Het koninkrijk van Pedro Ximenez; Montilla Moriles

Een enorme piepende poort wordt geopend als ik in het dorpje Montilla aanbel bij Bodega Alvear. Deze bodega is een begrip in de regio. Niet zo vreemd, want het is een winery met een geschiedenis van wel 300 jaar oud! Als ik de oprit op kom rijden, valt onmiddellijk het statige karakter van de gebouwen me op. Ik parkeer mijn furgo op de patio en wordt hartelijk ontvangen door Inmaculada, de public relations van dit eeuwenoude familiebedrijf.

Alvear is een van de meest prestigieuze en internationaal erkende wijnmakerijen in Andalusië. Het wijnhuis heeft uitgestrekte wijngaarden gelegen in de beroemdste landgoederen van de Sierra de Montilla en Moriles in Córdoba.

In één oogopslag zie ik dat je deze bodega niet eventjes bezoekt. Vanaf de patio heb ik een mooi overzicht over de verschillende authentieke delen van de bodega tot aan de moderne ruimte waar de flessen machinaal worden gevuld en van etiketten worden voorzien.

Inmaculada neemt me eerst mee naar het oude gedeelte, de houten schuren met cementen tinajas waar wijn ligt te rusten. Ik ruik een zoetig alcoholisch aroma. Dan begint Inma te vertellen. Het verhaal begint eigenlijk in de 16e eeuw in een primitief landhuis in de bergen in het noorden van Spanje in Burgos. Daar woonde een eenvoudige familie Alvear die later verhuisden naar de Riojastreek.

Een lange geschiedenis

Juan Bautista García de Alvear y Garnica wordt geboren in Nájera in La Rioja in 1657. Deze personage werd burgemeester van de nobele staat Nájera, en tegelijk werd hij aan Córdoba toegewezen als beheerder van de koninklijke inkomsten. Daar trouwde hij met een adellijke dame uit Córdoba en uit dat huwelijk werd Diego de Alvear y Escalera geboren, de eerste van de wijnsaga.

Als Diego volwassen is, verhuist hij naar Montilla en daar, dichter bij hemel en aarde, groeit zijn liefde voor het platteland. Een passie ontstaat als hij de wijngaard aanlegt en in 1729 de Alvear-wijnmakerij bouwt. Een kleine en verborgen wijnmakerij in het nauwe labyrint van het dorpje Montilla.

In de loop van de tijd verwerft hij een grote stuk land in het gebied waardoor hij een van de grootste landeigenaren van de stad wordt. Met zijn zoon Santiago is hij dag en nacht in de weer met de wijnmakerij Montilla en aan het einde van die eeuw gaat er een eerste zending wijnen naar Engeland. De Engelsen zijn dol op de Pedro Ximenez wijn.

Een tijd land combineert hij zijn roeping als wijnbouwer met een gevaarlijk militair en politiek leven, als kapitein van het fregat “Mercedes”, dat zinkt tijdens de Slag bij Kaap Santa María door een aanval van de Engelsen. Daar is zelfs een roman over geschreven: Las dos vidas del Capitan.

Vanaf dat moment komt de persoon Foreman Billanueva in beeld, een assistent die Diego de Alvear en Ponce de León uit Argentinië hebben meegenomen en die hun vertrouwde voorman wordt. Bodegas Alvear heeft sinds zijn die tijd ​​tot de dag van vandaag altijd een belangrijke relatie onderhouden tussen Spanje en Argentinië. Foreman Billanueva markeert met zijn initialen de beste wijnen, en op deze manier word de Alvear-stijl gecreëerd.

Gedurende zijn 284-jarige geschiedenis heeft Bodegas Alvear zijn familiekarakter behouden en het eigendom van vader op zoon overgedragen en dat betekent dat het bedrijf vandaag in handen is van de achtste generatie. Alle opeenvolgende generaties hebben geleidelijk bijgedragen aan zowel de technische modernisering van de wijnmakerij als aan het behoud van het erfgoed.

Een boeiend verhaal dat me enorm intrigeert, maar Inma vindt dat ze genoeg heeft gepraat en na een wandeling door de wijngaard is het tijd om een flesje open te trekken. Ze neemt me mee naar een oude salon Don Diego waar foto´s en schilderijen van de hele dynastie de wanden bekleden. Er staat een gedekte tafel klaar met wel zes glazen. Dat belooft wat!

Montilla-Moriles, het koninkrijk van Pedro Ximénez

De belangrijkste wijnstok voor de Montillawijn is de Pedro Ximénez, die oorsponkelijk uit het Rijngebied komt, een witte druif die de unieke basis vormt van zijn zoete, fijne, oloroso en amontillado wijnen. Terwijl Inma de 3 Miradas serveert en we beginnen met de proeverij vertelt ze verder over het proces. De 3 Miradas vind ik persoonlijk vrij droog. Maar het volgende glas met een laagje Fino Capataz smaakt me al beter, maar bij de Palo Corto begin ik er in te komen en de smaak te waarderen.

De druiven worden over het algemeen verbouwd op kalkrijke bodems. In het gebied worden twee soorten onderscheiden: albarizas of alberos; zeer kalksteen en doorlatende bodems, waar de langste en meest evenwichtige rijpende druiven worden verkregen. En de ruedos, roodachtige bodems door de aanwezigheid van ijzer.

Vervolgens vindt in deze wijnen het wonder van rijping onder de flor-sluier plaats, een natuurlijk biologisch proces waarbij autochtone gisten zich op het oppervlak van de wijn ontwikkelen en een crèmekleurige laag vormen. Het is hetzelfde proces als bij de sherry-wijnen van Jerez. De activiteit van deze gisten geeft de wijn een eigenaardig aroma en smaak die heel anders is dan de oorspronkelijke. Om de ontwikkeling van deze gisten te bevorderen, worden de temperatuur en de vochtigheidsgraad in de kelders gehandhaafd en wordt slechts twee derde van de capaciteit van de vaten gevuld, zodat er voldoende vrije oppervlakte overblijft voor een optimale ontwikkeling van de “sluier”. De oudste fino’s worden, wanneer ze hun voedingscapaciteit voor de flor hebben uitgeput, amontillados genoemd en krijgen een gouden kleur.

Daarintegen wordt bij de olorosos deze ontwikkeling van de graansluier voorkomen door de vaten volledig te vullen. Op deze manier wordt veroudering teruggebracht tot de smaak die het eikenhout en de tijd op de wijn achterlaten. Als Inma na een Palo Cortado een Oloroso Catan voor me inschenkt, valt direct de donkere goudkleur op. Dit is een drankje waar ik wel van hou. Een tikje zoet, ideaal voor een combinatie met een kaas- en ham plankje.

Pedro Ximénez-wijn is een zoete en soepele wijn, hij ontstaat door de druiven lang in de zon te laten rijpen, de trossen worden uitgespreid op een bed van gevlochten espartogras waar de rozijnen langzaam worden gedroogd. Zodra de rozijnen zijn geperst, wordt een dichte most verkregen, een echt rozijnen sap. De speciale editie Pedro Jimenez 1729 die ik mag proeven is dan ook donkerbruin en wat mij betreft iets te zoet, het smaakt inderdaad naar rozijnen sap, maar dan met alcohol.

Hoe werken criaderas en soleras?

De vaten die worden gebruikt om de fino groot te brengen, hebben een inhoud van ongeveer 500 liter. Het voorkeurshout, vanwege zijn porositeit, is Amerikaans eiken. Nieuw hout mag nooit worden gebruikt.

De criadera die zich het dichtst bij de grond bevindt, is de solera; degene die zich er direct boven bevindt, eerste criadera; de volgende, tweede criadera enzovoort. Elke criadera bevat wijn van hetzelfde rijpingsniveau; de solera, degene met de meeste rijping, de eerste criadera, het volgende rijpingsniveau enzovoort tot aan de jongste criaderas.

Bodega Alvear vandaag de dag

Door de geschiedenis heen heeft Bodega Alvear zijn familiekarakter en eeuwenoude wortels behouden. De Alvears van vandaag zijn talrijk, er zijn momenteel meer dan 50 eigenaren, sommige managers van het bedrijf maken ook deel uit van de familie.

Alvear verkoopt zijn wijnen door heel Spanje, met als belangrijkste markt het Middellandse Zeegebied van Catalonië tot Algeciras. Het wijnhuis verkoopt 40% van zijn productie buiten de Spaanse grenzen aan meer dan 25 verschillende landen, waaronder Groot-Brittannië, Nederland, Japan, Canada en Australië.

Sinds kort zijn ze ook begonnen met een vermout van het huis en als ik die proef, ben ik meteen verkocht. Wat een aroma! Wat een smaak! Heel speciaal. Die moet mee naar huis, dat moet ik delen!

Ik mag het eigenlijk niet zeggen, want het wijnhuis staat bekend om zijn D.O wijnen van Montilla Moriles, maar als ik heel eerlijk ben, is deze vermout mijn grote favoriet.

Als ik denk dat de proeverij op zijn eind is gekomen, vergis ik me. Inma loopt even weg en komt even later terug met een ijskoude likeur van een heel speciale editie. Hiervan zijn maar een beperkt aantal flessen gebotteld. Ik geef toe, ook deze is heerlijk. Maar toch kan niet op tegen zijn voorganger.

Als ik op mijn horloge kijk, zie ik dat het bezoek ruim twee en half uur geduurd heeft. Het is tijd om op te stappen, maar voordat ik vertrek, lopen we nog even langs de winkel want een flesje vermout gaat er natuurlijk mee. Ik bedank Imma voor haar uitvoerige verhalen en de geweldige proeverij. Met nieuwe kennis en een andere kijk op de Pedro Ximenez wijnen stap ik in mijn furgoneta en start de motor. Echter, ik rij enkel de poort en de straat uit. Daar geniet ik in een taveerne van een uitstekende Cordobeese lunch en daarna doe ik een dutje in de furgo alvorens ik verder reis.

Praktische informatie:

Bodega Alvear ligt in het centrum van Montilla in de Calle Maria Auxiliadora 1.

Je kunt via de website informatie opdoen en voor diverse proeverijen reserveren. Bijvoorbeeld in de prachtige Don Diego zaal, waar ik was, maar ook in de wijngaard.

Voor reserveringen bel je naar (0034) 957.650100.

De tien mooiste Pueblos Blancos van Cadiz

In Andalusië bevinden zich diverse Pueblos Blancos. Cadiz is een van de provincies waarvan de Pueblos Blancos in veel reisgidsen en webpagina’s worden aanbevolen. Dit najaar reisde ik af naar het Natuurpark van Grazalema en bezocht de witte dorpjes in dit ruige natuurgebied.

