Cadiz

Cádiz  ligt op een rots aan het eind van een smalle landtong, die een mooie baai afsluit van de Atlantische Oceaan.  Cádiz heeft een prettig klimaat.

De torens en koepels, hoog boven een diepblauwe zee, geven de stad Cádiz een oosters uiterlijk.
Merkwaardig is, dat op de huizen aan de kustweg langs de haven opvallende kleine torentjes zitten met ieder een venster, dat uitkijkt op het water; de zogenaamde ‘miradores’. Dit zijn uitkijktorentjes, oorspronkelijk bedoeld om makkelijk de gebeurtenissen in de haven te kunnen overzien.

Karakteristiek zijn er de rechte, smalle straten, omzoomd door elegante witte huizen met dakterrassen en de gracieuze pleintjes, die door palmen worden beschaduwd.

Cádiz heeft in de loop van de geschiedenis, vele malen van machthebber moeten wisselen. Nadat de Phoeniciërs in 1100 v. Chr. de haven gesticht hadden, kwamen de Carthagers en Romeinen de stad tot bloei brengen tot deze omstreeks de 4e eeuw na Chr. door de Goten geheel werd verwoest. Tegen de 8ste eeuw bezetten de Moren de stad en in 1262 viel deze eindelijk in handen der Christenen. De ontdekking van Amerika en de toename van het handelsverkeer als gevolg daarvan, brachten Cádiz rijkdom en het werd spoedig een der belangrijkste Europese havens. Zijn welvaart en schatten wekten de begeerte op van piraten, die verscheidene malen de versterkte stad trachtten te veroveren; hevige strijdtonelen speelden zich in de haven af.