De serie La Chica de la Nieve, naar het gelijknamige boek van Javier Castillo is een groot internationaal succes. De Netflix serie die in januari in première is gegaan, wordt in diverse landen bekeken en veel kijkers vertellen dat ze de serie zelfs in één dag uitkijken omdat ze niet kunnen wachten om te weten hoe het verhaal afloop. Ik heb er van genoten!
In de bestverkochte roman van de 35-jarige Javier Castillo, die geboren is in Mijas, verdwijnt de hoofdpersonage op de Thanksgiving-parade In New York. Voor de verfilming is gekozen voor de locatie Malaga. Om logistieke redenen, omdat het een Spaanse productie zou worden, moest er een stad gevonden worden die zou beantwoorden aan het genre thriller. Malaga als kuststad met een belangrijke haven en een internationale bevolking kwam als beste stad naar voren.
(Plaza de Constitucion)
Het verhaal begint in 2010, tijdens de optocht van de Drie Koningen als de kleine Amaya verdwijnt tussen de menigte. Het is een regenachtige 6 januari, een bijzondere en vreemd koude winter voor de stad. Een lange zoektocht begint, geleid door inspecteur Millán (Aixa Villagrán) in de voorhoede en de journalist in opleiding Miren Rojo (Milena Smit), geholpen door haar leraar, vriend en mentor, Eduardo (José Coronado). De actrice Milena Smit is overigens in Elche geboren en heeft een Spaanse moeder en Nederlandse vader.
(Museo Pompidou in Muelle Uno)
Voor wie de boeken van Javier Castillo heeft gelezen, zal de keuze voor Malaga duidelijk zijn. De Andalusische stad is een verrassend perfecte setting voor een thriller vol contrasten. Verrassend omdat er een ander Malaga wordt getoond, niet het gebruikelijke toeristische met gezellige terrasjes.
(Ciudad de Justicia)
“Málaga is een kosmopolitische stad, cultureel erg actief, maar het is ook erg traditioneel met diepgewortelde tradities en dat vonden we aantrekkelijk voor de serie”, vertelt regisseur Alberto Felez. “Er is ook veel contrast tussen het Málaga aan de kust, die we het meest op televisie zien, met een Málaga meer landinwaarts, op het platteland, in de bergen. Daarvoor werd de campo van Coin gebruikt.
(El Palo)
Het doel van het locatie- en productieteam was duidelijk: een heel ander Málaga laten zien. In die zin is een van de locaties die je het meest zult zien El Palo, een wijk met een visserstraditie die beantwoordde aan de esthetiek en eisen van de thriller. Het personage van de Globero woont daar en de fictieve redactiekamer van Diario Sur, waar Miren werkt, bevindt zich daar ook.
(Playa de Misericordia)
Iets verderop, in La Pelusa, woont Miren, de journalist. Een spectaculaire locatie van waaruit je heel Malaga kunt zien. En veel verder weg, is er opgenomen langs de kust, bij Playa de La Misericordia, waar het verlaten restaurant met thrillercharme is gevestigd, waar Miren en Eduardo een getuige ontmoeten.
(Plaza de Capuchinos)
Toch zijn ze niet helemaal vergeten om het meest bekende en frequente Málaga te belichten, maar zelfs die plekken zijn op een andere manier gefilmd. Opvallend is dat er weinig zon te zien is en dat schijnbaar niemand het in de zomer in Malaga warm heeft.
De stad wordt wat somber belicht. De haven verschijnt, het CAC, La Malagueta, de Paseo del Muelle Uno, het Pompidou en natuurlijk dat Plaza de la Constitución waar de verdwijning van het meisje plaatsvindt. Op de Plaza de la Constitución werd drie dagen lang gefilmd met tot wel 800 figuranten. Een vertoning die de stad, die al gewend is aan filmen, nog niet eerder had gezien.
(Milena Smit en Javier Castillo)
Voor mij was het de eerste keer dat ik een film zag met Milena Smit, hoewel ze geen debuut is. Zij werd in 2020 bekend door haar filmrol in No matarás, van David Victori.
(Milena Smit en Jose Coronado)
Verder ben ik groot fan van Jose Coronado. Ik kan je aanraden om de serie Vivir sin Permiso te kijken waarin hij een geweldige hoofdrol speelt.
Mocht je van dit soort spannende Spaanse series houden en heb je Amazon Prime dan kan ik je ook de serie Parot aanraden. Deze thriller met in de hoofdrol Adriana Ugarte vond ik zelfs nog beter dan La Chica de la Nieve wat het uitwerken van de personages betreft.
In Andalusië bevinden zich diverse Pueblos Blancos. Cadiz is een van de provincies waarvan de Pueblos Blancos in veel reisgidsen en webpagina’s worden aanbevolen. Dit najaar reisde ik af naar het Natuurpark van Grazalema en bezocht de witte dorpjes in dit ruige natuurgebied.
Je kunt er uitstekend wandelen, heerlijk eten en de Moorse cultuur in de witte dorpen ontdekken. Maar ieder dorp heeft wel een bijzondere hotspot of traditie die het extra leuk maakt om te ontdekken. Ik trok er zes dagen voor uit en bezocht twee dorpen per dag. Van de een zul je waarschijnlijk wel eens gehoord hebben en de ander zal nieuw zijn omdat er nog weinig over is geschreven of verschenen. Hierbij mijn top 10 van Pueblos Blancos in het Parque Natural Sierra de Grazalema zoals ik ze ervaren heb.
El Bosque
Mijn uitgangspunt was el Bosque, een schattig wit dorpje, dat tegen de bergwand aangekleefd lijkt.ElBosque ligt eigenlijk aan de rand van het park van de Sierra de Grazalema, aan de oevers van de Majaceite rivier. Tussen en rondom de witte huizen van het dorp vind je dan ook veel groen en je kan er een bezoek brengen aan de mooie El Castillejo botanische tuin. Daarnaast lopen er vanuit El Bosque verschillende schitterende wandelrouteslangs de rivier en door het natuurpark. Ik maakte de wandeling langs de rivier naar het dorp Benamahoma. Deze wandeling gaat vals plat omhoog en heeft hier en daar wat houten traptreden. Het is heerlijk om in het najaar in dit bos langs de rivier te wandelen.
Benamahoma
Benamahoma is een betoverend bergdorpje, aan de zuidwestelijke hellingen van de vallei, 14 km ten westen van Grazalema. Wandelaars in de Sierra gaan bijna altijd door dit dorpje. Het is heel buitenlander vriendelijk en iedereen die je tegenkomt zegt vriendelijk Buenos Dias als ze in de straat gaan. Ik bracht een bezoek aan het ecomuseum Agua Olina van Benamahoma, verbaasde me over de Moorse poorten en de gouden koepel op de toren in het kleine dorpje en at heerlijke streekgerechten en kazen tegenover de toren in restaurant La Casa del Duende.
Grazalema
Een van de meest bezochte dorpjes in de Sierra. Het is hoog gelegen op 812 meter en vanuit het dorp heb je een schitterend uitzicht over de rode daken en het weids panorama van berggebied. Het is leuk om door de kronkelende steegjes te wandelen en het leven in slow motion te observeren. Grazalema staat bekend om zijn geweldige kazen, queso payoyo worden deze genoemd. Je bent niet in Grazalema geweest als je niet van deze kazen hebt geproefd. Of nog beter, bezoek de gezellige kaaswinkeltjes en neem wat lekkers mee naar huis.
Grazalema staat ook bekend om wollen producten van de wol van de zeldzame merinosschapen die in de bergen leven. Vanuit het dorp vertrekken veel wandelingen door het natuurgebied waarbij je de prachtige naaldbossen met zeldzame sparren, pinsapos, in de glooiende heuvels van het park leert kennen.
Villa Martin
Op mijn roadtrip door de Sierra kwam ik langs Villa Martin. Een niet veelzeggend dorpje, maar er was me verteld dat er een prachtig yoga retreat centre buiten het dorp zou liggen. Via een landweg bereikte ik het Suryalila centrum en werd hartelijk ontvangen met zelfgemaakte chocolademelk. In een enorme koepel, vergelijkbaar met een yurt woonde in een prachtige yogasessie bij. Stiekem hield ik wel mijn ogen open, want het uitzicht over de vallei was zo mooi! Je kunt de hele dag op het landgoed vertoeven en bijvoorbeeld genieten van een vegetarische maaltijd. Persoonlijk vond ik het allemaal té Engels georiënteerd en eerlijk gezegd ben ik daar en beetje allergisch voor, we wonen in Spanje. Maar het yogamomentje in de schitterende koepel heeft me wel goed gedaan.
Prado del Rey
Ook dit is een dorp waar weinig te beleven valt, maar iets buiten het centrum ontmoette ik Jose Antonio eigenaar van de zoutpannen Salinas de Iptuci. Een waar wonder, want op deze plek midden in de bergen komt zomaar uit een bron zout water omhoog. En daar maakten de Feniciërs en Romeinen al gebruik van. Jose Antonio neemt me mee naar de bron waar heel langzaam zout water naar boven bubbelt. Vanaf die plek loopt het water over naar verschillende banken. Zijn opa en grootvader leerde Jose Antonio hoe het zoutdrogingsproces in zijn werk gaat en dat je er drie verschillende vormen van zout uit kunt winnen. Allereerst zoutschilfers, escamas, die het goed doen op salades en vleesgerechten, vervolgens Flor de Sal, dat ´s morgens bij het ochtendgloren gewonnen wordt en als laatste het grove zout dat bruikbaar is voor verschillende doeleinden in de keuken.
Chefkoks als Angel Leon en andere bekenden komen speciaal naar las Salinas de Iptuci om hoogwaardig en met de hand gewonnen zout voor hun gerechten te kopen.
Ubrique
Wie Ubrique zegt heeft het over leer. Weer zo´n klein wonder, want in dit verscholen dorpje in de Sierra de Grazalema worden luxe handtassen en andere accessoires van leer gemaakt. Alles in Ubrique draait namelijk om dit natuurlijke materiaal. Iedereen die er woont, leeft voor en van het materiaal door het te bewerken tot luxe handtassen, portefeuilles en ceinturen dat vaak al jarenlang van generatie op generatie zijn doorgegeven. Er zijn nog leerbewerkers die hetzelfde ambacht al van kinds af aan uitoefenen. Die ambachtslieden werken bij een van de ruim 100 leerfabrieken die Ubrique telt.