Je kunt er uitstekend wandelen, heerlijk eten en de Moorse cultuur in de witte dorpen ontdekken. Maar ieder dorp heeft wel een bijzondere hotspot of traditie die het extra leuk maakt om te ontdekken. Ik trok er zes dagen voor uit en bezocht twee dorpen per dag. Van de een zul je waarschijnlijk wel eens gehoord hebben en de ander zal nieuw zijn omdat er nog weinig over is geschreven of verschenen. Hierbij mijn top 10 van Pueblos Blancos in het Parque Natural Sierra de Grazalema zoals ik ze ervaren heb.

El Bosque

Mijn uitgangspunt was el Bosque, een schattig wit dorpje, dat tegen de bergwand aangekleefd lijkt. El Bosque ligt eigenlijk aan de rand van het park van de Sierra de Grazalema, aan de oevers van de Majaceite rivier. Tussen en rondom de witte huizen van het dorp vind je dan ook veel groen en je kan er een bezoek brengen aan de mooie El Castillejo botanische tuin. Daarnaast lopen er vanuit El Bosque verschillende schitterende wandelroutes langs de rivier en door het natuurpark. Ik maakte de wandeling langs de rivier naar het dorp Benamahoma. Deze wandeling gaat vals plat omhoog en heeft hier en daar wat houten traptreden. Het is heerlijk om in het najaar in dit bos langs de rivier te wandelen.

Benamahoma

Benamahoma is een betoverend bergdorpje, aan de zuidwestelijke hellingen van de vallei, 14 km ten westen van Grazalema.  Wandelaars in de Sierra gaan bijna altijd door dit dorpje. Het is heel buitenlander vriendelijk en iedereen die je tegenkomt zegt vriendelijk Buenos Dias als ze in de straat gaan. Ik bracht een bezoek aan het ecomuseum Agua Olina van Benamahoma, verbaasde me over de Moorse poorten en de gouden koepel op de toren in het kleine dorpje en at heerlijke streekgerechten en kazen tegenover de toren in restaurant La Casa del Duende.

Grazalema

Een van de meest bezochte dorpjes in de Sierra. Het is hoog gelegen op 812 meter en vanuit het dorp heb je een schitterend uitzicht over de rode daken en het weids panorama van berggebied. Het is leuk om door de kronkelende steegjes te wandelen en het leven in slow motion te observeren. Grazalema staat bekend om zijn geweldige kazen, queso payoyo worden deze genoemd. Je bent niet in Grazalema geweest als je niet van deze kazen hebt geproefd. Of nog beter, bezoek de gezellige kaaswinkeltjes en neem wat lekkers mee naar huis.

Grazalema staat ook bekend om wollen producten van de wol van de zeldzame merinosschapen die in de bergen leven. Vanuit het dorp vertrekken veel wandelingen door het natuurgebied waarbij je de prachtige naaldbossen met zeldzame sparren, pinsapos, in de glooiende heuvels van het park leert kennen.

Villa Martin

Op mijn roadtrip door de Sierra kwam ik langs Villa Martin. Een niet veelzeggend dorpje, maar er was me verteld dat er een prachtig yoga retreat centre buiten het dorp zou liggen. Via een landweg bereikte ik het Suryalila centrum en werd hartelijk ontvangen met zelfgemaakte chocolademelk. In een enorme koepel, vergelijkbaar met een yurt woonde in een prachtige yogasessie bij. Stiekem hield ik wel mijn ogen open, want het uitzicht over de vallei was zo mooi! Je kunt de hele dag op het landgoed vertoeven en bijvoorbeeld genieten van een vegetarische maaltijd. Persoonlijk vond ik het allemaal té Engels georiënteerd en eerlijk gezegd ben ik daar en beetje allergisch voor, we wonen in Spanje. Maar het yogamomentje in de schitterende koepel heeft me wel goed gedaan.

Prado del Rey

Ook dit is een dorp waar weinig te beleven valt, maar iets buiten het centrum ontmoette ik Jose Antonio eigenaar van de zoutpannen Salinas de Iptuci. Een waar wonder, want op deze plek midden in de bergen komt zomaar uit een bron zout water omhoog. En daar maakten de Feniciërs en Romeinen al gebruik van. Jose Antonio neemt me mee naar de bron waar heel langzaam zout water naar boven bubbelt. Vanaf die plek loopt het water over naar verschillende banken. Zijn opa en grootvader leerde Jose Antonio hoe het zoutdrogingsproces in zijn werk gaat en dat je er drie verschillende vormen van zout uit kunt winnen. Allereerst zoutschilfers, escamas, die het goed doen op salades en vleesgerechten, vervolgens Flor de Sal, dat ´s morgens bij het ochtendgloren gewonnen wordt en als laatste het grove zout dat bruikbaar is voor verschillende doeleinden in de keuken.

Chefkoks als Angel Leon en andere bekenden komen speciaal naar las Salinas de Iptuci om hoogwaardig en met de hand gewonnen zout voor hun gerechten te kopen.

Ubrique

Wie Ubrique zegt heeft het over leer. Weer zo´n klein wonder, want in dit verscholen dorpje in de Sierra de Grazalema worden luxe handtassen en andere accessoires van leer gemaakt. Alles in Ubrique draait namelijk om dit natuurlijke materiaal. Iedereen die er woont, leeft voor en van het materiaal door het te bewerken tot luxe handtassen, portefeuilles en ceinturen dat vaak al jarenlang van generatie op generatie zijn doorgegeven. Er zijn nog leerbewerkers die hetzelfde ambacht al van kinds af aan uitoefenen. Die ambachtslieden werken bij een van de ruim 100 leerfabrieken die Ubrique telt.

Er wordt behoorlijk geheimzinnig gedaan over de fabriekjes én in het leermuseum want het publieke geheim is dat grote modemerken uit Madrid, Parijs en Milaan hier hun lederwaren laten maken. Namen als Chanel, Givenchy, Lanvin, Lacroix, Louis Vuitton, Cartier, Loewe Carolina Herrera en Gucci komen hier met hun ontwerpen langs om luxe artikelen te laten fabriceren.

Je mag in de fabrieken en in het museum dan ook geen foto´s maken want wat hier gebeurd is strikt geheim en werknemer moeten zelfs een geheimhoudingsverklaring tekenen! Het is niet de eerste keer dat ik Ubrique bezoek, natuurlijk kan ik het niet laten en ik verlaat het dorpje met een schitterende nieuwe leren tas.

Benaocaz

Vanaf het kleine bergdorpje Benoacaz loopt er een oude Romeinse weg de Calzada Romana naar Ubrique. Ik liep deze route in de herfst en dan is het extra mooi i.v.m. de herfstkleuren. De tocht gaat grotendeels over een eeuwenoud breed wegdek van oude keien dat de Romeinen hebben aangelegd. Je loopt door een typisch kalksteen- en karstlandschap, met steeneikbossen en mediterrane vegetatie.

Je verlaat Benaocaz via de Avenida de Cadiz, en langs de hoofdweg vind je de start van de route bij een informatiebord ; Sendero Calzado Romana. Vervolgens is de route goed gemarkeerd. Het eerste deel voert over een smal pad, tot je op een gegeven moment op de echte brede Romeinse weg terecht komt. De weg blijft breed en na ca. een uur kom je bebouwing tegen en wandel je Ubrique binnen.

El Gastor

El Gastor ligt op 131 kilometer van Cádiz, de hoofdstad van de provincie aan de kust. El Gastor staat bekend als het balkon van de witte dorpen, dit komt vooral door de prachtige uitzichten vanaf de toppen van Las Grajas en Algarí. Een must see zijn de Dolmenen van El Gastor, maar ook het dorpje is leuk om doorheen te wandelen en om een terrasje te pakken en het museum Jose Maria El Tempranillo te bekijken.


Een mooie wandelroute loopt van El Gastor-Dolmen del Charcón-Mirador Buitreras-Pico Las Grajas naar Pico Algarin. Vanuit het dorp Gastor kun je genieten van enorme verlaten boerderijen en een prachtig uitzicht op de enorme hoeveelheid gieren. Ik kan je deze wandeling echt aanbevelen.

Zahara de la Sierra

Dit is echt een van mijn favoriete dorpen in dit gebied. Ik denk dat dat komt door het geweldige uitzicht over het blauwe stuwmeer van Zahara. Je hebt vanaf het dorp een prachtig uitzicht over de omgeving en het kasteel. In het najaar, het laatste weekend van oktober vindt er het feest van de overheersing plaats. Moros y Cristianos symboliseert dat in 1483 de Moren verdreven werden en Zahara toebehoorde aan het Spaanse koninkrijk.

Iets buiten Zahara ligt een olijfolieperserij Oleo Viride waar ecologische olijfolie geperst wordt. De eigenaar maakt ook een eigen rode en witte wijn en een pittige vermout. Je kunt er terecht voor een olijfolieproeverij en kijken hoe het persen in zijn werk gaat. Bij de proeverij horen ook hapjes of als je wilt kun je een boerenlunch in de tuin bestellen met lokale kazen en een speciale soep met de naam Sopa Hervida. Ik zou wel even van tevoren reserveren.

Olvera

Olvera is ook nog zo´n parel! Je ziet dit witte dorp al van veraf liggen omdat de kerk en het kasteel hoog op de berg boven het dorp uitsteken. De burcht bevindt zich op het punt van Olvera waar je een prachtig uitzicht hebt over het Andalusische landschap.
Vanaf deze burcht kun je de historische frontlinie van kastelen zien welke ooit de Moslim machten scheidde van de Spaanse christenen. Toegang tot het kasteel vind je via de Calle Calzada. Dit was de enigste ingang en daarmee werd het dus moeilijker om de burcht te veroveren. Er zijn twee punten waarmee deze burcht zich onderscheid ten opzichte van alle andere in de provincie. Allereerst de vierkante toren met schietgaten en de ronde toren met een betegeld dak. 

Hoewel het een ruïne was, bevind het zich nu in een redelijk goede gerestaureerde staat. Ook is er een museum bij gelegen. Een bezoek zeker waard, al was het al wegens het machtig mooie uitzicht. De gemeente Olvera is de huidige eigenaar van de burcht. Men heeft het enkele jaren geleden overgenomen van de familie die het in bezit had.

Vanaf Olvera kun je ook een schitterende fietstocht maken over de Via Verde de la Sierra, een van de meest geliefde Vias Verdes van Spanje.

Setenil de las Bodegas

Dit is misschien wel een van de bekendste witte dorpen van de provincie Cadiz. Het ligt niet ver van Ronda en dankt zijn bekendheid aan publicaties in magazines zoals Traveler en National Geografic.

