieel erkend is als een van de drie adellijke huizen van Spanje. De tuin staat vol bloemen waaronder talloze camelia´s en hortencia´s. Twee andere pazo’s die ik bezoek en zeer de moeite waard zijn zijn Vista Alegre in Vilagarcía en Fefiñáns die zijn naam heeft gegeven aan het belangrijkste plein in Cambados. Deze pazo heeft binnen zijn muren, een gerenommeerde bodega van albariñowijn.

Camino a Santiago

Er bestaan verschillende officiële routes die naar Santiago de Compostela lopen, waarvan de Camino Francés, Inglés, Portugués, de Ruta de la Plata en de Ruta del Mar het bekendst zijn. Alle routes hebben als eindbestemming de crypte van de apostel en zijn beeld, dat traditiegetrouw omarmd wordt. Wat veel mensen niet weten, is dat de oorspronkelijke en meest authentieke route door O Salnes loopt.

In het jaar 44 werd de Ría de Arousa bevaren door de boot die het lichaam van de apostel Jacobus vervoer, richting Compostela. Nadat hij in het Heilige Land onthoofd was, werd zijn lichaam door zijn discipelen Atanasio en Teodoro meegenomen. “Een engel bestuurde de boot en een ster was hun gids”, staat er geschreven. Zo kwamen ze aan voor de kust van Galicië, voeren de Ría de Arousa in en over de rivier de Ulla totdat ze in Santiago de Compostela aankwamen.

Vandaag de dag kun je vanuit plaatsje Vilagarcia de Arousa met een boot de rivier over varen in de voetsporen van de tocht die de discipelen met het lichaam van de heilige Santiago gemaakt hebben. Onderweg staat aan de oevers enorme cruxeiros (kruizen) die de koers aangeven. Uiteindelijk kom je aan bij het plaatsje Padron en dan is het nog 24 kilomter lopen, door de bergen, naar Santiago de Compostela.

De “Compostela” is het certificaat dat verklaart dat een pelgrim in Santiago is aangekomen. Hiervoor moet de pelgrim de credencial (stempelboekje) overleggen en aantonen dat hij minstens de laatste honderd kilometer heeft gelopen, of te paard heeft gedaan, of de laatste tweehonderd kilometer op de fiets. Tegenwoordig kun je de Camino de Santiago ook zeilend afleggen. In dat geval doe je El Camino a Vela en moet je minimaal 100 mijl afleggen. De geloofsbrief is geldig als er onderweg minstens twee stempels per dag gezet zijn. De credencial wordt uitgegeven door het Pelgrimskantoor, herbergen, verenigingen van Vrienden van de Camino, enz.

Door O Salnes lopen twee bijzondere Caminos de Santiago die bij mensen weinig bekend zijn. Zij vormen beiden een uitstekende optie om eens van de gebaande paden en het massatoerisme af te wijken en een Camino te doen die een stuk rustiger is. Het gaat hierbij om de Ruta del Padre Sarmiento en El Variante Espiritual.

Ken jij de mosselman?

Tijdens mijn dagen op O Salnes geniet ik dagelijks van de geweldige zeevruchten en schaal- en schelpdieren. Verser en smakelijker dan hier bestaan er naar mijn mening niet. Het is algemeen bekend dat de beste mariscos hier vandaan komen. Ik weet inmiddels ook waarom. Het leven van Galicië is aangepast aan het tij. Er staat een enorme stroming en iedere keer als het tij op komt vullen de rivieren zich met zeewater. Echter, zes uur later als het tij weer afneemt stroomt er zoet of brak water door de rivieren.

De zeevruchten krijgen dus enorm veel plankton en mineralen op hun bord en dat is de reden voor de geweldige smaak. Op de rivieren tref je enorme drijvende mosselkwekerijen aan. De mosselen groeien aan lange trossen touw die wel dertig meter lang in het water naar beneden hangen. Je kunt deze kwekerijen bezoeken en een halve dag met een kweker meelopen om mosselen te plukken. Diezelfde mosselen liggen een uurtje later dan alweer smakelijk op je bord.

Heiligen en heksen

Op de laatste dag bezoek ik een kleine kapel op een heuvel bij het strand van Sanxenxo. Als ik de kapel binnenkom krijg ik een rieten bezem in mijn handen gedrukt. De bedoeling is dat ik drie rondjes om het altaar met de heilige maagd Nuestra Señra da Lanzada veeg. Schijnbaar houdt het het boze oog en andere kwaadaardige energieën op afstand. Voor de zekerheid veeg ik de vloer rondom de maagd die streng toekijkt. Aan spannende verhalen over hekserij en toevaligheden die op je pad komen is in Galicië geen gebrek.

Dan rij ik terug naar mijn knusse hotel in Meaña voor lange avond traditionele legendes onder het genot van een uitbundige zeedis. Echter ook dit bezoek aan Galicië voelt weer als veel te kort. Ik ben vastbesloten om volgend jaar terug te komen om meer te ontdekken in het groen met blauwe paradijs in het noorden van Spanje.

Vanuit Santiago de Compostella ben je binnen 20 minuten per auto, bus of trein in de streek O Salnes.

Voor meer informatie kijk je op de website van de negen dorpen van de streek O Salnes