Er wordt behoorlijk geheimzinnig gedaan over de fabriekjes én in het leermuseum want het publieke geheim is dat grote modemerken uit Madrid, Parijs en Milaan hier hun lederwaren laten maken. Namen als Chanel, Givenchy, Lanvin, Lacroix, Louis Vuitton, Cartier, Loewe Carolina Herrera en Gucci komen hier met hun ontwerpen langs om luxe artikelen te laten fabriceren.
Je mag in de fabrieken en in het museum dan ook geen foto´s maken want wat hier gebeurd is strikt geheim en werknemer moeten zelfs een geheimhoudingsverklaring tekenen! Het is niet de eerste keer dat ik Ubrique bezoek, natuurlijk kan ik het niet laten en ik verlaat het dorpje met een schitterende nieuwe leren tas.
Benaocaz
Vanaf het kleine bergdorpje Benoacaz loopt er een oude Romeinse weg de Calzada Romana naar Ubrique. Ik liep deze route in de herfst en dan is het extra mooi i.v.m. de herfstkleuren. De tocht gaat grotendeels over een eeuwenoud breed wegdek van oude keien dat de Romeinen hebben aangelegd. Je loopt door een typisch kalksteen- en karstlandschap, met steeneikbossen en mediterrane vegetatie.
Je verlaat Benaocaz via de Avenida de Cadiz, en langs de hoofdweg vind je de start van de route bij een informatiebord ; Sendero Calzado Romana. Vervolgens is de route goed gemarkeerd. Het eerste deel voert over een smal pad, tot je op een gegeven moment op de echte brede Romeinse weg terecht komt. De weg blijft breed en na ca. een uur kom je bebouwing tegen en wandel je Ubrique binnen.
El Gastor
El Gastor ligt op 131 kilometer van Cádiz, de hoofdstad van de provincie aan de kust. El Gastor staat bekend als het balkon van de witte dorpen, dit komt vooral door de prachtige uitzichten vanaf de toppen van Las Grajas en Algarí. Een must see zijn de Dolmenen van El Gastor, maar ook het dorpje is leuk om doorheen te wandelen en om een terrasje te pakken en het museum Jose Maria El Tempranillo te bekijken.
Een mooie wandelroute loopt van El Gastor-Dolmen del Charcón-Mirador Buitreras-Pico Las Grajas naar Pico Algarin. Vanuit het dorp Gastor kun je genieten van enorme verlaten boerderijen en een prachtig uitzicht op de enorme hoeveelheid gieren. Ik kan je deze wandeling echt aanbevelen.
Zahara de la Sierra
Dit is echt een van mijn favoriete dorpen in dit gebied. Ik denk dat dat komt door het geweldige uitzicht over het blauwe stuwmeer van Zahara. Je hebt vanaf het dorp een prachtig uitzicht over de omgeving en het kasteel. In het najaar, het laatste weekend van oktober vindt er het feest van de overheersing plaats. Moros y Cristianos symboliseert dat in 1483 de Moren verdreven werden en Zahara toebehoorde aan het Spaanse koninkrijk.
Iets buiten Zahara ligt een olijfolieperserij Oleo Viride waar ecologische olijfolie geperst wordt. De eigenaar maakt ook een eigen rode en witte wijn en een pittige vermout. Je kunt er terecht voor een olijfolieproeverij en kijken hoe het persen in zijn werk gaat. Bij de proeverij horen ook hapjes of als je wilt kun je een boerenlunch in de tuin bestellen met lokale kazen en een speciale soep met de naam Sopa Hervida. Ik zou wel even van tevoren reserveren.
Olvera
Olvera is ook nog zo´n parel! Je ziet dit witte dorp al van veraf liggen omdat de kerk en het kasteel hoog op de berg boven het dorp uitsteken. De burcht bevindt zich op het punt van Olvera waar je een prachtig uitzicht hebt over het Andalusische landschap. Vanaf deze burcht kun je de historische frontlinie van kastelen zien welke ooit de Moslim machten scheidde van de Spaanse christenen. Toegang tot het kasteel vind je via de Calle Calzada. Dit was de enigste ingang en daarmee werd het dus moeilijker om de burcht te veroveren. Er zijn twee punten waarmee deze burcht zich onderscheid ten opzichte van alle andere in de provincie. Allereerst de vierkante toren met schietgaten en de ronde toren met een betegeld dak.
Hoewel het een ruïne was, bevind het zich nu in een redelijk goede gerestaureerde staat. Ook is er een museum bij gelegen. Een bezoek zeker waard, al was het al wegens het machtig mooie uitzicht. De gemeente Olvera is de huidige eigenaar van de burcht. Men heeft het enkele jaren geleden overgenomen van de familie die het in bezit had.
Vanaf Olvera kun je ook een schitterende fietstocht maken over de Via Verde de la Sierra, een van de meest geliefde Vias Verdes van Spanje.
Setenil de las Bodegas
Dit is misschien wel een van de bekendste witte dorpen van de provincie Cadiz. Het ligt niet ver van Ronda en dankt zijn bekendheid aan publicaties in magazines zoals Traveler en National Geografic.
Setenil de las Bodegas heeft een rijke geschiedenis en deze laat zich overal in het dorp zien. Het lijkt wel één groot openluchttheater wanneer je hier rondwandelt. Het oude Kasteelen het fort van Setenil domineren de stad vanaf een heuvel. Hier vindt je ook de prachtige kerk Nuestra Señora de la Encarnación. Daarnaast liggen er een aantal spectaculaire hermitages voor het oprapen, die allemaal even fotogeniek zijn.
Het spectaculaire netwerk van grotten en kliffen, is nog wel het meest bijzondere aan het stadje. De Cueva del Sol en de Cueva de la Sombra zijn de twee belangrijkste straten. Beide zijn gebouwd onder de rotsen en worden van elkaar gescheiden door de rivier Guadalporcún. In de eerste straat schijnt altijd de zon, terwijl in de tweede straat altijd schaduw te vinden is. In beide straten liggen veel gezellige restaurants en cafés met terrassen onder de rotsblokken.
Toen ik in Setenil was, werd juist ook het Moros y Cristianos feest gevierd. Het hele dorp was bij het evenement betrokken en iedereen speelde vol passie zijn rol in het verhaal.
Praktische informatie
De witte dorpen zijn vanuit Malaga of Cadiz gemakkelijk te bereiken. Hou er met de afstanden rekening mee dat het gebied erg bergzaam is met slingerende wegen waar je de tijd voor moet nemen. Je kunt gemakkelijk twee of drie dorpjes per dag bezoeken en overal kun je uitstekend lokaal eten en zijn er overnachtingsmogelijkheden.
Er zijn in dit gebied natuurlijk nog veel meer witte dorpen te ontdekken maar ik heb mijn favoriete top tien voor je op een rij gezet, dorpen die je gemakkelijk met elkaar kunt combineren en allemaal iets bijzonders bieden.
Geniet in de witte dorpen van Cadiz! En vergeet echt niet om de lokale producten en drankjes te proeven. Het leuke is dat overal wel een traditie of oud verhaal bij hoort.
( Met speciale dank aan Family Agencia voor de organisatie)
Dit najaar reisde ik naar Asturias op uitnodiging van Turismo de Asturias en Club Ecoturismo om een schitterend, voor mij nog onbekend, gebied te leren kennen; Natuurpark Somiedo. Het Somiedo Parque Natural is in 2000 aangewezen als een UNESCO biosfeerreservaat om zijn gevarieerde bossen en wilde dieren en bestaat uit vier valleien in het noorden van Spanjes Cantabrische gebergte. Het park is een toevluchtsoord voor wilde dieren als bruine beren, wolven, en veel roofvogels.
Dit natuurpark is het eerste natuurpark van Asturië als zodanig verklaard en hoewel de Picos de Europa meestal in de schijnwerpers staat doet Somiedo zeker niet onder voor zijn grote broer.
Beren spotten
Heb je altijd al beren in hun natuurlijke omgeving willen zien, dan ben je in Asturië aan het goede adres: het herbergt enkele van de natuurparken in Noord-Spanje waar de bruine beer nog in het wild voorkomt. Waar er in de jaren tachtig nog maar een stuk of tachtig beren in Asturië leefden, zijn dat er dankzij de intensieve bescherming nu naar schatting zo’n 380.
Mijn uitgangspunt is Pola de Somiedo, een gezellig klein bergdorp met uiteenlopende accommodatie en voorzieningen als winkels, banken en een postkantoor. Ook de Fundación Oso Pardo (Spaanse berenstichting) bezoek ik hier. Ik krijg er uitgebreide uitleg over het natuurlijke gedrag van dit grote zoogdier. Zo wist ik bijvoorbeeld niet dat bruine beren voornamelijk vegetarisch eten, zoals noten, kastanjes en bessen. En dat een bruine beer maar drie maanden drachtig is. Als een bruine beer geboren wordt weegt hij rond de 450 gram, maar na één jaar weegt hij al 25 kilo. Fundacion Oso Pardo is gevestigd in een traditionele boerderij.
Ervoor ligt nog een horreo, een gebouw op palen met een rieten dak van brem waar de oogst in gedroogd wordt. Daarvan zie je er veel in de andere dorpjes. De traditionele huisjes heten tietos en hebben een dak van groene brem. Een groepje tietos samen noemen ze een braña. Ze bieden een knusse, landelijke aanblik in de ruige omgeving.
Onder begeleiding van een professionele gids en gewapend met verrekijkers en telescopen trek ik de bergen in. De kans dat een beer zich zomaar laat zien is natuurlijk klein. Als je de Oso Pardo met eigen ogen wil zien, zul je echt een gids en veel geduld nodig hebben. Uren heb ik zitten turen vanuit een hut, maar mijn geduld werd uiteindelijk toch beloond. Op een bepaald moment had ik twee beren voor de lens! Zo leuk.