Setenil de las Bodegas heeft een rijke geschiedenis en deze laat zich overal in het dorp zien. Het lijkt wel één groot openluchttheater wanneer je hier rondwandelt. Het oude Kasteelen het fort van Setenil domineren de stad vanaf een heuvel. Hier vindt je ook de prachtige kerk Nuestra Señora de la Encarnación. Daarnaast liggen er een aantal spectaculaire hermitages voor het oprapen, die allemaal even fotogeniek zijn.

Het spectaculaire netwerk van grotten en kliffen, is nog wel het meest bijzondere aan het stadje. De Cueva del Sol en de Cueva de la Sombra zijn de twee belangrijkste straten. Beide zijn gebouwd onder de rotsen en worden van elkaar gescheiden door de rivier Guadalporcún. In de eerste straat schijnt altijd de zon, terwijl in de tweede straat altijd schaduw te vinden is. In beide straten liggen veel gezellige restaurants en cafés met terrassen onder de rotsblokken.

Toen ik in Setenil was, werd juist ook het Moros y Cristianos feest gevierd. Het hele dorp was bij het evenement betrokken en iedereen speelde vol passie zijn rol in het verhaal.

Praktische informatie

De witte dorpen zijn vanuit Malaga of Cadiz gemakkelijk te bereiken. Hou er met de afstanden rekening mee dat het gebied erg bergzaam is met slingerende wegen waar je de tijd voor moet nemen. Je kunt gemakkelijk twee of drie dorpjes per dag bezoeken en overal kun je uitstekend lokaal eten en zijn er overnachtingsmogelijkheden.

Er zijn in dit gebied natuurlijk nog veel meer witte dorpen te ontdekken maar ik heb mijn favoriete top tien voor je op een rij gezet, dorpen die je gemakkelijk met elkaar kunt combineren en allemaal iets bijzonders bieden.

Geniet in de witte dorpen van Cadiz! En vergeet echt niet om de lokale producten en drankjes te proeven. Het leuke is dat overal wel een traditie of oud verhaal bij hoort.

( Met speciale dank aan Family Agencia voor de organisatie)

Leven met de getijden in O Salnés, Galicië

De eerste keer dat ik Galicië bezocht was zo´n tien jaar geleden. Uiteraard om de kathedaal van Santiago de Compostela te bezoeken. Ik vond het een fascinerend gebied en deze zomer kreeg ik de kans om terug te gaan. Galicië ligt in het noordwesten van Spanje en wordt omgeven door de Atlantische Oceaan en de Cantabrische Zee. Er heerst een gematigd klimaat en de rijke vegetatie en de grote variëteit aan oorspronkelijke flora en fauna maken Galicië tot een natuurlijk paradijs. Het gewest O Salnés ligt in het warmste deel van Galicië in de Rias Baixas. Het is een ideaal gebied om voortreffelijke stranden te ontdekken en kennis te maken met de hoogstaande gastronomie.

Als ik in de namiddag bij mijn accommodatie Quinta de San Amaro aankom, val ik meteen met mijn neus in de boter; ik kan direct aanschuiven bij een kookworkshop. Op tafel liggen netjes met schaaldieren en mosselen, er ligt een enorme arm van een pulpo en diverse verse groenten zorgen voor een kleurrijk stilleven. Kokkin Charo, die de workshop geeft, zet ons onmiddelijk aan het werk en schenkt ons een goed glas Albariño in, dé wijn uit deze streek in Galicië. Een uur later proef ik de lekkerse mosselen ooit. Gewoon gekookt in water! Niets toegevoegd! Om je vingers bij op te eten. Ook het zeemansrijstgerecht Arroz a la Marinera dat we met elkaar bereid hebben, is om te smullen!

Natuurparken en eilanden

De volgende dag ga ik op weg om de groene omgeving te verkennen.  Langs de Galicische kust liggen talloze eilanden. Een paar kleine eilanden met een bijzondere charme vanwege de intieme sfeer, en andere grotere eilanden waar de gewoonten en tradities van de zee tekenend zijn. Zonder twijfel is A Toxa het bekendste eiland van Galicië. Het is bekend op de zeep die er vandaan komt, La Toja, en om het kuuroord en casino. Vroeger kon je alleen per boot bij het eiland komen. Nu verbindt een smalle strook asfalt het eiland met het vasteland.

Ik trek verder naar een dorpje waar ik met een kleine boot de rivier wordt overgebracht naar het eiland Cortegada. Een eiland dat slechts 200 meter voor de kust van Vilagarcía de Arousa ligt en een rijke geschiedenis en het grootste laurierbos van Europa heeft. Het hoort bij het Nationale Park van de Islas Atlánticas dat in de top tien van de meeste bezochte parken in Spanje staat. Het park bestaat uit zes eilanden waarvan de Cies-archipel in de monding van de Ría de Vigo het bekendst is.

De archipel bezit een aantal prachtige stranden, een uniek vogelreservaat voor bedreigde vogelsoorten en een zeebodem van onschatbare waarde. De eilanden Ons vormen nog een ander authentiek natuurlijk paradijs. Je kunt de eilanden het hele jaar te bezoeken dankzij de regelmatige diensten van veerboten.

Eeuwen geschiedenis

Het erfgoed van een land wordt bepaald door zijn geschiedenis en identiteit. Galicië bezit een groot aantal religieuze monumenten die het verhaal vertellen van de geschiedenis door de jaren heen. Kenmerkende bouwwerken in deze streek zoals de “pazos” en de “hórreos” tonen onmiskenbaar de eigen identiteit van Galicië binnen Spanje. Ik kom ze overal onderweg tegen. Pazos zijn enorme landhuizen en Horreos zijn stenen gebouwtjes waar de oogst bewaard en gedroogd wordt. De vele kerken en kloosters bepalen ook het beeld van het Galicische erfgoed. Het historische stadje Cambados aan de kust is op zich al een monument. Tijdens mijn tocht maak ik een culturele ontdekkingsreis door de geschiedenis.

Ik wandel over prachtige routes langs oude watermolens, langs de loop van rivieren en door groene en schaduwrijke bossen. Zij bieden de mogelijkheid om van de schoonheid van het landschap te genieten. Galicië is groen en blauw, intens groen zijn de velden, bergen en bossen en vol blauw is de lucht en het water. Ook zijn er archeologische resten te zien van Keltische nederzettingen die meer dan tweeduizend jaar oud zijn.

In Galicië staan veel kloosters en kerken die van een grote culture en architectonische waarde zijn. Een daarvan is het cisterciënzer klooster van Armenteira uit de 12e eeuw. Een rustig plaatsje waar ik aan het einde van de dag beland. Over dit heiligdom gaat de legende van Sint Ero, een edelman die in een droom van Maria de opdracht kreeg om een klooster ter ere van haar te stichten en een godvruchtig leven te gaan leiden.

Traditionele luxe

Veel kenmerkende gebouwen in Galicië zijn de eerder genoemde “Pazo’s”, oude herenhuizen die de residentie waren van edelen en waarvan de meeste nu vaak musea of bodega´s zijn. Zij staan meestal in landelijk gebied en hebben goed verzorgde tuinen en zijn luxueuze inrichtingen. Een goed voorbeeld is de Pazo de Rubianes die officieel erkend is als een van de drie adellijke huizen van Spanje. De tuin staat vol bloemen waaronder talloze camelia´s en hortencia´s. Twee andere pazo’s die ik bezoek en zeer de moeite waard zijn zijn Vista Alegre in Vilagarcía en Fefiñáns die zijn naam heeft gegeven aan het belangrijkste plein in Cambados. Deze pazo heeft binnen zijn muren, een gerenommeerde bodega van albariñowijn.

Camino a Santiago

Er bestaan verschillende officiële routes die naar Santiago de Compostela lopen, waarvan de Camino Francés, Inglés, Portugués, de Ruta de la Plata en de Ruta del Mar het bekendst zijn. Alle routes hebben als eindbestemming de crypte van de apostel en zijn beeld, dat traditiegetrouw omarmd wordt. Wat veel mensen niet weten, is dat de oorspronkelijke en meest authentieke route door O Salnes loopt.

In het jaar 44 werd de Ría de Arousa bevaren door de boot die het lichaam van de apostel Jacobus vervoer, richting Compostela. Nadat hij in het Heilige Land onthoofd was, werd zijn lichaam door zijn discipelen Atanasio en Teodoro meegenomen. “Een engel bestuurde de boot en een ster was hun gids”, staat er geschreven. Zo kwamen ze aan voor de kust van Galicië, voeren de Ría de Arousa in en over de rivier de Ulla totdat ze in Santiago de Compostela aankwamen.

Vandaag de dag kun je vanuit plaatsje Vilagarcia de Arousa met een boot de rivier over varen in de voetsporen van de tocht die de discipelen met het lichaam van de heilige Santiago gemaakt hebben. Onderweg staat aan de oevers enorme cruxeiros (kruizen) die de koers aangeven. Uiteindelijk kom je aan bij het plaatsje Padron en dan is het nog 24 kilomter lopen, door de bergen, naar Santiago de Compostela.

De “Compostela” is het certificaat dat verklaart dat een pelgrim in Santiago is aangekomen. Hiervoor moet de pelgrim de credencial (stempelboekje) overleggen en aantonen dat hij minstens de laatste honderd kilometer heeft gelopen, of te paard heeft gedaan, of de laatste tweehonderd kilometer op de fiets. Tegenwoordig kun je de Camino de Santiago ook zeilend afleggen. In dat geval doe je El Camino a Vela en moet je minimaal 100 mijl afleggen. De geloofsbrief is geldig als er onderweg minstens twee stempels per dag gezet zijn. De credencial wordt uitgegeven door het Pelgrimskantoor, herbergen, verenigingen van Vrienden van de Camino, enz.

Door O Salnes lopen twee bijzondere Caminos de Santiago die bij mensen weinig bekend zijn. Zij vormen beiden een uitstekende optie om eens van de gebaande paden en het massatoerisme af te wijken en een Camino te doen die een stuk rustiger is. Het gaat hierbij om de Ruta del Padre Sarmiento en El Variante Espiritual.

Ken jij de mosselman?

Tijdens mijn dagen op O Salnes geniet ik dagelijks van de geweldige zeevruchten en schaal- en schelpdieren. Verser en smakelijker dan hier bestaan er naar mijn mening niet. Het is algemeen bekend dat de beste mariscos hier vandaan komen. Ik weet inmiddels ook waarom. Het leven van Galicië is aangepast aan het tij. Er staat een enorme stroming en iedere keer als het tij op komt vullen de rivieren zich met zeewater. Echter, zes uur later als het tij weer afneemt stroomt er zoet of brak water door de rivieren.

De zeevruchten krijgen dus enorm veel plankton en mineralen op hun bord en dat is de reden voor de geweldige smaak. Op de rivieren tref je enorme drijvende mosselkwekerijen aan. De mosselen groeien aan lange trossen touw die wel dertig meter lang in het water naar beneden hangen. Je kunt deze kwekerijen bezoeken en een halve dag met een kweker meelopen om mosselen te plukken. Diezelfde mosselen liggen een uurtje later dan alweer smakelijk op je bord.

Heiligen en heksen

Op de laatste dag bezoek ik een kleine kapel op een heuvel bij het strand van Sanxenxo. Als ik de kapel binnenkom krijg ik een rieten bezem in mijn handen gedrukt. De bedoeling is dat ik drie rondjes om het altaar met de heilige maagd Nuestra Señra da Lanzada veeg. Schijnbaar houdt het het boze oog en andere kwaadaardige energieën op afstand. Voor de zekerheid veeg ik de vloer rondom de maagd die streng toekijkt. Aan spannende verhalen over hekserij en toevaligheden die op je pad komen is in Galicië geen gebrek.

Dan rij ik terug naar mijn knusse hotel in Meaña voor lange avond traditionele legendes onder het genot van een uitbundige zeedis. Echter ook dit bezoek aan Galicië voelt weer als veel te kort. Ik ben vastbesloten om volgend jaar terug te komen om meer te ontdekken in het groen met blauwe paradijs in het noorden van Spanje.

Vanuit Santiago de Compostella ben je binnen 20 minuten per auto, bus of trein in de streek O Salnes.

Voor meer informatie kijk je op de website van de negen dorpen van de streek O Salnes

De smaak van Andalusië, smullen in iedere provincie

Andalusië zou je een culinair continent te midden van het omvangrijke Spaans Gastronomisch Universum kunnen noemen. Er bestaan maar weinig zulke gevarieerde keukens met ieder een eigen smaak als die van de acht Andalusische provincies.

Laten we een kijkje nemen en ontdekken welke gerechten of producten je niet mag missen als je in desbetreffende provincie bent. Waar je ook gaat eten, je proeft altijd de pure smaak van het land of de zee. In Spanje noemen we gerechten of restaurants met lokale producten ook wel KM 0 (kilometro cero).

Almeria

De keuken van Almeria is fantasierijk, onafhankelijk en origineel. Bovendien is het ook een gezonde keuken, met veel eigen tuinbouwproducten zoals de paprika waarvan de paprikapoeder gemaakt wordt die men in veel gerechten gebruikt, of de bekende La Cañana tomaat, en veel vis en zeevruchten aan de kust.

Het zijn kenmerkende elementen van het Mediterrane dieét, die samen met de olijfolie, de kazen uit de Alpujarras, de ham uit het plaatsje Seron in het binnenland en de streekwijnen het plaatje compleet maken.

De kazen uit Seron zijn ontzettend lekker, proef ze.

Cadiz

De keuken van Cadiz is een combinatie van zee, platteland en bergen. De keuken is net zo rijk en gevarieerd als de provincie waar hij toebehoort. Cadiz staat bekend om zijn artisjokken en kool, de bekende asperges van Alcala del Valle, en de paddenstoelen van Los Alcornales die worden gestoofd. Uit de groenten op het platteland onstaat de gazpacho.

Terwijl aan de kust vis zoals zeebrasem, zeetong, rode tonijn van Barbate (mijn lievelingsgerecht) en zeevruchten zoals de garnalen van SanLucar wereldbekend zijn, mag ook de pescaito frito, ofwel verschillende soorten gebakken vis, niet aan tafel ontbreken. In de Sierra wordt een goede olijfolie geproduceerd die naast ambachtelijke kazen en het vlees van het runderras Retinto de hoofdrol spelen. Ook de sherry´s uit Jerez verdienen een aparte vermelding.

De absolute topper aan de kust van Cadiz; Tartar van Rode Tonijn van Barbate

Cordoba

De Cordobeese keuken is uitgebreid en vol nuances. Deze verscheidenheid komt voornamelijk door de ligging van deze provincie. In de bergen leeft het Iberisch varken waarvan de heerlijke ham van Los Pedroches komt. Ook gebruikt men honing, kastanjes en groot wild uit het bos.

Van het platteland en de vlakten van de Guadalquivir komen olijfolie, wijn en azijn van de D.O Montilla Moriles. Ook de olijfolie van de Sierra Subbetica, met name van Priego de Cordoba wil ik apart vermelden. Men oogst in deze provincie sinaasappels van Palma, kweeperen van Puente Genil en perzikken van Almodovar. In heel Spanje zijn de koekjes en anijs uit Rute bekend en ook de kazen uit Zuheros. Traditionele gerechten zijn salmorjeo, Cordobeese flamequin en artisjokken a la montillana.

Een goede Salmorejo in Cordoba mag je echt niet overslaan

Granada

De uitgebreide gastronomie van Granada is het resultaat van een lange Moorse culturele erfenis en de unieke ligging en klimaat. Terwijl de Vega streek groenten en fruit levert, worden in het binnenland de lage temperaturen bestreden met stevige stoofschotels. Het vlees komt voornamelijk uit de Alpujarra, met als topper de jamon uit het hoog gelegen Trevelez.

De Costa Tropical zorgt voor verse vis en is de streek waar de tropische vrucht chirimoya gekweekt wordt. Ook in Granada maakt men olijfolie die de typische Alpujarra gerechten op smaak brengt. In het plaatsje Riofrio staat forel op het hoofdmenu en wordt biologische kaviaar verkocht.

Proef de tropische vruchten van de Costa Tropical

Huelva

Diversiteit is het kernwoord in de keuken van Huelva. Een gastronomie die het midden houdt tussen zee en bergen en soms vermengd is met culinaire tradities van de grensregio Extremadura of het buurland Portugal. Uitblinker in Huelva is de jamon de Jabugo, van het Iberisch varken. Ook de geitenkazen en paddenstoelen van de Sierra de Aracena mogen niet onvermeld blijven. Dit alles wordt vergezeld met wijnen van de D.O Condado de Huelva.

De zee is de andere grote provinciale voorraadkast en biedt veel vissoorten en zeevruchten. Vooral de witte garnaal uit Huelva is befaamd en ook de kleine pijlstaartinktvis mag niet op tafel ontbreken. Bovendien staat Huelva bekend om zijn heerlijke aardbeien die vanaf maart al verkrijgbaar zijn.

Witte Gambas met zeezout, om je vingers bij op te eten

Jaen

De gastronomie van Jaen weet de Romeinse (wijn, granen, olijfolie) en Moorse (gebak) erfenis te combineren met invloeden van de aangrenzende keuken van de regio Castilla La Mancha. Jaen staat grotendeels bekend om zijn enorme vlaktes met olijfbomen waar een voortreffelijke olie wordt geoogst. Met die olie bereidt men gerechten met gevogelte, hert, zwijn en varken die in de bergen leven. Ook wordt de olijfolie rijkelijk gebruikt bij salades, gazpachos en warme soepen. Bekend in Jaen is het stoofpotje andrajo. Doordat Jaen in het binnenland ligt, wordt de vis gemarineerd of gezouten; de bacalao, gezouten stokvis.

Om de maaltijd af te sluiten is er niets beters dan fruit uit de streek zoals kersen uit Castillo de Lucubin of perzikken uit Alcaudete.

Olijfolie uit Jaen is wereldbekend, ga eens naar een proeverij.

Malaga

De keuken van Malaga wordt gekenmerkt door de eenvoud van ingrediënten en de verscheidenheid van rijkdom van smaak. Traditie en moderniteit komen samen in een gastronomie die op een verrassende manier de bergen en de zee weet te combineren, met groenten, vis, peulvruchten en fruit in de hoofdrol. Gazpacho, salades, ajoblanco (een variant van de gazpacho op basis van amandelen en druiven) zijn zeer bekend.

Gebakken vis en espetos, aan spiesjes geregen sardientjes die door gloeiend houtskool worden gegrild, of de porra anteguerana zijn enkele gerechten die roem geven aan de goede keuken van Malaga. Natuurlijk wordt dit alles vergezeld door bekende wijnen uit de Sierra de Malaga, Axarquia en Sierra de Ronda.

De bekende vissersbootjes met espetos en andere gegrilde vissoorten

Sevilla

De gastronomische rijkdom en verscheidenheid van de provincie Sevilla is een mix van de traditionele Andalusische keuken en de moderne Mediterrane keuken. Deze mediterrane basis komt tot uiting in het gebruik van hoogwaardige olijfolie. Bekend is de most van druiven uit Aljaraje en Lebrija. Er is een grote verscheidenheid aan groenten en fruit. Maar ook rijst, peulvruchten en vlees van klein en groot wild en de ham en vleeswaren uit de Sierra Norte.

De kaart van Sevilla is rijk en biedt overheerlijke gerechten zoals huevos a la flamenca, soldaditos de pavia, menudo, stoofpotjes van stierenstaart en eend met rijst. De uitgebreide patisserie omvat de mantecados en polvorones van Estepa. Na de maaltijd wordt anijslikeur van Cazalla geschonken.

Arroz con Pato op de menukaart in Sevilla, een klassieker met eend en rijst uit de Guadalquivirstreek

Je ziet, er valt heel wat te smullen in de restaurants in Andalusië. Bovendien is het een supergezonde keuken met verse producten. Maak eens een culinaire reis door Andalusië en probeer de lekkerste gerechten! Het zal je opvallen dat er nauwelijks sauzen gebruikt worden. In Andalusië gaat het om de echte smaak van ieder ingrediënt en niet om smaakmakers. Buen provecho!

Zamora, middelpunt van Romaanse kunst en oude routes

Zamora wordt zonder te overdrijven ´het levende museum van de Romaanse kunst´ genoemd, vanwege de schitterende architectuur die de 12e eeuw op zijn vele opmerkelijke kerken en monumenten heeft achtergelaten. Het is strategisch gelegen op een heuvel aan de rivier de Duero. Deze overzichtelijke stad kun je gemakkelijk in één dag bezoeken om van daaruit andere gebieden in Castilla y Leon te ontdekken.

Het ligt bovendien aan de Ruta Via de la Plata (Zilverroute) en ook op het pad naar Santiago de Compostella. Het heeft een geweldige historische rijkdom, en vergeet ook niet om lekker uit eten te gaan en van de plaatselijke gerechten te proeven. Het fijne is, dat het een vrij rustige stad is, die nog steeds haar lokale en gezellige tintje niet heeft verloren.