Beren spotten is de grootste attractie in Somiedo, maar vergeet ook niet dat het schitterend is om op wolventocht te gaan met een gids. En met een verrekijker is het niet moeilijk om herten te observeren.
In beschermd natuurgebied Somiedo, in het centrale deel van de Asturische bergen, kun je je observatietocht reserveren, waarbij je ook de bossen intrekt op zoek naar slaapplekken van de beren. Hoewel de kans om ze in het wild te zien relatief klein blijft, loop je in het voorjaar en het najaar de grootste kans ze te spotten.
Natuurgebieden Ecobestemming
Het grote voordeel van zo’n berenzoektocht is dat je op de meest schitterende plekken komt, die je normaal wellicht zou overslaan. Het natuurgebied waar Pola de Somiedo het centrum van vormt, beslaat een kleine 300 vierkante kilometer en ligt op slechts 80 kilometer van de Atlantische kust. Pittoreske groene dalen vormen een vruchtbare en smeuïge aanblik temidden van ruige, kale en indrukwekkende bergpieken die als je geluk hebt mooi afsteken tegen een staalblauwe lucht. De grote variëteit aan intens groene kleuren is natuurlijk voornamelijk te danken aan het feit dat het hier veel regent.
In het Parque Natural liggen 38 kleine dorpjes, variërend van piepkleine gehuchtjes, waar een paar huisjes samen gegroepeerd liggen temidden van de wildernis tot het eerdergenoemde centrum Pola de Somiedo. Ik voel me prettig bij de relaxte sfeer en de vriendelijke bevolking die op sommige plekken op houten klompen lopen die madreñas heten.
In het ecomuseum kun je zien hoe deze klompen gemaakt werden. Helaas zijn er nog maar twee oude mannen die de kunst verstaan en is het vak nog niet doorgegeven aan jongeren. Asturias is een regio waar iedereen dicht bij de natuur en bij authentieke werkwijzen staat. In het ecomuseum leer ik over oude ambachten zoals die van de vaquiero (veehouder), ferreiro (ijzersmid), goxeiro (mandenvlechter) madreñeiro (klompenmaker) en teitero (dakdekker).
De Asturiaanse koeien zijn bekend in heel Spanje. Je kent vast wel de Leche Asturiana waarvan ook heerlijke kazen gemaakt worden. Er bestaan twee rassen, aan de kust vindt je melkkoeien maar in de bergen houdt men koeien die voor vlees worden gehouden. In de winter, als het sneeuwt staan ze op stal, in het voorjaar gaan ze naar het land en in de zomer worden ze naar hoog in de bergen gebracht. Deze tocht naar en vanuit de bergen heet Trashumancia.
Behalve struinen door de bergen word ik getrakteerd op uitstekende streekgerechten waar ik een flink glas plaatselijke Sidra bij drink. Het is een hele kunst om Sidra te schenken. Je houdt in je ene hand je glas zo laag mogelijk en in de andere hand de fles zo hoog mogelijk. De kunst is om de cider zonder morsen in het glas te mikken, zodat er zuurstof bij komt en de Sidra op zijn lekkerst is.
Wandelen naar hooggelegen meren
De volgende dag besteed ik aan wandelroutes naar de meren van Somiedo Ze kunnen aan ieder niveau worden aangepast, zodat ze ook door gezinnen met kinderen kunnen worden gedaan. Het kan een ideaal uitje zijn voor het weekend, zodat het hele gezin kan genieten van de prachtige natuur, het belang van het milieu kan inzien en de kinderen bij elke excursie veel kunnen opsteken.
De twee bekendste routes dievan Saliencia (1600 m) en van Valle del Lago (1580m). Dit zijn ook dorpen die het dichtst bij het natuurgebied liggen en in Valle del Lago is er een camping om te overnachten. Op de route vanuit Valle del Lago kom je aan bij het meer Lago del Valle. Dit is een groot meer met een eiland in het midden en een plek waar forelvissen populair is. Omdat het dicht bij het dorpje ligt, zijn er veel wandelaars die al op dit punt blijven om de dag door te brengen, maar er is nog veel meer te zien. Bovendien begint het passeren van dit meer de berg te beklimmen met enkele toppen zoals Peña Ortiz.
Voor de tocht naar het meer van Saliencia kun je je auto parkeren op een klein terrein langs de weg en begin je het pad te volgen. Het uitzicht wat je bij het meer te zien krijgt is spectaculair! Vanaf daar zijn er een aantal routes die je kunt volgen. Bij de plaatselijke VVV hebben ze uitstekende kaarten en routebeschrijvingen. Onderweg kun je genieten van de unieke Asturiaanse fauna.
Wees wel voorbereid op (incidentele) regenbuien. Asturias is niet voor niets zo groen. En de gebruikelijke snelle afkoeling die in berggebieden kan optreden. Mist is iets waar je in Somiedo speciaal op verdacht moet zijn. Het kan vrij snel opkomen en vooral in de hoger gelegen kalksteengebieden wordt het terrein dan plotseling erg onoverzichtelijk. Check daarom voor vertrek het weerbericht bij de eigenaar je accomodatie.
Praktische informatie
Vanaf november gaan er rechtstreekse vluchten van Nederland naar Asturias. Somiedo ligt op ongeveer een uur rijden vanaf de luchthaven.
Vanuit Andalusië (Malaga) kun je rechtstreeks vliegen met Volotea, een lowcost maatschappij met uitstekende service. Perfect plan voor een lang weekend.
Ik logeerde in een schitterend Hotel Rural, aan de rand van Pola de Somiedo; Palacio Floréz- Estrada. Een absolute aanrader! Duurzaam- en eco turismo gegarandeerd.
Voor je tocht om beren of wolven te spotten, neem je contact op met Sofia van Somiedo Experience. Een geweldige vrouw en expert op het gebied van natuur en duurzaam toerisme.
Lekker eten kun je overal. Meer informatie hierover in een volgend artikel 😊
De eerste keer dat ik Galicië bezocht was zo´n tien jaar geleden. Uiteraard om de kathedaal van Santiago de Compostela te bezoeken. Ik vond het een fascinerend gebied en deze zomer kreeg ik de kans om terug te gaan. Galicië ligt in het noordwesten van Spanje en wordt omgeven door de Atlantische Oceaan en de Cantabrische Zee. Er heerst een gematigd klimaat en de rijke vegetatie en de grote variëteit aan oorspronkelijke flora en fauna maken Galicië tot een natuurlijk paradijs. Het gewest O Salnés ligt in het warmste deel van Galicië in de Rias Baixas. Het is een ideaal gebied om voortreffelijke stranden te ontdekken en kennis te maken met de hoogstaande gastronomie.
Als ik in de namiddag bij mijn accommodatie Quinta de San Amaro aankom, val ik meteen met mijn neus in de boter; ik kan direct aanschuiven bij een kookworkshop. Op tafel liggen netjes met schaaldieren en mosselen, er ligt een enorme arm van een pulpo en diverse verse groenten zorgen voor een kleurrijk stilleven. Kokkin Charo, die de workshop geeft, zet ons onmiddelijk aan het werk en schenkt ons een goed glas Albariño in, dé wijn uit deze streek in Galicië. Een uur later proef ik de lekkerse mosselen ooit. Gewoon gekookt in water! Niets toegevoegd! Om je vingers bij op te eten. Ook het zeemansrijstgerecht Arroz a la Marinera dat we met elkaar bereid hebben, is om te smullen!
Natuurparken en eilanden
De volgende dag ga ik op weg om de groene omgeving te verkennen. Langs de Galicische kust liggen talloze eilanden. Een paar kleine eilanden met een bijzondere charme vanwege de intieme sfeer, en andere grotere eilanden waar de gewoonten en tradities van de zee tekenend zijn. Zonder twijfel is A Toxa het bekendste eiland van Galicië. Het is bekend op de zeep die er vandaan komt, La Toja, en om het kuuroord en casino. Vroeger kon je alleen per boot bij het eiland komen. Nu verbindt een smalle strook asfalt het eiland met het vasteland.
Ik trek verder naar een dorpje waar ik met een kleine boot de rivier wordt overgebracht naar het eiland Cortegada. Een eiland dat slechts 200 meter voor de kust van Vilagarcía de Arousa ligt en een rijke geschiedenis en het grootste laurierbos van Europa heeft. Het hoort bij het Nationale Park van de Islas Atlánticas dat in de top tien van de meeste bezochte parken in Spanje staat. Het park bestaat uit zes eilanden waarvan de Cies-archipel in de monding van de Ría de Vigo het bekendst is.
De archipel bezit een aantal prachtige stranden, een uniek vogelreservaat voor bedreigde vogelsoorten en een zeebodem van onschatbare waarde. De eilanden Ons vormen nog een ander authentiek natuurlijk paradijs. Je kunt de eilanden het hele jaar te bezoeken dankzij de regelmatige diensten van veerboten.
Eeuwen geschiedenis
Het erfgoed van een land wordt bepaald door zijn geschiedenis en identiteit. Galicië bezit een groot aantal religieuze monumenten die het verhaal vertellen van de geschiedenis door de jaren heen. Kenmerkende bouwwerken in deze streek zoals de “pazos” en de “hórreos” tonen onmiskenbaar de eigen identiteit van Galicië binnen Spanje. Ik kom ze overal onderweg tegen. Pazos zijn enorme landhuizen en Horreos zijn stenen gebouwtjes waar de oogst bewaard en gedroogd wordt. De vele kerken en kloosters bepalen ook het beeld van het Galicische erfgoed. Het historische stadje Cambados aan de kust is op zich al een monument. Tijdens mijn tocht maak ik een culturele ontdekkingsreis door de geschiedenis.
Ik wandel over prachtige routes langs oude watermolens, langs de loop van rivieren en door groene en schaduwrijke bossen. Zij bieden de mogelijkheid om van de schoonheid van het landschap te genieten. Galicië is groen en blauw, intens groen zijn de velden, bergen en bossen en vol blauw is de lucht en het water. Ook zijn er archeologische resten te zien van Keltische nederzettingen die meer dan tweeduizend jaar oud zijn.