Plaza Mayor

De Plaza Mayor, ligt in het centrum van de stad. Op dit plein zijn verschillende monumenten te zien, dus je moet hier echt even stoppen. Het oude stadhuis is een gebouw in platereske stijl. Voor dit gebouw staat het nieuwe gemeentehuis. Op het plein kun je ook de kerk van San Juan bezoeken, waarin het prachtige roosvenster en de romaanse stijl direct opvallen. In feite kunnen je deze plek gebruiken om de romaanse route door de stad te starten.

Kerken in Zamora

Als we iets kunnen zien in de stad Zamora, zijn het oude en goed bewaarde kerken. We hebben de kerk van Santa María la Nueva, met zijn oude doopvont. De kerk van La Magdalena dateert ook uit de twaalfde eeuw, vandaar het belang van de romaanse kunst in dit gebied. Dit is een van de belangrijkste kerken in de stad. Hier vlakbij staat de kerk van San Ildefonso, met een neoklassieke gevel.

Troncoso uitzichtspunt

Als je naar de Plaza de Arias Gonzalo gaat, kun je genieten van het geweldige uitzicht dat wordt aangeboden bij het uitzichtpunt Troncoso, over de rivier de Duero. Vanaf het uitkijkpunt kun je geweldige foto’s maken van de romaanse brug over de rivier. Het is de ideale plek om even te stoppen en even uit te rusten tijdens je bezoek.

Bovendien ligt in de buurt van dit gebied het huis van Arias Gonzalo, dat bekend staat als de Casa del Cid omdat er wordt gezegd dat dit de plek was waar de Cid Campeador opgroeide.

Zamora kathedraal

De kathedraal van Zamora is natuurlijk ook in romantische stijl. Met de tijd zijn er enkele andere details van verschillende stijlen zijn toegevoegd. Waaronder een merkwaardige koepel van Arabische invloed die niets te maken heeft met typische kathedralen, en minder met romaanse. Daarom is het een gemakkelijk te onderscheiden kathedraal. De Puerta del Obispo is de enige romaanse deur die vandaag bewaard is gebleven, dus het is ook van grote waarde. Je kunt het interieur bezoeken, waar zich het 12e-eeuwse klooster bevindt.

Het heeft een museum en verschillende kapellen. Op de eerste verdieping bevinden zich zalen met enorme wandkleden die in Vlaanderen gemaakt zijn rond 1500. Ze zijn schitterend van kleur en maken door hun afmeting enorme indruk.

Zamora kasteel

Er is helaas niet heel veel overgebleven van het Castillo de Zamora. Het ligt naast de kathedraal, en is te bezoeken. Je kunt een deel van de gracht en de oude muur zien, evenals enkele herstelde torens. Het paradeplein is te zien, hoewel het in puin ligt. Dit is een kasteel dat eerder als verdedigingsfort geldt. Onderdeel van het kasteel is het Baltasar Lobo Museum, gewijd aan deze lokale beeldhouwer.

Las Aceñas de Olivares

Deze bijzondere gebouwtjes zijn oude steenmolens gelegen in de rivier. Blijkbaar werkten ze eeuwen geleden maar raakten in onbruik en werden verlaten, totdat werd besloten ze te herstellen vanwege hun historische waarde en toeristische belang. Deze molens huisvesten tegenwoordig een bezoekerscentrum waar je wat meer te weten kunt komen over hun werking en ze ook van binnen kunt zien.

Paleis van de Momos

El Palacio de los Momos is een renaissancegebouw waarvan de vijftiende-eeuwse gevel bewaard is gebleven. Je kunt veel details van de Renaissance-gotische stijl zien. Momenteel is daar het Provinciaal Gerechtshof gevestigd en daarom staat het bekend als het Paleis van Justitie, hoewel er lang geleden een project was om er een luxe hotel van te maken. Let eens op de details van de ramen, waar dieren in steen zijn uitgehouwen.

Wat ga je eten in Zamora?

De Zamoranen houden van stevig eten. Typische gerechten zijn de Arroz a la Zamorana, een rijstschotel met vlees en orgaanvlees. El Cocido Zamorano, een stoofschotel met bonen of kikkererwten, Sopa de Ajo, knoflooksoep en Bacalao Zamorano, een stokvisgerecht dat specifiek tijdens de Semana Santa, de paasweek, wordt bereid.

Uiteraard moet de kaas uit Zamora proeven. En als het even kan ook kopen om mee naar huis te nemen. De schapenkazen van Zamora, hebben minimaal 100 dagen gerijpt en zijn bekend in heel Spanje. Ze hebben een pittige romige smaak. Ik ben er dol op!

Wat raad ik je aan om te doen vanuit Zamora?

  • De omgeving van Zamora verkennen en richting het schitterende plaatsje Fermoselle rijden, langs tal van meren.
  • Naar het noorden rijden naar het Middeleeuwse plaatsje Sanabria en niet ver daar vandaan wolven spotten in de bossen.
  • De wijnroute volgen van de Vinos de Zamora, die loopt door de hele provincie tot aan Salamanca
  • Vanuit Zamora de Santiagoroute lopen, dat is nog 353 km
  • Ten noorden van Zamora de prachtige stad Leon bezoeken.
  • Een bezoek brengen aan kaasfabriek Chillon, een familiebedrijfje van 3 generaties met een museum waar je kunt proeven of een workshop kaas maken kunt volgen.

Negen bijzondere belevenissen in Extremadura

Extremadura werd jarenlang beschouwd als een streek die je beter kon mijden. Te heet, te droog, te lastig bereikbaar. Maar de nadelen van toen, zijn de voordelen van nu. Dankzij de rol aan de zijlijn van het grote toerisme, is de streek zichzelf gebleven met een bijna onaangetast landschap van ruige vlaktes, wilde bergen en verrassend groene dalen. Dit is Spanje zoals we het graag zien, met verstilde dorpen en mooie middeleeuwse steden, waar het leven nog altijd een versnelling langzamer gaat.

Platgetreden paden bestaan hier niet en reizend door de streek doe je de ene na de andere ontdekking. Van een Romeins theater tot een kapelletje dat net zo uitbundig is beschilderd als de Sixtijnse kapel. En van een hemel vol roofvogels tot een tafel met verfijnde streekproducten. Extremadura was in de 15de en 16de eeuw het land van de ontdekkingsreizigers die de wijde wereld introkken. Het is de hoogste tijd dat je de streek ontdekt.

Trujillo, in het spoor van de ontdekkingsreizigers

De beroemdste zoon van Trujillo, onwettig nog wel, staat in brons gegoten op het Plaza Mayor: Francisco Pizarro. Hij dankt zijn faam aan belangrijke overwinningen op de Inca’s waarna hij de stad Lima stichtte, de huidige hoofdstad van Peru. Het is opvallend hoeveel Spaanse ontdekkingsreizigers uit Extremadura komen.

De streek was relatief arm en zelfs als je van adel was had je niet veel keuze: een carrière in het klooster of het avontuur. Velen kozen voor de laatste optie, zeilden naar het westen en vernoemden nieuwe nederzettingen naar plaatsen uit hun geboortestreek zoals Mérida, Guadalupe en Medellin. Reis ze achterna langs de dorpen en stadjes waar hun roots liggen. Maar begin of eindig met een café solo op het plein van Trujillo!

Parque Nacional Monfragüe, roofvogels spotten

Hier is het niet de vraag óf je er roofvogels zult zien, maar hoeveel. Met alleen al honderden vale gieren rond de pieken van de Salto del Gitano is succes verzekerd. In grote groepen cirkelen de vogels om je heen. Soms zo laag dat je ze recht in de ogen kunt kijken. Behalve vale gieren zijn er onder meer zwarte ooievaars, slechtvalken, aasgieren en havikarenden. Monfragüe is het enige nationale park van Extremadura. Wie de geheimen wil leren kennen maakt er een tocht met een gids.

Wijn, kaas & ham, de streek op je tong

Te droog en te warm voor wijn van topkwaliteit? Dan moet je eens binnenlopen bij één van de kleine familiebedrijven en er een Verdejo of Tempranillo proeven. Zo eerlijk en puur wordt wijn op weinig plaatsen gemaakt. Onder kenners vormen de wijnen van Extremadura, de Ribera del Guadiana D.O, een goed bewaard geheim. Het geldt ook voor de regionale keuken die door de eeuwen heen is gevormd door Romeinse, Arabische, Joodse en Latijns-Amerikaanse invloeden.

Beroemd is de Jamón Ibérico de bellota Dehesa Extremadura, die aan strenge eisen moet voldoen om de kwaliteit te garanderen. Zo hebben de varkens vrij rondgelopen en zich tegoed gedaan aan onder meer eikels en kruiden. Andere gastronomische toppers zijn de Torta del Casar, een fijne schapenkaas. Maar ook gerookte paprika uit La Vera, zoete picota kersen uit Valle del Jerte, honing, lamsvlees en olijfolie. Het ondergeschoven kindje binnen de Spaanse gastronomie is ondertussen weer geliefd. Topkoks openen restaurants in de streek om er te kunnen koken met producten die uitblinken in smaak en eenvoud.

Cáceres, slenteren door het verleden

Het middeleeuwse hart van Cáceres is zo authentiek dat het werd gebruikt voor filmopnames van Game of Thrones. De jarenlang verwaarloosde oude stad, is tot in de puntjes opgeknapt en staat zelfs op de Unesco Werelderfgoedlijst. Je kunt er dwalen door smalle straatjes, stadspaleizen bezoeken en een toren beklimmen. Must see: het huis van conquistador Juan Cano de Saavedra en zijn vrouw Isabel, de dochter van de laatste Azteekse koning Montezuma.

Badajoz, de ongepolijste sfeer

Op het hoogste punt van de oude stad staan de muren van het Alcazaba, het voormalige Arabische fort van Badajoz. Hier begon de historie en de welvaart van de stad aan de Guadiana-rivier, met een moslim koninkrijk dat zich uitstrekte tot Lissabon. De stad is nog niet geofferd aan het toerisme en die ongepolijste sfeer geeft Badajoz karakter.

Mérida, bezoek de Romeinse metropool

Een theater, aquaduct, forum romanum, badhuis, tempel, amfitheater en een museum vol archeologische vondsten. Wandelend door Mérida, de hoofdstad van Extremadura, kom je het rijke Romeinse verleden vanzelf tegen. De stad groeide vanaf 25 voor Christus uit tot een Romeinse metropool op het kruispunt van de belangrijke handelswegen Salamanca-Sevilla en Toledo- Lissabon. Vooral het theater is prachtig. Als je er op één van de hogere banken gaat zitten, voel je de sfeer van toen. Je kunt je voorstellen hoe zo’n 6.000 mensen ademloos keken naar de voorstellingen. En tijdens het theaterfestival is dat nog steeds zo.

Minder verfijnd was het vermaak in het ernaast gelegen amfitheater. Daar vloeide het bloed van gladiatoren en roofdieren en werden grootse veldslagen nagespeeld. Het ‘Mérida Archeologische Ensemble’ staat op de Unesco Werelderfgoedlijst. Het zijn niet altijd de grote bezienswaardigheden die verrassen. Zo kun je tijdens een wandeling door de bergen zomaar tegen een boogbrug aanlopen. Of verandert het wandelpad in een oude Romeinse handelsweg met glanzende stenen, gepolijst door duizenden voeten die er door de eeuwen overheen zijn gelopen.

Roadtrip, zwerven en dwalen

Stofwolken waaien over knoestige velden, dorpen hebben zich verschanst op heuveltoppen en de vroege ochtendzon kleurt de velden goudgeel en de hemel zachtblauw. Ruimte… Lucht… Adem… Verder weg van de costa’s kun je in Spanje niet reizen. Hier op het platteland van Extremadura wordt de ware ziel van Spanje gekoesterd en zorgvuldig geconserveerd. Het netwerk van kleine weggetjes zit vol verrassingen.

Van toppers als Mérida (Romeins erfgoed) en Guadalupe (klooster) tot een verlaten finca of een bodega, die gasten welkom heet om de plaatselijke wijn te proeven. De authentieke schoonheid van Extremadura maakt dat stukje bij beetje de snelheid uit je lijf verdwijnt. Rijden en kijken. Stoppen en dwalen. Door verstild landschap, een mooi klein dorp of een kasteel dat machtig op een rotspunt staat. Haast heeft geen zin. Het zijn de elementen die het ritme bepalen.

Donkere luchten, sterren kijken

Als de zon achter de horizon is verdwenen en het langzaam donker wordt, verschijnen één voor één de sterren aan de hemel. Niet gehinderd door lichtvervuiling of bewolkte nachten lijkt er in Extremadura geen einde aan te komen. Vanaf diverse plaatsen kun je met het blote oog de Melkweg zien en tal van bekende en onbekende sterren. In de speciale brochure landscape of stars lees je wat de beste stargazing spots zijn. Twee plaatsen zijn internationaal erkend als Starlight Tourist Destination: Monfragüe en Gran Lago de Alqueva. Buenas noches!

Ermita de la Virgen del Ara, de Sixtijnse kapel

Vanuit het dorp Fuente del Arco voert een mooie weg de heuvels in. Rechtdoor gaat het naar de verlaten mijn van La Jayona en rechtsaf richting een kleine, eenvoudige kapel: de Ermita de la Virgen del Ara. Zodra je de zware houten deur van de kapel opent en over de drempel stapt, wandel je één groot schilderij binnen. Links, rechts, voor, achter, boven, alles om je heen staat vol taferelen uit de bijbel. De bijnaam is dan ook verdiend: de Sixtijnse Kapel van Extremadura.

Praktische informatie
Extremadura ligt in West-Spanje, ingeklemd tussen Madrid en de Portugese grens. De streek laat zich het beste ontdekken met de auto. Deze kan eventueel worden gehuurd op de dichtstbijzijnde internationale vliegvelden van Madrid en Sevilla.

De snelweg A-5 verbindt Madrid via Trujillo, Mérida en Badajoz met Portugal. Onderweg kun je afslaan naar onder meer Guadalupe, Plasencia en noord-Extremadura. De A-66, Ruta Via de la Plata, doorkruist Extremadura van noord naar zuid.

Los Maragatos, de handelaars en ezeldrijvers van Castrillo de los Polvazares

Castrillo de los Polvazares is een dorpje in de Maragateria streek in Castilla y Leon. Het heeft geplaveide straatjes en stenen herenhuizen met houten poorten waar de kleur groen de boventoon voert. Het is een plaatsje om op je gemak te bezoeken. Als je door de smalle straatjes slentert lijkt het wel of de tijd even stilstaat.

In 1980 werd het uitgeroepen tot historisch artistiek gebied en in 2020 werd het toegevoegd aan de lijst van mooiste dorpen van Spanje.

Besteed je graag aandacht aan de details van gebouwen?

In Castrillo de los Polvazares heb je veel om naar te kijken. Van de schilden op de gevels die zijn verkregen door gunsten te verlenen aan het Hof, windwijzers die de windrichting aangeven, stenen in de hoeken van de huizen om te voorkomen dat de wielen van de auto’s ze beschadigen tot zelfs kruiken op de daken.

Al deze details hebben een aparte verklaring. In de regio was bijvoorbeeld een van de gebruiken, dat aan het einde van de bouw van een huis, de eigenaar water over het dak goot om het te zegenen. De kruik of kan die ze daarvoor gebruikten, werd op het dak geplaatst als teken dat het huis was beschermd.

Waar ligt Castrillo de Polvozares?

Het plaatsje ligt in de provincie Léon, 7 km van Astorga en minder dan 60 km van León en Ponferrada en behoort tot de regio Maragatería.

Er zijn verschillende theorieën over de oorsprong van naam van de bewoners van deze regio, de maragatos. Eén daarvan is dat ze zo werden genoemd vanwege hun handel, gezien van de 16e tot de 19e eeuw de hoofdactiviteit die van handel en muilezeldrijver was. De maragato muilezeldrijvers reisden met hun karren naar Galicië, waar ze koopwaar inladen zoals verse vis, wijn en gezouten vis, om te vervoeren naar Madrid. Vandaar de naam, van de zee (mar) tot de katten (a gatos, naam waar de inwoners van Madrid bekend om staan).

De muilezeldrijvers hadden macht en invloed. Ze stonden bekend om hun eerlijkheid en betrouwbaarheid en verdedigden de lading zelfs met hun eigen leven. De maragata activiteit eindigde met de komst van de spoorlijn naar Astorga, wat een verandering in het goederenvervoer betekende.

Castrillo de Polvozares ligt aan de Camino de Santiago: ​​de Franse route én een van de varianten van de Vía de la Plata loopt er ook doorheen.

Parkeren

De toegang tot de stad met de auto is alleen voor de bewoners. Bij de ingang van het dorp is er gratis parkeergelegenheid.

Wat kun je bekijken

Er is geen duidelijke route om het plaatsje te zien, het is het beste om rond te lopen via de twee geplaveide hoofdstraten en te genieten van de details van de maragata- architectuur.

De maragata- huizen zijn gebouwd met roodachtige steen en de ingang is meestal een grote poort. Deze poorten waren groot zodat de auto op de centrale binnenplaats kon worden gestald. In het benedendeel waren er de stallen, de keuken en de eetkamer, en in het bovenste deel de slaapkamers. De muren van de huizen zijn robuust om tegen de kou te beschermen. Hoe rijker de muilezeldrijver, hoe groter hij zijn huis bouwde.

De Bibliotheek

In een van de huizen met de typische Maragata-architectuur bevindt zich een bibliotheek. In Castrillo de los Polvazares wordt sinds enkele jaren een bijeenkomst in deze bibliotheek met bekende schrijvers gehouden.

El Cocido Maragato

Het typische gerecht van de maragatería is stoofpot. Het is een zeer stevig gerecht dat de muilezeldrijvers de hele dag aten en ik verzeker je dat als je het eet, je die dag geen avondeten nodig hebt…

De Cocido Maragato bestaat uit zeven soorten vlees, kleine kikkererwten, kool, aardappels en soep. Bovendien is de volgorde waarin het wordt gegeten niet gebruikelijk, namelijk andersom; je eet het vlees als eerst en de soep als laatste. In het dorp vind je een tiental restaurants die allemaal hetzelfde gerecht aanbieden. Ik at in restaurante Coscolo en daar begonnen we met een bord met frisse sla.

Vervolgens werd er een enorme pot in de vorm van een varken op tafel gezet waar je alle soorten vlees uit kon prikken. Een schaal met kikkererwten en kool werd ernaast gezet. Je kunt het vlees apart eten of mengen met de erwten en groenten. Pas als laatste komt er een terrine met de bouillon van dit alles op tafel waarvan je kunt opscheppen zoveel je wilt. Of beter gezegd zoveel je nog kan …

Als toetje is er natillas met een stukje biscuit samen met koffie en een plaatselijke likeur zoals orujo.

Er zijn verschillende restaurants in Castrillo de los Polvazares waar je dit typische gerecht kunt proeven. Wel is het belangrijk dat om van tevoren te reserveren, want in de weekenden of op feestdagen in de winter zitten ze meestal vol. De prijzen van het Cocido Maragato-menu variëren van 22-25 euro per persoon.

Andalusië in 2022, van reizen naar Mars tot Rond de Wereld.

Andalusië heeft al jaren een leiderspositie op het gebied van nationaal toerisme. Maar nu er weer internationaal gereisd mag worden, hebben de diverse provincies hun actieplan gepresenteerd met als doel het buitenlands toerisme zo snel mogelijk weer binnen te halen.

Daarmee hebben ze drie doelen gesteld: aantonen dat het zuiden een veilige bestemming is, kwaliteit als stelregel en het aanbod van nieuwe toeristische producten.

Laten we bij het begin beginnen. Almería was altijd al trots op zijn nauwe relatie met de filmindustrie. Maar nu wil Almería een aantal nieuwe dingen laten zien: de unieke maagdelijke stranden die nog over zijn in deze provincie, de enige woestijn in Europa, het enige maritieme park ter land en een bekroonde bergketen op de top van La Ragua waar je kunt cross- langlaufen in de wintermaanden. Almeria hoopt zo het internationale toerisme te herstellen, de organisatie van belangrijke sportwedstrijden naar zich toe te trekken en reclame te maken voor andere bestemmingen.

Sport is een sterk argument om toeristen aan te trekken. Cádiz weet dit en heeft al jaren de aantrekkingskracht om op de eerste rij te staan ​​in het motorkampioenschap van Jerez, de Moto GP, maar ook de internationale surfboardtoernooien in Tarifa, de Cádiz Sail GP en de start van een etappe van de Vuelta Ciclista van Spanje in Sanlucar de Barrameda. Sanlúcar zal in 2022 bovendien een prominente rol spelen: het is de gastronomische hoofdstad van Spanje. Ook viert men de 500e verjaardag van de eerste reis om de wereld van Ferdinand Magellan en Juan Sebastián Elcano met het schip Nao Victoria.