In Galicië staan veel kloosters en kerken die van een grote culture en architectonische waarde zijn. Een daarvan is het cisterciënzer klooster van Armenteira uit de 12e eeuw. Een rustig plaatsje waar ik aan het einde van de dag beland. Over dit heiligdom gaat de legende van Sint Ero, een edelman die in een droom van Maria de opdracht kreeg om een klooster ter ere van haar te stichten en een godvruchtig leven te gaan leiden.
Traditionele luxe
Veel kenmerkende gebouwen in Galicië zijn de eerder genoemde “Pazo’s”, oude herenhuizen die de residentie waren van edelen en waarvan de meeste nu vaak musea of bodega´s zijn. Zij staan meestal in landelijk gebied en hebben goed verzorgde tuinen en zijn luxueuze inrichtingen. Een goed voorbeeld is de Pazo de Rubianes die officieel erkend is als een van de drie adellijke huizen van Spanje. De tuin staat vol bloemen waaronder talloze camelia´s en hortencia´s. Twee andere pazo’s die ik bezoek en zeer de moeite waard zijn zijn Vista Alegre in Vilagarcía en Fefiñáns die zijn naam heeft gegeven aan het belangrijkste plein in Cambados. Deze pazo heeft binnen zijn muren, een gerenommeerde bodega van albariñowijn.
Camino a Santiago
Er bestaan verschillende officiële routes die naar Santiago de Compostela lopen, waarvan de Camino Francés, Inglés, Portugués, de Ruta de la Plata en de Ruta del Mar het bekendst zijn. Alle routes hebben als eindbestemming de crypte van de apostel en zijn beeld, dat traditiegetrouw omarmd wordt. Wat veel mensen niet weten, is dat de oorspronkelijke en meest authentieke route door O Salnes loopt.
In het jaar 44 werd de Ría de Arousa bevaren door de boot die het lichaam van de apostel Jacobus vervoer, richting Compostela. Nadat hij in het Heilige Land onthoofd was, werd zijn lichaam door zijn discipelen Atanasio en Teodoro meegenomen. “Een engel bestuurde de boot en een ster was hun gids”, staat er geschreven. Zo kwamen ze aan voor de kust van Galicië, voeren de Ría de Arousa in en over de rivier de Ulla totdat ze in Santiago de Compostela aankwamen.
Vandaag de dag kun je vanuit plaatsje Vilagarcia de Arousa met een boot de rivier over varen in de voetsporen van de tocht die de discipelen met het lichaam van de heilige Santiago gemaakt hebben. Onderweg staat aan de oevers enorme cruxeiros (kruizen) die de koers aangeven. Uiteindelijk kom je aan bij het plaatsje Padron en dan is het nog 24 kilomter lopen, door de bergen, naar Santiago de Compostela.
De “Compostela” is het certificaat dat verklaart dat een pelgrim in Santiago is aangekomen. Hiervoor moet de pelgrim de credencial (stempelboekje) overleggen en aantonen dat hij minstens de laatste honderd kilometer heeft gelopen, of te paard heeft gedaan, of de laatste tweehonderd kilometer op de fiets. Tegenwoordig kun je de Camino de Santiago ook zeilend afleggen. In dat geval doe je El Camino a Vela en moet je minimaal 100 mijl afleggen. De geloofsbrief is geldig als er onderweg minstens twee stempels per dag gezet zijn. De credencial wordt uitgegeven door het Pelgrimskantoor, herbergen, verenigingen van Vrienden van de Camino, enz.
Door O Salnes lopen twee bijzondere Caminos de Santiago die bij mensen weinig bekend zijn. Zij vormen beiden een uitstekende optie om eens van de gebaande paden en het massatoerisme af te wijken en een Camino te doen die een stuk rustiger is. Het gaat hierbij om de Ruta del Padre Sarmiento en El Variante Espiritual.
Ken jij de mosselman?
Tijdens mijn dagen op O Salnes geniet ik dagelijks van de geweldige zeevruchten en schaal- en schelpdieren. Verser en smakelijker dan hier bestaan er naar mijn mening niet. Het is algemeen bekend dat de beste mariscos hier vandaan komen. Ik weet inmiddels ook waarom. Het leven van Galicië is aangepast aan het tij. Er staat een enorme stroming en iedere keer als het tij op komt vullen de rivieren zich met zeewater. Echter, zes uur later als het tij weer afneemt stroomt er zoet of brak water door de rivieren.
De zeevruchten krijgen dus enorm veel plankton en mineralen op hun bord en dat is de reden voor de geweldige smaak. Op de rivieren tref je enorme drijvende mosselkwekerijen aan. De mosselen groeien aan lange trossen touw die wel dertig meter lang in het water naar beneden hangen. Je kunt deze kwekerijen bezoeken en een halve dag met een kweker meelopen om mosselen te plukken. Diezelfde mosselen liggen een uurtje later dan alweer smakelijk op je bord.
Heiligen en heksen
Op de laatste dag bezoek ik een kleine kapel op een heuvel bij het strand van Sanxenxo. Als ik de kapel binnenkom krijg ik een rieten bezem in mijn handen gedrukt. De bedoeling is dat ik drie rondjes om het altaar met de heilige maagd Nuestra Señra da Lanzada veeg. Schijnbaar houdt het het boze oog en andere kwaadaardige energieën op afstand. Voor de zekerheid veeg ik de vloer rondom de maagd die streng toekijkt. Aan spannende verhalen over hekserij en toevaligheden die op je pad komen is in Galicië geen gebrek.
Dan rij ik terug naar mijn knusse hotel in Meaña voor lange avond traditionele legendes onder het genot van een uitbundige zeedis. Echter ook dit bezoek aan Galicië voelt weer als veel te kort. Ik ben vastbesloten om volgend jaar terug te komen om meer te ontdekken in het groen met blauwe paradijs in het noorden van Spanje.
Vanuit Santiago de Compostella ben je binnen 20 minuten per auto, bus of trein in de streek O Salnes.
Voor meer informatie kijk je op de website van de negen dorpen van de streek O Salnes
Zamora wordt zonder te overdrijven ´het levende museum van de Romaanse kunst´ genoemd, vanwege de schitterende architectuur die de 12e eeuw op zijn vele opmerkelijke kerken en monumenten heeft achtergelaten. Het is strategisch gelegen op een heuvel aan de rivier de Duero. Deze overzichtelijke stad kun je gemakkelijk in één dag bezoeken om van daaruit andere gebieden in Castilla y Leon te ontdekken.
Het ligt bovendien aan de Ruta Via de la Plata (Zilverroute) en ook op het pad naar Santiago de Compostella. Het heeft een geweldige historische rijkdom, en vergeet ook niet om lekker uit eten te gaan en van de plaatselijke gerechten te proeven. Het fijne is, dat het een vrij rustige stad is, die nog steeds haar lokale en gezellige tintje niet heeft verloren.
Plaza Mayor
De Plaza Mayor, ligt in het centrum van de stad. Op dit plein zijn verschillende monumenten te zien, dus je moet hier echt even stoppen. Het oude stadhuis is een gebouw in platereske stijl. Voor dit gebouw staat het nieuwe gemeentehuis. Op het plein kun je ook de kerk van San Juan bezoeken, waarin het prachtige roosvenster en de romaanse stijl direct opvallen. In feite kunnen je deze plek gebruiken om de romaanse route door de stad te starten.
Kerken in Zamora
Als we iets kunnen zien in de stad Zamora, zijn het oude en goed bewaarde kerken. We hebben de kerk van Santa María la Nueva, met zijn oude doopvont. De kerk van La Magdalena dateert ook uit de twaalfde eeuw, vandaar het belang van de romaanse kunst in dit gebied. Dit is een van de belangrijkste kerken in de stad. Hier vlakbij staat de kerk van San Ildefonso, met een neoklassieke gevel.
Troncoso uitzichtspunt
Als je naar de Plaza de Arias Gonzalo gaat, kun je genieten van het geweldige uitzicht dat wordt aangeboden bij het uitzichtpunt Troncoso, over de rivier de Duero. Vanaf het uitkijkpunt kun je geweldige foto’s maken van de romaanse brug over de rivier. Het is de ideale plek om even te stoppen en even uit te rusten tijdens je bezoek.
Bovendien ligt in de buurt van dit gebied het huis van Arias Gonzalo, dat bekend staat als de Casa del Cid omdat er wordt gezegd dat dit de plek was waar de Cid Campeador opgroeide.
Zamora kathedraal
De kathedraal van Zamora is natuurlijk ook in romantische stijl. Met de tijd zijn er enkele andere details van verschillende stijlen zijn toegevoegd. Waaronder een merkwaardige koepel van Arabische invloed die niets te maken heeft met typische kathedralen, en minder met romaanse. Daarom is het een gemakkelijk te onderscheiden kathedraal. De Puerta del Obispo is de enige romaanse deur die vandaag bewaard is gebleven, dus het is ook van grote waarde. Je kunt het interieur bezoeken, waar zich het 12e-eeuwse klooster bevindt.
Het heeft een museum en verschillende kapellen. Op de eerste verdieping bevinden zich zalen met enorme wandkleden die in Vlaanderen gemaakt zijn rond 1500. Ze zijn schitterend van kleur en maken door hun afmeting enorme indruk.
Zamora kasteel
Er is helaas niet heel veel overgebleven van het Castillo de Zamora. Het ligt naast de kathedraal, en is te bezoeken. Je kunt een deel van de gracht en de oude muur zien, evenals enkele herstelde torens. Het paradeplein is te zien, hoewel het in puin ligt. Dit is een kasteel dat eerder als verdedigingsfort geldt. Onderdeel van het kasteel is het Baltasar Lobo Museum, gewijd aan deze lokale beeldhouwer.
Las Aceñas de Olivares
Deze bijzondere gebouwtjes zijn oude steenmolens gelegen in de rivier. Blijkbaar werkten ze eeuwen geleden maar raakten in onbruik en werden verlaten, totdat werd besloten ze te herstellen vanwege hun historische waarde en toeristische belang. Deze molens huisvesten tegenwoordig een bezoekerscentrum waar je wat meer te weten kunt komen over hun werking en ze ook van binnen kunt zien.