In San Fernando belooft het flamenco-interpretatiecentrum Camarón de la Isla trouwens voor een uniek bezoek voor liefhebbers van Andalusische muziek en flamenco.

Córdoba belooft in 2022 twee belangrijke aantrekkingspunten: Allereerst een deel van het cruisetoerisme aantrekken dat aanmeert in Malaga. Echter de hoofdstad richt haar promotie ook op de Semana Santa,  én de gastronomie met betrekking tot de nieuwe restaurants met onderscheidingen en Michelinsterren die de chef-koks hebben behaald.

In Lucena en Priego trekt het culturele toerisme aan, dat verbonden is met de artistieke barokkunst in deze twee plaatsjes.

Mars op aarde

Huelva heeft plekken die werkelijk lijken op Mars. Dit is ook de titel van een ambitieus project dat de provincie Huelva in 2022 biedt. De setting is het Riotinto-mijnpark, het natuurgebied dat de meeste analogieën biedt met de rode planeet. Een grote investering heeft het mogelijk gemaakt om een station op het zogenaamde Mars op te zetten, waar je kennis kunt maken met de tests die astronauten uitvoeren en de geheimen te ontdekken die een ruimtevaartuig verbergt.

Riotinto’s link met de ruimte is niet nieuw: organisaties als de NASA, de European Space Agency of het National Institute of Aerospace Technology doen al jaren onderzoek in gebied. Bovendien testen ze op deze plaatsen de technologie waarmee de rode planeet kan worden bestudeerd.

Malaga was altijd zijn tijd al ver vooruit. Het was de eerste stad die zich realiseerde dat cultureel toerisme een buitengewone bron van inkomsten was, en creëerde diverse Musea van internationaal niveau. Ook lanceerde ze actief toerisme op de Caminito del Rey, La Gran Senda en de Senda Litoral.

Vorig jaar verwelkomden de provincie het grootste aantal nationale toeristen die naar Andalusië kwamen. Er wordt hard geinvesteerd om het internationale toerisme weer op gang te krijgen. Zo zijn er afspraken gemaakt met de belangrijkste luchtvaartmaatschappijen om het aantal vluchten te vermenigvuldigen. Een verniewd paradepaardje is de zogenaamde gouden driehoek van Marbella, Estepona en Benahavis, met eigentijdse haute cuisine , een verleiding voor de meest veeleisende Europese en Aziatische fijnproevers.

Er zijn ook provincies die zich richen op slowtravel. Sevilla is er daar één van. Sevilla, de hoofdstad van Andalusië, is in 2022 de magneet waar alle ogen op gericht zijn. Daarom zijn de contacten met luchtvaartmaatschappijen een van de doelen. Daarnaast heeft de provincie drie nieuwe toeristische projecten geopend, die vooral verband houden met spiritueel en religieus toerisme: de Benedictijnse weg, de wegen naar Guadalupe en de Orde van Malta in de provincie Sevilla.

Jaén biedt routes in haar natuurparken en routes over  de renaissance. Met initiatieven zoals Noches de Luz en los Castillos de Jaén, probeert Jaen het nationale en internationale toerisme te versterken. Dit jaar markeert bovendien de twintigste verjaardag van de Vía Verde del Aceite, een van de eerste Via Verde routes die in Spanje werd geopend.

Granada viert dit jaar de honderste verjaardag van de Cante Jondo, die Falla en Lorca in 1922 organiseerden in het Alhambra. Cultuur is rede nummer één voor de Spanjaarden om Granada te bezoeken. Maar de hoofdstad en provincie hebben ambitieuzere doelen gesteld om te proberen het internationaal toerisme weer terug te winnen. O.a de Verenigde staten en Japan. Men probeert de toeristen ervan te overtuigen dat de tijd is aangebroken om weer terug te komen naar Granada. Daarvoor bieden ze naast hun gebruikelijke culturele aanbod nieuwe projecten aan, zoals het onderwaterlevenmuseum in Almuñecar- La Herradura en het herstel van de oude suikerfabriek in Guadix.

Andalusië doet zijn uiterste best om het internationaal toerisme opnieuw te veroveren. Met innovatieve ideeën en strategieën, hun altijd gastvrije houding én een kleurrijk podium vol Alegria ben ik ervan overtuigd dat het ze zeker gaat lukken.

Stoere karakters, krachtige maaltijden, koppige wijnen en hoge pieken ; we hebben het over Leon

Als je op zoek bent naar highlights in de prachtige stad Leon in de regio Castilla y Leon, lees dan dit artikel. Voor een kennismaking met deze stoere stad heb je minimaal twee of meer dagen nodig, het is een prachtige plek die architectuur, gastronomie en een unieke energie combineert met geweldige mensen.

Het belangrijkste gebouw van León is de majestueuze kathedraal, een van de mooiste in Spanje, een erfenis van een lang katholiek verleden. Maar het heeft veel meer te bieden: de indrukwekkende  middeleeuwse muren, de Plaza Mayor en zelfs een gebouw van Gaudí in het hart van de stad.

En daar voeg ik nog een diepe gastronomische traditie aan toe. in de vorm van heerlijke tapas, veel vlees en stevige wijnen.

1. De Kathedraal van Leon

De kathedraal is zonder twijfel de belangrijkste bezienswaardigheid in León. Een kolossaal gebouw dat de stad van bovenaf regeert. Het werd in gotische stijl gebouwd in de 13e eeuw op de ruïnes van een vorige tempel en werd sindsdien het spirituele hart van León. De kathedraal lijk veel op de Notre Dame in Frankrijk.

Als er iets is dat opvalt, zijn het de ongelooflijke ramen en roosvensters, bijna 2000 vierkante meter full colour gebrandschilderde ramen van middeleeuwse oorsprong.

2. De Plaza Mayor

Een essentiële plaats in bijna elke Castiliaanse stad is de Plaza Mayor. Die in León is prachtig, klein en gezellig, met een indrukwekkende sfeer bij mooi weer en het terras. De inrichting van het huidige plein dateert uit het einde van de 17e eeuw, toen er een markt was, de belangrijkste van de hele stad. Er vindt nog steeds een openluchtmarkt plaats, op zaterdag en woensdag.

3. Koninklijke Collegiata Kerk van San Isidoro

De collegiata kerk van San Isidoro is een van de best bewaarde romaanse voorstellingen in Europa en een van de boeiende plaatsen om in León te bezoeken. Een complex met 1000 jaar geschiedenis waar de eerste democratische rechtbanken ter wereld waren gevestigd, de Cortes van 1188, met Alfonso IX.

Binnen valt het Pantheon der Koningen op, rustplaats van koningen en bekend als de ´Sixtijnse Kapel van Leon´, vanwege de muurschilderingen op het plafond uit de 16e eeuw. novel is. León niet verlaten zonder even naar binnen te gaan.

4. Casa Botines

De beroemde architect Antonio Gaudí bouwde drie gebouwen buiten Catalonië, waaronder Casa Botines, in het hart van León. Een buitenkant die doet denken aan een middeleeuws kasteel met puntige torens op elke hoek. Bijzonder, waar je ook kijkt. Voor de voorgevel vind je een beeld van Gaudí zelf zittend op een bankje.

5. Klooster en Parador van San Marcos

Het San Marcos-klooster is een van de juwelen van León en de Spaanse Renaissance, gelegen aan de rand van het historische centrum en sinds 1964 in gebruik als Parador de León. Misschien wel het beste hotel in de hele stad, gerenoveerd en heropend in 2021.

Het werd gebouwd om de Casa Mayor van de Orde van Santiago te huisvesten. Ook duiden de schelpen op de voorgevel op de verbinding met de Sint Jacob route naar Santiago. Naast het klooster staat de kerk van San Marcos, uit de laatgotiek, met gratis toegang. Prachtig!

Gastronomie en tapas in León: Barrio Húmedo en Barrio Romantico

Een van de meest typische dingen om te doen in León is genieten van de veelheid aan tapas. Normaal gesproken is bij elk drankje een tapa inbegrepen, waarbij elke bar zijn eigen gespecialiseerde tapa heeft. Bloedworst, cecinas, kroketten of aardappelen met saus zijn enkele van de meest typische Leonese produkten.

De twee beroemdste tapa-buurten bevinden zich in het historische centrum, gescheiden door Calle Ancha, de promenade die loopt van de kathedraal van León naar Gaudí’s Casa Botines.

De Barrio Húmedo is de bekendste, een labyrint van straten die zijn naam ontleent aan de veelheid aan oude tavernes. Het belangrijkste punt van de wijk is de Plaza de San Martín.

Typische specialiteiten van León

Bezoekers die León passeren, kunnen niet vertrekken zonder op zijn minst enkele van de vele heerlijke specialiteiten te proberen die de provincie te bieden heeft. Producten zoals Valdeón-kaas, wildvlees of maragato-stoofpot zijn enkele voorbeelden. Misschien wel de meest bekende en gewilde zijn de worsten, met de cecinas, chorizos of bloedworst, gemaakt met varkensbloed en ui.

Wat je niet mag missen in de provincie Leon!

1.La Maragatería; land van muilezeldrijvers, ambachtslieden en het maragatogerecht

Het bezoek aan deze regio begint met Astorga, de hoofdstad van de Maragatería, die kan bogen op de enige stad waar de twee grote toeristische routes bij uitstek van het schiereiland samenkomen: de Camino de Santiago en de Vía de la Plata. De meest gewilde ansichtkaart is de kathedraal en het bisschoppelijk paleis, beschut door de overblijfselen van de Romeinse muur. Het bisschoppelijk paleis, het werk van Antonio Gaudí, lijkt zo uit een sprookje te komen. Vergeet niet langs te gaan bij het chocolademuseum, en neem de beroemde Astorga chocolade of mantecadas mee in je koffer.

Slechts vijf kilometer vanaf Astorga ligt Castrillo de los Polvazares, het mooiste voorbeeld van landelijke architectuur in de hele regio. Verdwalen in de geplaveide straten bezaaid met roodachtig gekleurde stenen huizen en met groen geverfde deuren en ramen is een heerlijkheid.

Ook heerlijk is het om de beroemde maragato-stoofpot te eten in een van de restaurants in het dorp. Wist je dat er in deze kikkererwtenstoofpot wel tien soorten vlees zitten? De originaliteit van dit gerecht zit hem in de manier waarop het wordt gegeten: de volgorde van de gerechten is omgekeerd, je begint met het vlees, dan de groenten en tenslotte de soep.

2. El Bierzo; land van wijn, tempeliers en romeinen

El Bierzo is een schatkist vol verrassingen. Ook doorkruist door de Camino de Santiago, bevat deze regio prachtige natuurparken, diepe verloren valleien, kastelen, kloosters en vooral een wijn die uitnodigt om te proeven. Natuurlijke juwelen zoals Las Médulas, de grootste open goudmijnen van de romeinen, uitgeroepen tot werelderfgoed door UNESCO, of Los Ancares, een nationaal reservaat met zijn bossen en fauna.

In Ponferrada, de hoofdstad van El Bierzo, wacht het Tempelierskasteel op je. En in Villafranca del Bierzo een straat, Calle del Agua, vol paleizen en landhuizen. Het zogenaamde ´kleine Compostela´ kan bogen op grote religieuze gebouwen zoals de kerken van Santiago en San Francisco en het klooster van San José.

3. De Babia- én Lacianavallei; een oase van rust en wandelparadijs

De vallei van Babia en Laciana is een oase van rust en is echt een plek om jezelf te verliezen. Wandelend tussen bergen, rivieren, lagunes, weilanden en kastelen vindt je onvermijdelijk stilte. Een uniek landschap, gekenmerkt door krachtige kalsteenmassa´s die elkaar zelfvoldaan aankijken en enorme kristalheldere meren. Babia is het land van legendes en met sneeuw bedekte 2000 meter hoge bergtoppen en van valleien met oneindige weiden.

Daarnaast de majestueuze Laciana vallei. Met een mijnbouwhart en een berggeest en bovendie een omgeving van buitengewone ecologische waarde die dit natuurgebied tot een van de meest unieke wandel- en fietsgebieden in het land maakt. Vanuit het hart van de vallei, het stadje Villablino kun je schitterende tochten door de groene omgeving maken. Afgelopen zomer liep er ´s avonds regelmatig een beer in de afgelegen straten! Ook loopt er een Via Verde langs oude mijnwerkersdorpjes, een oude spoorweg die gerestaureerd is tot fiets en wandelpad.

Stoer en vol karakter

Leon staat voor sterke persoonlijkheden, krachtige maaltijden, koppige wijnen, hoge bergen en stoere tempeliers en bedevaarders. Maar ook voor verfijne kunst, een ambachtelijke keuken, vriendelijke dorpen, lieflijke bossen en stille meren. Na diverse trips heb ik deze karaktervolle provincie voor altijd in mijn hart gesloten.

Voor meer informatie in het Engels over deze karaktervolle stad en provincie kun je kijken op de website van Castilla y Leon.

De zinnestrelend smaak van Andalusië

Andalusië zou je een culinair continent te midden van het Spaans Gastronomisch Universum kunnen noemen. Er bestaan maar weinig zulke gevarieerde keukens met ieder een eigen smaak als die van de acht Andalusische provincies.

Ik dit artikel reis je met me mee langs de keukens van alle provincies met ieder hun eigen smakelijke specialiteiten. Proef de smaak van Andalusië! En zeg nu zelf, wat is er smakelijker dan zongerijpte groenten, met passie geperste olijfolie, ambachtelijke kazen, vers gevangen vis, zo uit zee op je bord én met naar oma´s recept bereidde gebak en andere zoetigheden?

Smaakvolle groenten en vis uit Almeria

De keuken van Almeria is fantasierijk, onafhankelijk en origineel. Bovendien is het ook een gezonde keuken, met veel eigen tuinbouwproducten zoals de paprika waarvan de paprikapoeder gemaakt wordt die men in veel gerechten gebruikt, of de bekende La Cañana tomaat, en veel vis en zeevruchten.

Het zijn kenmerkende elementen van het Mediterrane dieét, die samen met de olijfolie uit het binnenland, de kazen uit de Alpujarras, de ham uit het plaatsje Seron en de streekwijnen het plaatje compleet maken.

Groenten op de markt in Almeria

Verse is en zeevruchten uit Cadiz

De keuken van Cadiz is een combinatie van zee, platteland en bergen. De keuken is net zo rijk en gevarieerd als de provincie waar hij toebehoort. Cadiz staat bekend om zijn artisjokken en kool, de bekende asperges van Alcala del Valle, en de paddenstoelen van Los Alcornales die worden gestoofd. Uit de groenten op het platteland onstaat de gazpacho.

Terwijl aan de kust vis zoals zeebrasem, zeetong, tonijn en zeevruchten zoals de garnalen van SanLucar wereldbekend zijn, mag ook de pescaito frito, ofwel verschillende soorten gebakken vis, niet aan tafel ontbreken. In de Sierra wordt een goede olijfolie geproduceerd die naast ambachtelijke kazen en het vlees van het runderras Retina de hoofdrol spelen. Ook de sherry´s uit Jerez verdienen een aparte vermelding.

Coquinas vers uit zee en zo op tafel in Cadiz

De beste kaas uit Cordoba

De Cordobaanse keuken is uitgebreid en vol nuances. Deze verscheidenheid ontstaat voornamelijk door de ligging van deze provincie. In de bergen leeft het Iberisch varken waarvan de heerlijke ham van Los Pedroches komt. Ook gebruikt men honing, kastanjes en groot wild uit het bos.

Van het platteland en de vlakten van de Guadalquivir komen olijfolie, wijn en azijn van Montilla Moriles. Ook oogst men in deze provincie sinaasappels van Palma, kweeperen van Puente Genil en perzikken van Almodovar. In heel Spanje zijn de koekjes en anijs uit Rute bekend en ook de kazen uit Zuheros. Traditionele gerechten zijn salmorjeo, Cordobaanse flamequin en artisjokken a la montillana.

Kazen uit Seron

Verse vis en tropisch fruit uit Granada

De uitgebreide gastronomie van Granada is het resultaat van een lange Moorse culturele erfenis en de unieke ligging en klimaat. Terwijl de Vega streek groenten en fruit levert, worden in het binnenland de lage temperaturen bestreden met stevige stoofschotels. Het vlees komt voornamelijk uit de Alpujarra, met als topper de jamon uit het hoog gelegen Trevelez.

De Costa Tropical zorgt voor verse vis en is de streek waar de tropische vrucht chirimoya gekweekt wordt. Ook in Granada maakt men olijfolie die de typische Alpujarra gerechten op smaak brengt. In het plaatsje Riofrio staat forel op het hoofdmenu en wordt biologische kaviaar verkocht.

Tropische vruchten van de Costa Tropical

Jamon Iberico en vis uit Huelva

Diversiteit is het kernwoord in de keuken van Huelva. Een gastronomie die het midden houdt tussen zee en bergen en soms vermengd is met culinaire tradities van de grensregio Extremadura of het buurland Portugal. Uitblinker in Huelva is de jamon de Jabugo, van het Iberisch varken. Ook de geitenkazen en paddenstoelen van de Sierra de Aracena mogen niet onvermeld blijven. Dit alles wordt vergezeld met wijnen van de D.O Condado de Huelva.

De zee is de andere grote provinciale voorraadkast en biedt veel vissoorten en zeevruchten. Vooral de witte garnaal uit Huelva is befaamd en ook de kleine pijlstaartinktvis mag niet op tafel ontbreken. Bovendien staat Huelva bekend om zijn heerlijke aardbeien die vanaf maart al verkrijgbaar zijn.

Gambas con sal de Mar

Olijfolie en moors gebak uit Jaen

De gastronomie van Jaen weet de Romeinse (wijn, granen, olijfolie) en Moorse (gebak) erfenis te combineren met invloeden van de aangrenzende keuken van de regio Castilla La Mancha. Jaen staat grotendeels bekend om zijn enorme vlaktes met olijfbomen waar een voortreffelijke olie wordt geoogst. Met die olie bereidt men gerechten met gevogelte, hert, zwijn en varken die in de bergen leven. Ook wordt de olijfolie rijkelijk gebruikt bij salades, gazpachos en warme soepen. Bekend in Jaen is het stoofpotje andrajo. Doordat Jaen in het binnenland ligt, wordt de vis gemarineerd of gezouten; de bacalao, gezouten stokvis.

Om de maaltijd af te sluiten is er niets beters dan fruit uit de streek zoals kersen uit Castillo de Lucubin of perzikken uit Alcaudete.

Olijfolie uit Jaen

Gegrilde sardientjes en koude soepen uit Malaga

De keuken van Malaga wordt gekenmerkt door de eenvoud van ingrediënten en de verscheidenheid van rijkdom van smaak. Traditie en moderniteit komen samen in een gastronomie die op een verrassende manier de bergen en de zee weet te combineren, met groenten, vis, peulvruchten en fruit in de hoofdrol. Gazpacho, salades, ajoblanco (een variant van de gazpacho op basis van amandelen en druiven) zijn zeer bekend.

Gebakken vis en espetos, aan spiesjes geregen sardientjes die door gloeiend houtskool worden gegrild, of de porra anteguerana zijn enkele gerechten die roem geven aan de goede keuken van Malaga. Natuurlijk wordt dit alles vergezeld door bekende wijnen uit de Sierra de Malaga, Axarquia en Sierra de Ronda.

De bekende vissersbootjes met espetos en andere gegrilde vissoorten

Rijst met eend en zoetigheden uit Sevilla

De gastronomische rijkdom en verscheidenheid van de provincie Sevilla is een mix van de traditionele Andalusische keuken en de moderne Mediterrane keuken. Deze mediterrane basis komt tot uiting in het gebruik van hoogwaardige olijfolie. Bekend is de most van druiven uit Aljaraje en Lebrija. Er is een grote verscheidenheid aan groenten en fruit. Maar ook rijst, peulvruchten en vlees van klein en groot wild en de ham en vleeswaren uit de Sierra Norte.

De kaart van Sevilla is rijk en biedt overheerlijke gerechten zoals huevos a la flamenca, soldaditos de pavia, menudo, stoofpotjes van stierenstaart en eend met rijst. De uitgebreide patisserie omvat de mantecados en polvorones van Estepa. Na de maaltijd wordt anijslikeur van Cazalla geschonken.

Arroz con Pato op de menukaart in Sevilla

De keuken van Andalusië leeft bij de gratie van de smaak van haar producten zelf. De streek heeft onnoemlijk veel te bieden; vis en schaal- en schelpdieren, fantastische hammen en worsten, en groenten en olijven in alle soorten en maten. Veel van deze ingrediënten schitteren met hun culinaire charme in de vorm van tapas, de smakelijke hapjes die in Andalusië geboren zijn.

En daarbij past natuurlijk altijd een goed glas sherry uit de Jerezstreek of een stevige wijn uit het zonnige zuiden!

Voor meer informatie over de gastronomie van Andalusië en haar keuken kijk je op deze blog