Paleis van de Momos
El Palacio de los Momos is een renaissancegebouw waarvan de vijftiende-eeuwse gevel bewaard is gebleven. Je kunt veel details van de Renaissance-gotische stijl zien. Momenteel is daar het Provinciaal Gerechtshof gevestigd en daarom staat het bekend als het Paleis van Justitie, hoewel er lang geleden een project was om er een luxe hotel van te maken. Let eens op de details van de ramen, waar dieren in steen zijn uitgehouwen.
Wat ga je eten in Zamora?
De Zamoranen houden van stevig eten. Typische gerechten zijn de Arroz a la Zamorana, een rijstschotel met vlees en orgaanvlees. El Cocido Zamorano, een stoofschotel met bonen of kikkererwten, Sopa de Ajo, knoflooksoep en Bacalao Zamorano, een stokvisgerecht dat specifiek tijdens de Semana Santa, de paasweek, wordt bereid.
Uiteraard moet de kaas uit Zamora proeven. En als het even kan ook kopen om mee naar huis te nemen. De schapenkazen van Zamora, hebben minimaal 100 dagen gerijpt en zijn bekend in heel Spanje. Ze hebben een pittige romige smaak. Ik ben er dol op!
Wat raad ik je aan om te doen vanuit Zamora?
De omgeving van Zamora verkennen en richting het schitterende plaatsje Fermoselle rijden, langs tal van meren.
Ten noorden van Zamora de prachtige stad Leon bezoeken.
Een bezoek brengen aan kaasfabriek Chillon, een familiebedrijfje van 3 generaties met een museum waar je kunt proeven of een workshop kaas maken kunt volgen.
Onlangs is er een onderzoek gepubliceerd over de Europeese steden met de meeste zonne-uren. Daaruit blijkt dat Spanje met wel zes bestemmingen in de top 10 staat van zonovergoten steden!
De voordelen van verantwoord genieten van de zon zijn het aanvullen van vitamine D en het ontwikkelen van een sterker immuunsysteem. Daarnaast kan het ervaren van meer zonnige dagen resulteren in een beter humeur en je simpelweg helpen meer van het leven te genieten!. Met behulp van gegevens van World Weather Online, zijn de gemiddelde aantal zonuren per maand geteld. Wie er zin in een stedentrip heeft en wel wat extra vitamine D kan gebruiken, heeft in Spanje de beste de keus. Ik zet de zes steden voor je op een rij:
Alicante – gemiddeld 349 uren zon per maand
Met stip op 1, Alicante de zonnigste stad van Europa! Met een gemiddelde van 349 uren zon per maand is Alicante de ultieme bestemming voor zonzoekende reizigers.
De stad staat bekend om haar prachtige Costa Blanca kustlijn, met uitgestrekte openbare stranden waar je kunt genieten van de zon op het zand of het water in kunt gaan om watersporten te beoefenen. Alsof het zonnige klimaat nog niet genoeg is, Alicante is ook nog eens een prachtige stad. Met een kleurrijk oud centrum, een overvloed aan musea en historische bezienswaardigheden, een verscheidenheid aan uitstekende restaurants en een bruisend nachtleven, heeft Alicante alle soorten reizigers iets te bieden.
Murcia – gemiddeld 346 uren zon per maand
Op de derde plaats staat Murcia, de hoofdstad van de gelijknamige regio in het zuidoosten van Spanje. Het kustgedeelte van de regio staat eigenlijk bekend als de Costa Cálida, wat zoiets als “warme kust” betekent, vanwege het microklimaat, waardoor de regio het hele jaar door warm en met warm water is.
De eindeloze stranden met kleine baaien zijn perfect om te zwemmen, watersporten te beoefenen en ontspannen te zonnebaden. De stad heeft ook een historisch stadscentrum en prachtige architectonische werken, waaronder de Plaza Cardenal Belluga.
Málaga – gemiddeld 345 uren zon per maand
En natuurlijk de stad Málaga aan de Costa del Sol, het hele jaar door een zeer geliefde bestemming, maar vooral tijdens de warme zomermaanden. Málaga’s moderne skyline is de thuisbasis van een verscheidenheid aan hotels en resorts die langs het zandstrand liggen, waardoor het perfect is voor een stedentrip met een strandoptie in de buurt. Málaga heeft ook veel cultureel aanbod, en in bovendien de geboorteplaats is van Pablo Picasso, dus zorg ervoor dat het Picasso-museum te bezoeken als je er bent!
Valencia – gemiddeld 343 uren zon per maand
Valencia staat op de zesde plaats van zonnigste steden in Europa met een gemiddelde van 343 zonuren per maand per jaar. Deze havenstad aan de zuidoostkust van Spanje is een absolute aanrader als je een stedentrip wilt combineren met een strandvakantie. Bezoek het beroemde museum van de Stad van Kunst en Wetenschap in Valencia, of slenter door de straten en pleinen met tapasbars.
Probeer zeker paella als je er bent, want Valencia is de geboorteplaats van dit iconische gerecht. Zoek verkoeling met een kan Agua de Valencia, de typische cocktail van de stad, gemaakt op basis van cava of champagne, sinaasappelsap, wodka of gin.
Las Palmas – gemiddeld 341 uren zon per maand
We gaan verder naar de Canarische Eilanden en komen uit bij Las Palmas! De hoofdstad van het eiland Gran Canaria en de grootste stad op de Canarische Eilanden, is een populaire uitvalsbasis voor reizigers die de vulkanische eilanden willen verkennen. Dit is een ideale locatie tijdens de dalmaanden, aangezien de temperaturen in Las Palmas gemiddeld een behaaglijke 21 graden bedragen in bijvoorbeeld oktober en november. Playa de Las Canteras, een 2,5 km lang zandstrand, trekt het hele jaar door bezoekers.
Granada – gemiddeld 341 uren zon per maand
De mythische Spaanse stad Granada staat op de 9e plaats van deze ranglijst. Het Nasrid-paleis is een van de highlights van het Alhambra, een kleine “stad” binnen in de stad, vol romantiek, magie en mooie plekjes om van de oude historie te genieten.. Onder de uitlopers van de hoge toppen van de Sierra Nevada voert het historische centrum van Granada je mee naar een fascinerend verleden waar een veelheid aan culturen elkaar kruisen en perfect worden weerspiegeld in de architectuur en in het dagelijkse leven van de stad.
Je kunt Granada niet verlaten voor je een wandeling door de smalle straatjes van de wijk Albaicín hebt gemaakt, waarna je na afloop getrakteerd wordt op een van de meest ongelooflijke zonsondergangen ter wereld. Of geniet van een magische wandeling over de Paseo de los Tristes naar Sacromonte met zijn mooie straatjes vol geuren en flamencosfeer.
Deze rangschikking werd gemaakt door het gemiddelde aantal zonne-uren per maand in elke stad voor de jaren 2009 tot 2021 te berekenen. In totaal werden de 300 dichtstbevolkte steden van Europa geanalyseerd. Met deze gegevens van World Weather Online zijn vervolgens het gemiddelde aantal zonne-uren per maand berekend.
Als ik terug kijk op mijn professionele activiteiten in 2021, dan zie ik een intensief jaar. De realiteit die van de pers de term ´Het nieuwe normaal´ kreeg, werd de eerste helft van het jaar gekenmerkt door hoop, durven doorzetten, nieuwe samenwerkingsvormen en vervolgens voor de meesten een stayvacation. Ik schreef hier al eerder over in een blog in juni.
Mijn zomervakantie bleef ik dan óók in Spanje. Ik maakte een schitterende tocht van Andalusië door Extremadura en Castilla y Leon naar de kust van Asturias, bezocht plekken die ik al kende, ontdekte nieuwe bodega’s en geweldige restaurants en maakte urenlange wandelingen door natuurgebieden en over onbekende Vias Verdes.
Direct na de zomervakantie werd ik door Turismo Andaluz uitgenodigd voor een persreis in het Aracenagebied in Huelva. Daar knuffelde ik iberico varkentjes, bezocht de hamdrogerijen en proefde de beste Jamon Iberico van Spanje! In het plaatsje Aracena bewonderde ik diep onder de grond de Gruta de las Maravillas en klom met mijn collega’s naar de top van het kasteel. Ook verbaasde ik me over het bijzondere landschap van de oude mijnen van de Rio tinto, het leek wel of ik me op de maan bevond!
Een paar weken later stond ik op het podium tijdens het eerste Bike Experience Forum in Almeria. Ik was gevraagd door de Junta de Andalucia om te vertellen over het profiel van de Nederlandse fietser en aan te geven wat de Nederlander belangrijk vindt bij het uitkiezen van een fietsvakantie. Na afloop werd er flink genetwerkt met geweldige fietsorganisatie uit heel Spanje. De volgende dag maakten we een fietstocht naar Cabo de Gata.
Gelukkig had ik een e-bike gereserveerd, maar toch vond ik het behoorlijk zwaar om door het ruige landschap en rulle zandduinen te trappen. En kon ik me natuurlijk niet meten met al mijn jongere collega’s, stoere knullen voor wie offroad fietsen een passie is… Het volgende Bike Experience Forum za loverigens in 2022 in Cadiz gaan plaatsvinden.
Over Cadiz gesproken. Tijdens het eerste weekend van oktober vond de Sail GP, de Formule 1 voor F50 catamarans plaats. De bemanning van de schepen van Australië, Nieuw Zeeland, Amerika, Japan, Engeland, Frankrijk, Denemarken en Spanje zeilen de hele wereld over. Vanaf de wal kon ik de wedstrijd goed volgen. Ook had ik een telescoop bij me, en de bemanning en actie van zo dichtbij zien gaf me soms het gevoel of ik zelf aan boord was.
Er ontstond grote hilariteit toen de F50 Victoria van Spanje vlak voor de start op de tweede dag omsloeg en werd uitgeschakeld. Nederlandse zeiler in hart en nieren heb ik iedere minuut van het tweedaagse spektakel genoten. De data voor de volgende race, 24 en 25 september 2022, staan al in mijn agenda genoteerd.
In de zomer en in het najaar kwamen er twee edities van het nieuwe magazine Bike Explorer uit en in beiden werden mijn bijdragen gepubliceerd. Het eerste artikel ging over de Vias Verdes van Spanje en het tweede artikel over de Eurovelo route, het prachtige deel van 800 kilometer in Castilla y Leon. Mijn volgende bijdrage beschrijft de Ruta Via de la Plata die helemaal van het zuiden naar het noorden van Spanje loopt en in Nederland bekend is als Zilverroute.
De editie waarin je over deze route kunt lezen komt uit in Februari 2022. Dit wordt overigens een bijzondere uitgave. Er zal een gratis brochure worden bijgestoken over de Vias Verdes in Catalonië. Een opdracht van de afdeling toerisme van Catalonië die ik samen met mijn collega Marjan van Destinationmakers momenteel uitwerk.
Spanje doet zijn uiterste best en dat was vooral te merken doordat het uitnodigingen voor promotiereizen regende. Eind oktober reisde ik af naar Castilla y Leon en bezochten we voornamelijk de stad Leon, haar provincie én de wijngebieden en bodega’s van El Bierzo, Ribera del Duero en Rueda. De promoreizen naar Castilla y Leon hadden bijna twee jaar stilgelegen dus het was heerlijk om collega’s van reisorganisaties, hotels en de Junta weer te ontmoeten en afspraken te maken. Met de gemeente van Salamanca had ik een boeiend gesprek en ontstond de gezamenlijke organisatie van een persreis voor komend jaar.
In oktober was het ook precies een jaar geleden dat mijn vierde roman Pilaar van mijn Leven was uitgekomen. Een dag om even bij stil te staan. Mijn beste verkoopmoment was toen de Nederlandse Bibliotheek in één keer 50 boeken af nam. Zal het verhaal over Maria en haar zoektocht door Spanje en de Dominicaanse Republiek over het Columbus Mysterie ooit een vervolg gaan krijgen?
El Puente de Noviembre bracht ik door In Priego de Cordoba met vrienden en collega’s. Drie weken later bevond ik me opnieuw in deze schitterende barokstad in het hartje van Andalusië. Opnieuw op perstrip en op uitnodiging van de gemeente Priego. Uiteraard werden er heel wat stukjes brood in de Priego olijfolie van aanzienlijk niveau gedoopt, werden er monumenten bezocht én stond er showcooking op het programma.
Direct aansluitend op mijn driedaagse tocht in Priego sloot ik aan bij mijn laatste perstrip van het jaar. Op uitnodiging van Turismo Andaluz verkende ik het oostelijk binnenland van Granada, ook wel El Poniente de Granada genoemd. Ik liet me onderdompelen in het heilzame wáter van het Balneario de Alhama, proefde kaviaar uit Riofrio,en beklom de kastelen van Riogordo en Moclin, de laatste verdedigingsburchten van het Al Andaluz. Tijdens een reis met bloggers en influencers leer ik altijd weer nieuwe technieken op het gebied van social media.
En toen was het december. Uitrusten van al dat reizen zul je denken. Maar het tegendeel was waar, want over al deze reizen moet natuurlijk ook geschreven worden.
Bovendien ontstond er een leuke samenwerking met collega Rob van Flextravel om al zijn voormalige Spanjereizen te updaten zodat ze weer online kunnen. Het leuke is dat ik er veel van mijn ervaringen en aanbevelingen in kan verwerken. De Spanjereizen zullen begin 2022 te reserveren zijn. Ook krijg ik redelijk wat vraag van Nederlandse agenten gespecialiseerd op wandel en fiets vakanties.
Ik heb het gevoel dat er in het nieuwe jaar een mooi vernieuwd aanbod op de markt komt. Een prachtige reden dus om een reis in of door Spanje te plannen in het nieuwe jaar!
Nog een week, dan luiden we 2022 in. We leven in een periode dat het lastig is om op lange termijn plannen te maken. Toch heb ik er alle vertrouwen in dat we in 2022 met nieuwe vrijheid weer meer kunnen gaan reizen. Dromen kan natuurlijk altijd!
Hierbij wens ik al mijn lezers, volgers, collega’s en vrienden een Feliz Navidad. Droom deze dagen over een reis door Spanje. Blijf vooral gezond en zorg dat in het nieuwe jaar je dromen realiteit zullen worden …
Chipiona, een plaatsje in Cádiz, is bekend om zijn prachtige lange kuststrook, waar je heerlijk kunt uitwaaien.
Maar ook om de bijzondere kathedraal die aan zee staat, aan het kasteel dat bijna met zijn fundatie in het water staat en om decorrales, de dijken aan de vloedlijn, die de romeinen maakten en nog steeds gebruikt worden voor de visvangst. En ook niet te vergeten om de afwisselende Via Verde te fietsen.
In deze streek kan de Atlantische kust worden de heerlijkste vissen en zeevruchten gevangen die je in verschillende restaurants van afwisselende sfeer en prijsklasse vers kunt bestellen. Ook staat Chipiona bekend om zijn kwekerijen waar groenten een hun specifieke smaak ontwikkelen door de Atlantische zeewind die over de landerijen blaast.
Een van de luxe voordelen die de restauranthouders in Chipiona hebben, is dat ze het hele jaar door met lokale en verse producten kunnen werken.
Zowel op de vismarkt in de haven als op de Rivera-markt voor groenten en fruit worden nog steeds traditionele veilingen gehouden. De kleuren zijn een lust voor het oog en de geuren maken je hongerig. Het is prachtig om de dozen met vers geplukte groenten en fruit in het veilinggebouw en de vers gevangen vis op de afslag in de haven te zien.
Tomaten, paprikas, druiven en aardappelen, en uit zee niet ver achter het land garnalen, inktvissen, snappers, urta’s, zeepaling, oesters en zeeanemoon …
In Chipiona vindt je een groot aantal locaties is waar je fantastisch kunt eten. Van zeer goed tot heel erg goed, voor verschillende budgetten en afhankelijk van wat je zoekt. Dit zijn mijn topaanbevelingen om uit eten te gaan in dit leuke plaatsje aan de kust van Cadiz:
We beginnen met een glaasje muscat, de zoete wijn uit Chipiona die zijn smaak te danken heeft aan goede rijping in warm klimaat en de invloed van de Atlantische zeewind op de druiven. Je kunt het museum bekijken, de bodega bezoeken en wijn proeven of op het terras iets drinken en er een tapa bij bestellen.
In het museum is een interactief gedeelte dat je meeneemt door de tijd en laat zien hoe de romeinen zijn begonnen met het verbouwen van druiven in de streek.
Sin Bulli betekent geen haast, en dat is precies hoe je op je gemak naar deze kleine bar moet komen. Het ligt vlak bij het kasteel in de Calle Padre Lerchundi, twee minuten lopen van de markt. Ze zeggen dat in het hoogseizoen de rij voor een drankje hier een blokje om is. Het verbaast me ook niet: er zijn zo zoveel lekkere dingen, zoals diverse soorten toasts zoals met avocado en ansjovis of met tonijn en gekarameliseerde ui of gesmolten gorgonzola, artisjokken met ham en de bekende chicharrón de Cádiz.
Het personeel is supervriendelijk. Het is het hele jaar open en het is altijd vol, ook buiten, dus je zult moeten gaan sin bulli, zonder haast.
Tot zover een aperitiefje, maar nu gaan we echt uit eten. Dit is mijn Top Vier!
Op het strand van Tres Piedras ligt La Manuela. Een echte Beach Club met heerlijke sfeer. Ze bieden een kaart met veel Aziatische broodjes (sardine nigiris, top!) maar het is ook een goede plek voor een tonijntartaar (van Almadraba de Petaca Chico), garnalenomeletten en rijstgerechten.
Dit deel van de kust van Chipiona staat bekend als het Ibiza van Cádiz. Las Tres Piedras Beach is een wild zandgebied met een veelvoud aan strandbars waar je kunt genieten van livemuziek en ongelooflijke goede vibes in een ideale decoratie in Ibiza en Azie sfeer. Deze culturele mix vind je terug in de gerechten zonder dat de kok de lokale producten uit het oog te verliest.
Manu Martínez televisiepresentator én eigenaar van La Manuela, bracht ons verse rode tonijn uit Almadraba. We de Roquefort met zeekraal, eigenlijk een soort zee-asperge. Ze zijn zout en groeien in de de duinen van Chipiona. Ook proefde ik de garnalengyoza (of Japanse knoedel) en zijn beroemde Arroz Prohibido, verboden rijst met kwarteleitjes, een typisch Chinese zwarte rijst die in de oudheid werd gereserveerd aan de adel. Dus je begrijpt het, ik at als een vorstin!
Chirinquito Las Tres Piedras
Als je op een meer traditionele plek op het strand wilt lunchen, dan ga je naar Chiringuito Las Tres Piedras. Het is de typische strandbar maar met heerlijk vers eten.
Het ligt ook op het strand, maar dit keer aan de voet van de kustlijn. Tja, de naam is niet erg origineel, maar ze hebben typische verse chiringuito-gerechten zoals gebroken eieren met gebakken witvis en geroosterde paprika’s, gegrilde sardines, tonijn, paella en andere traditionele gerechten.
Sebastian Tirado, eigenaar van de zaak en schrijver is een echte zakenman. Sinds 2008 zwaait hij de scepter in zijn zaak aan zee en grilt zelf de verse sardientjes. Als je er oren voor hebt, trakteert hij je op het verhaal over Magellaan die met het schip Nao Victoria als eerste de wereld rond is gegaan. De namen van sommige gerechten zijn op deze reis gebaseerd en binnen hangt de zaak vol met krantenknipsel en modellen van schepen om de maritieme sfeer te benadrukken.
Hoewel het er niet uitziet als een strandbar, voeg ik de AWA Beach Club op het strand van Regla aan het lijstje toe. Het is een van mijn recente favorieten en heeft spectaculaire tonijntartaar en zeebaars ceviche. Ook kun je er terecht voor specialiteiten als sushi, garnalen of kipwok en meer moderne gerechten. Daarnaast heeft het een aantal vegetarische topopties, zoals de burrata-salade met Quinoa, voor het geval je iets lichters wilt eten.
AWA Beach Club is een strandbar vlakbij de Chipiona vuurtoren, maar zoals al gezegd is het geen traditionele strandbar. De zaak is smaakvol ingericht met hout- en bloemdetails, hoewel het op het strand en op het zand ligt. Een zeer complete menukaart en uitstekende service.
Een goede plan is om te beginnen met een Spaans aperitief of een aperol buiten, lekker met je voeten in het zand en van de zonsondergang genieten, om later binnen aan tafel te schuiven.
Een traditioneel restaurant, met een overdekt terras met uitzicht op zee, versierd met netten, tuigage en roeren. Een duidelijke aanwijzingen voor hun specialiteit; zeevruchten. Eerst maak je een wandeling langs het strand van Las Canteras, waar de corrales van Chipiona zich bevinden. Genieten van de laatste zonnestralen en strijk daarna neer aan een tafel op het terras om te proosten. De zonsondergang is episch en het diner ook!
Roberto, de eigenaar, legde het menu uit dat hij voor ons had bereid, een proeverij van zijn meest originele gerechten. Ik begon met gegrilde Chipiona-pepers. Vervolgens een roerei met aardappelen en zeeanemoon. Zeeanemonen worden in Andalusië over het algemeen gefrituurd gegeten, maar vooral aan de kust van Cadiz. Het was het voedsel van veel gezinnen tijdens de naoorlogse periode. Een must op eens te proberen als je aan de kust van Cadiz vertoeft.
Even later kwam Roberto aan tafel met een klassieker; inktviskuit met kokkels gevolgd door gegrilde makreelkuit met olijfolie en gehakte ui. Vervolgens een in gevangen in Chipiona octopus en als afsluiter heerlijke gegrilde zeebaars.
Het is indrukwekkend om te zien met welke behendigheid de ober haar van de graat ontdoet. Als je ooit bij Los Corrales gaat eten, aarzel dan niet om een van deze gerechten te bestellen, ze zijn allemaal even heerlijk.
Je ziet, Chipiona is een Eldorado voor smulpapen die houden van wat de zee ons biedt. Origineler en verser kun je het echt niet verzinnen!
De meeste restaurants zijn niet of moeilijk online te boeken, je zult moeten bellen (zeker in het hoogseizoen) en gewoon sin bulli ,met wat geduld, een drankje nemen voordat je aan tafel gaat.
Als ik op mijn telefoon de foto’s van de Sierra de Aracena terugkijk, dan valt het me op dat behalve wit, er nog een kleur domineert. Natuurlijk, als je het dorp binnenkomt of hoog vanaf de weg bekijkt herken je de witte schittering van de muren van een authentiek Andalusisch wit dorp.
Maar als je verder kijkt ontdek je dat hier de tint oranje domineert. De oranje kleur op de daken als de zon ´s avonds achter de Sierra verdwijnt. Het donker oranje van de verse hammen en lomos van Bellota uit de streek. Of het oranje schijnsel op de kasteelmuren zodra de zon weer opkomt.
Maar ook de Riotinto, de rivier die de naam rood heeft gekregen maar waarvan het water donkeroranje is. Zelfs de gerechten waar regelmatig gerookte paprikapoeder in verwerkt wordt, hebben het intense karakter. En ook de grot van Aracena waar de verlichting de stalactieten en stalagmieten een sprookjesachtig effect geven.
Aracena bevindt zich in het noorden van de provincie Huelva, in de gelijknamige Sierra de Aracena, in de buurt van de Picos de Aroche. Het stadje wordt gekenmerkt door de typisch Andalusische architectuur. Met de bekende witgekalkte huizen en gebouwen die prachtig afsteken tegenover de groene landerijen en bergen die de stad omhullen.
De oorsprong van de naam Aracena verwijst mogelijk naar het Hispano-Arabisch centrum van Qtrsana of naar Aretiena, een rijke landeigenaar ten tijde van de Romeinse bezetting van deze streek.
HET KASTEEL VAN ARACENA
Allereerst klim ik door de smalle steegjes de heuvel op, naar het kasteel. De geschiedenis van de stad is nogal onduidelijk en vooral gebaseerd op de archeologische vondsten in de omgeving, die is gevuld met torens, kantelen en bogen van dit 13e-eeuwse kasteel, hoog op de berg, dat ooit waakte over deze streek.
Het kasteel werd gebouwd door de Caballeros del Hospital, een Portugese Ridderorde die een belangrijke bijdrage leverde aan de herovering van het gebied. Het kasteel is verdeeld in het Alcazaba, waar zich de Torre del Homenaje bevindt.
Vanaf het moment dat het kasteel werd verlaten tot aan 1917 werden de muren gebruikt voor de bouw van de nabijgelegen huizen Totdat deze praktijken uiteindelijk werden verboden om het culturele erfgoed te bewaren. In 1931 werd het kasteel uitgeroepen tot Nationaal Monument.
Vlakbij het kasteel bezoek ik de kerk van Nuestra Señora del Mayor Dolor, dat in Gotische-Mudejar stijl werd gebouwd tussen de 13de en 15de eeuw. Er bevindt zich de beeld van La Virgen del Mayor Dolor,de patroonheilige van Aracena.
GRUTA DE MARAVILLAS
´s Middags daal ik af naar de Gruta de las Maravillas, dat letterlijk Grot van de Wonderen betekent. Het ligt in het historische centrum van Aracena. De grot wordt omgeven door mysterie, ik heb het gevoel in een onderaards sprookjesbos te zijn terechtgekomen. Mijn gids vertelt dat de grot is ontdekt door een herder in 1886. Maar het duurde nog tot 1914 totdat de grot werd opengesteld voor publiek en het werd daarmee de eerste toeristische grot in Spanje.
De onderaardse formatie is een enorme kalkgrot die bestaat uit twaalf ondergrondse zalen en zes meren. De ronde zalen die ik tijdens mijn meer dan kilometer lange wandelroute kan bewonderen zijn:
Sala de las Conchas(schelpenzaal), het beginpunt van de route die wordt gekenmerkt door indrukwekkende stalagmieten.
Salón de los Brillantes (Diamantenzaal)
Salón del Gran Lago (Zaal met het grote meer)
Salón de la Esmeralda (Smaragdzaal)
Salón de la Cristalería de Dios (Gods kristalgrot), waar ik de meest prachtige formaties zie, die vanwege het hoge koper en ijzer gehalte in prachtige kleuren te bewonderen zijn.
Salón de los Desnudos (Naaktenzaal), waar deze zaal zijn naam aan te danken heeft, moet je zelf eens gaan ontdekken…
NATUURPARK SIERRA DE ARACENA
Zoals eerder vermeld ligt Aracena in het zuiden van de Sierra de Aracena, die is gevuld met dehesas van kurk- en steeneiken en waar zwarte Iberische varkens rondlopen en hun dagelijkse maal van zoete eikeltjes bij elkaar scharrelen. Het zijn de beroemde zwarte Ibérico-varkens die, zodra ze het loodje hebben gelegd, de onvolprezen Jamón Ibérico leveren. Centrum van deze productie is de Pata Negra.
Het varken heeft altijd een belangrijke rol gespeeld in de Spaanse keuken en cultuur. Het is het enige dier waarvan bijna alles wordt gebruikt en de Iberische ham is het meest belangrijkste product. En of een ham ook Iberische ham genoemd mag worden hangt niet alleen van het beest af maar ook van de hoeveelheid en samenstelling van het vet. Iberische ham moet aan strenge eisen voldoen en is altijd van een zeer goede kwaliteit. En zijn de varkens met eikels (bellotas) gevoed dan is de ham zelfs van uitstekende kwaliteit.
OP BEZOEK BIJ JAMONES EIRIZ IN CORTECONCEPCION
Domingo en Dolores van het familiebedrijf Eiriz, hebben me al vaak gevraagd om langs te komen, en dit keer komt het er eens van om een wandeling over hun landgoed te maken, de varkens van dichtbij te zien en de werkelijke uitleg te krijgen over verschillende hamsoorten uit de streek.
Jamon Eiriz ligt niet ver buiten Aracena en behoort tot de absolute top-leveranciers van Iberico Bellota hammen. Het bedrijf behoort tot de pioniers en bestaat al sinds 1818 waarin zij op een zeer respectvolle en traditionele manier Iberische ham en vleeswaren produceren.
We maken een wandeling door de dehesa waar de kleine zwarte varkentjes vrolijk lopen te huppelen en hun maaltje bij elkaar scharrelen. Ondertussen vertelt Domingo met passie over zijn dieren. Ibérico Bellota D.O.P is het paradepaardje onder de Spaanse hammen. De Spaanse varkentjes worden kort na hun geboorte gevoed met mais en graan voordat ze worden losgelaten in de vrije natuur.
Van september tot ongeveer maart kunnen de beestjes zich tegoed doen aan heerlijke zoete eikels in de eikenbossen. Door het vele bewegen en hun optimale voeding krijgen ze een bijzondere vetopslag in en rondom hun spiermassa’s. Tijdens hun laatste herfst mesten deze varkens zichzelf vet met de eikels van de eikenbomen waardoor hun vlees een bijzonder verfijnd aroma krijgt, met een uitzonderlijk hoog percentage meervoudig onverzadigde vetzuren.
Zo krijgt de Ibérico bellota ham een zachte textuur en is daardoor veel smaakvoller dan bijvoorbeeld de Ibérico Cebo of de Serranoham. De Eíriz hammen zijn allemaal gecertificeerd en voldoende aan de strikte regelgeving van de D.O.P (Denominacion de Origen Protegida)
Terwijl de varkentjes knorrend rondrennen, leer ik dat ham dat komt van de achterpoot een Jamon heet en een ham van de voorpoot een Paleta. De Aracena regio is waar de absoluut beste kwaliteit Iberico hammen vandaan komen, zeg maar de Grand cru voor Iberico.
De varkens bij Eiriz worden na 18 maanden geslacht. Er loopt gemiddeld maar één varken op één hectare dus dat zegt al heel veel. De hammen worden natuurlijk gedroogd, er wordt alleen gebruik gemaakt van zeezout en later de droging in de open lucht. De ham moet ruim drie jaar in de open lucht drogen en wordt dan officieel gecertificeerd. Wanneer een ham 100% Iberico is of niet kun je zien in onderstaande foto.
Het immense domein van Eiriz in het dorpje Corteconcepción ligt 2 km van de rivier de Odiel en ligt op 572 meter boven de zeespiegel. Corteconcepción profiteert van een microklimaat waar de winden van de Atlantische Oceaan voor de fraaie ziltheid zorgen terwijl op hetzelfde moment er een Mediterranen klimaat heerst
Domingo benadrukt nog eens: ´ We gebruiken alleen zeezout en elk stuk ham droogt van nature in de frisse lucht en wordt zo gerijpt. We werken op de klassieke manier zoals men dat ook 200 jaar geleden deed. Het vlees is verder onbewerkt en dus puur natuur.´
Als we de hallen binnenkomen waar de hammen hangen te drogen, komt de zoete geur me al tegemoet. En als ik rondkijk, besef ik dat hier voor een vermogen hangt. Maar dat is ook niet vreemd als je weet wat een werk er aan vooraf gaat voordat je een plakje van deze goddelijke jamon in je mond kan stoppen.
Na de rondleiding komt het smakelijkste deel van het bezoek: een proeverij! Wijn proeven en olijfolie proeven heb ik onder de knie, maar er gaat een wereld voor me open wanneer ik leer hoe je ham moet proeven. Je houdt de plakjes bijvoorbeeld tegen het licht en warmt ze ietsje op op de bovenkant van je hand voordat je proeft. Ik kan je verzekeren dat het smullen is!
De proeverij wordt vergezeld met een droge witte wijn van het Condado de Huelva en een zoete Montilla Moriles. Natuurlijk ga ik niet met lege handen naar huis. Met een stevige lomo en een pakje jamon iberico in mijn tas neem ik afscheid en beloof in het najaar nog eens terug te komen.
UIT ETEN IN ARACENA
De gerechten in dit gebied worden bereid met streekproducten en uiteraard staat het vlees en de jamon en lomo de Bellota op de menukaart. Verder veel gerechten van hert en everzwijn, verschillende soorten paddenstoelen, waaronder de gurumelo en smakelijke groenten als artisjok, piquillopepers, tuinbonen en enorme tomaten.
Dit zijn mijn favoriete restaurants en gerechten in het stadje Aracena, die ik tijdens de trip gegeten heb:
Om met de auto van Sevilla naar Aracena te rijden (90 km) begint je route op de A-66 waarna je afslag 782neemt en vervolgens je route vervolgt over de N-433.
Je kunt vanaf Sevilla’s Plaza de Armas ook de bus pakken naar Aracena. De busmaatschappij Damas verzorgt twee/drie dagelijkse diensten (één op zondag) tussen Sevilla en Aracena.
(Met dank aan Turismo Andaluz, Junta de Andalucia die deze reis mogelijk maakte)
Spanje is één van de beste plaatsen in Europa om de sterrenhemel te bewonderen.
Observeer de sterren eens vanaf uitkijkpunten of observatorio in adembenemende natuurgebieden. In het Nationaal Park Monfragüe in Extremadura bijvoorbeeld kun je naar de sterren kijken terwijl je op je eigen tempo tussen de steeneiken wandelt.
In de diverse observatoria leer je alles over de geheimen van de hemel op de schitterendste plekken in Spanje.
Zelf heb ik via telescopen het Universum mogen bekijken op de volgende plaatsen:
Het eiland La Palma is een van de beste locaties ter wereld om sterren te kijken. Omdat er bijna geen lichtvervuiling is en vanwege de klimaat- en weersomstandigheden werd het eiland het allereerste sterrenreservaat van Spanje.
De titel sterrenreservaat wordt toegekend aan beschermde gebieden waar een heldere hemel onderdeel is van het natuurlijke erfgoed. Het observatorium Roque de los Muchachos zorgt voor een bijzondere ervaring. Wanneer de avond valt, ontstaat er een wolkenveld boven het eiland. De bergtoppen steken er dan bovenuit wat je het gevoel geef dat je in de wolken bent.
In het natuurgebied Sierra de Filabres ligt het observatorium Calar Alto. De Spaans-Duitse Sterrenwacht, genesteld onder een bevoorrechte hemel, ligt op een hoogvlakte van 2168 m boven de zeespiegel en is de belangrijkste sterrenwacht van het Europese continent. Het bestaat iets meer dan veertig jaar en heeft flink bijgedragen tot de ontwikkeling van de astronomie in Spanje.
Ik had het voorrecht om de hemel te bestuderen met een professionele gids, die een enorme telescoop had meegenomen om het melkwegstelsel dichtbij te halen. De volgende morgen bezocht ik het centrum, en ging ik binnen in de enorme koepels met telescopen van wel meer dan 45 meter hoog.
Afgelopen voorjaar was ik op persreis in de Altiplano ten noorden van de stad Granada. Ook zo een schoon en rustig gebied, ideaal voor astro ervaringen. De Altiplano valt binnen het gebied dat in 2020 door Unesco is uitgeroepen tot Geoparque. Dit gebied heeft een van de schoonste luchten van Europa, dus het is perfect om, zodra de avond valt, de sterrenhemel te observeren bij Observatorio de la Sagra.
Ik kreeg de kans om een sterrenworkshop te doen. Die nacht heb ik verschillende astronomische objecten kunnen observeren, zoals planeten, nevels of zelfs het melkwegstelsel.
Toen ik in de jaren negentig en begin 2000 op La Gomera woonde ging ik in de zomer regelmatig naar het hoogste punt van het Nationaal Park Garajonay met een hoogte van 1489 meter. Ook daar keek je vanaf dat punt neer op het wolkendek en kon je in alle rust de sterren bestuderen.
Op heldere dagen lukte dat zelfs heel goed vanaf mijn eigen finca. De lucht was daar zo helder, dat ik regelmatig vanaf mijn terras satellieten voorbij zag komen.
Toen ik een nacht in de oudste Parador van Spanje mocht logeren, kon ik mijn eerste Starlight Experience beleven. Op een kleine 500 meter van de Parador is een prima plek om naar de sterren te kijken.
Het Parador ligt midden in natuurpark Sierra de Gredos en op een hoogte van 2000 meter. Liggend op houten dekstoelen en onder een warme deken zorgt een professionele gids van Fundacion Starlight voor een onvergetelijke en sprookjesachtige avond.
Ik pluk de sterren in de zevende hemel
In de greep van het Universum ben ik op zoek gegaan naar meer mooie plekken in Spanje om me te laten meenemen naar de overweldigende immensiteit van een hemel vol sterren en de nachtelijke schoonheid van een magische omgeving. Met een telescoop en hemelkaart probeer ik de sterrenbeelden, de planeten en de satellieten te benoemen. Het lijkt wel of er steeds meer bijkomen…
Op mijn verlanglijstje staan vier nieuwe observatorio om te gaan bezoeken:
Midden in Spanjes grootste Nationaal Park, Sierra Nevada en op de een na hoogte berg van Spanje Pico Veleta met 2896 meter werd in 1978 de sterrenwacht bebouwd. Het is een enorm complex met gigantische telescopen en ook een radiotelescoop. Deze sterrenwacht is in de winter nauwelijks te bereiken, in verband met behoorlijke sneeuwval.
In 2009 opende in natuurpark Sierra Cazorla Centro Astronomico Fresnedilla. Sierra Cazorla is zo een schoon gebied dat het de longen van Spanje wordt genoemd. Hier vind je in de hele wijde omtrek geen luchtverontreiniging, enkel pure zuurstof. Vanuit vijf meter hoge koepels kun je via telescopen de sterren bestuderen. Het is overigens ook een geschikte plek voor wandeltoerisme.
Binnen de driehoek gevormd door Madrid, Sevilla en Lissabon ligt Extremadura: een regio vol valleien, bergketens, vlakten en rivieren, beschouwd als één van de laatste ongerepte natuurparadijzen van Zuid-Europa en een van de laatst onaangetaste wildernissen van Europa
Het Monfragüe, dat op Unesco ’s werelderfgoedlijst te vinden is, staat bekend als ultieme sterrenkijkbestemming vanwege de uitzonderlijke nachtelijke hemels. Voor enkel drie euro kun je al een Starlite ervaring meemaken bij het Observatorio Astronomico de Monfragüe.
Deze sterrenwacht bevindt zich in superstrak en modern gebouw in the middle of nowhere tussen de wijn- en graanvelden van Tiedra, het oude Castilië. Binnen kun je het planetarium bezoeken en buiten de sterrenhemel bewonderen. De planeten en sterren worden zo dichtbij gehaald dat het lijkt of je ze met je handen kunt aanraken.
In de zomer kun je tussen je bezoek aan het planetarium en de astro-beleving dineren onder de sterrenhemel. Raadpleeg voor alle activiteiten even de website. Ik augustus van dit jaar tijdens de Perseïden, ga ik het allemaal meemaken en ik vertel je er over later dit jaar. Het Astronomisch centrum heeft ook het Certificado Starlight de Parque Estelar.
Vallende sterren of Meteoren?
Wist je eigenlijk dat er elk moment vallende sterren zijn? Normaal zien we ze niet, maar ze vallen constant, en dit is iets dat je pas beseft als je in totale duisternis naar de lucht kijkt. Overigens worden ze geen vallende sterren genoemd, maar meteoren. Die vallen niet echt naar beneden, maar het is het lichteffect dat je ziet wanneer een klein ruimtesteentje de dampkring binnendringt.
Een grappig weetje is dat vallende sterren in het Spaans Lagrimas de San Lorenzo heten.
Bij het bestuderen van het heelal vliegen de uren voorbij en geniet ik intens van een fascinerende wereld. Regelmatig zie ik een vallende ster en zou ik een wens willen doen, maar vaak kan ik geen woorden vinden. Turend naar het heelal, de sterren bijna aanrakend, bekruipt me soms het gevoel dat er geen andere plek op de wereld is waar ik liever zou willen zijn.
Hou er bij een bezoek van een astronomisch centrum of observatorio rekening mee dat het op flinke hoogte ´s nachts erg koud kan zijn. Zelfs zomers!
Voor hemelse ervaringen in Andalusië, kun je een kijkje nemen bij Astro Andalus