Fietsen langs de kust van het licht in Islantilla

Van de stranden van de Costa de la Luz in de provincie Huelva wordt gezegd dat ze horen bij de mooiste van Spanje en zelfs van Europa. Je vindt er brede en kilometerslange stroken met zacht geel zand, omringd door duinen met pijnboombossen die gevoed worden door het kristalheldere water van de Atlantische oceaan.

Doordat grote delen van de kustlijn zijn uitgeroepen tot Parques Naturales of wel beschermd natuurgebied is er nauwelijks bebouwing langs het strand. Daarom tref je er maagdelijke stranden, rustige duinen en veel uitmondingen van watertjes en rivieren.

Ik ging op weg om een aantal dagen te gaan fietsen langs de kust van Islantilla, het zuidwestelijke deel van Huelva dat tegen Portugal aanligt. Het is gemakkelijk te bereiken, via Sevilla richting hoofdstad Huelva dat je rechts laat liggen de hoofdweg N340 naar Portugal aanhoudend. In de maanden juli en augustus is het er druk met lokaal toerisme, maar daarbuiten is het heerlijk rustig.

Op een heldere maandagmorgen word ik opgewacht door Juan Jose van de afdeling sport en toerisme van Mancomunidad de Islantilla. Hij legt me uit dat Islantilla bestaat uit de plaatsen Isla Cristina en Lepe met daaromheen wat kleine dorpjes en hij zal me de komende dagen laten zien wat Islantilla nog meer te bieden heeft behalve schitterende stranden en een zee van magisch licht.

Waar het in Islantilla allemaal om draait is de zee. Leven van én met de zee. Daarom bezoeken we allereerst de conservenfabriek Usisa. Daar liggen honderden zilverglanzende tonijnen te wachten om verwerkt te worden. Heel vroeger was deze fabriek een Salazon, een plek waar vis in zout werd gelegd, op de wijze zoals de Romeinen dat al deden. Vandaag de dag wordt alleen het beste deel van de tonijn nog gezouten, de mojama, het neusje van de atun zullen we maar zeggen, een ware delicatesse.

In de fabriek leer ik dat werkelijk alles van de tonijn gebruikt wordt, tot zelfs de huid en de graten. Die worden vermalen tot vismeel en dienen als voedsel voor dieren. In andere zalen ligt voor een vermogen aan mojama en weer verderop komen we in zalen terecht waar makrelen en sardienen ingeblikt worden door kwebbelende vrouwen die een groot deel van hun leven in de conservenfabriek werken.

Na een uitgebreide rondleiding en boeiende les is het tijd voor een lekkere lunch die we nuttigen op het terras van La Belli In Isla Cristina. Juan Jose heeft met de eigenaar afgesproken dat hij ons mag verrassen, hij zal op tafel zetten waarvan hij denkt dat we het lekker zullen vinden en daarmee is geen woord te veel gezegd. Ik proef de lekkerste Carpaccio van Carabinero ooit. Carabineros zijn rode reuzegarnalen uit Huelva en kosten zo´n 60 euro per kilo! Maar ook de toast met verse tonijn spaakt verrukkelijk en een gevulde chocos, typisch gerecht van Huelva, mag natuurlijk niet ontbreken.

In de namiddag halen we de elektrische fietsen op en maak ik een tochtje langs de rustige promenade waar getaande vissers op het strand hun netten boeten en op bankjes elkaar sterke zeemansverhalen vertellen. Ik begin de woorden van Juan Jose te begrijpen; het leven in Islantilla draait om de zee.

Een fietspad dat ruikt naar aardbeien

De volgende dag starten we al vroeg. Er staat een frisse bries maar in de loop van de dag zal het weer warm worden. De fietstocht begint in La Antilla en gaat langs zee richting het haventje van Terron waar de rivier Rio Piedras diep landinwaarts loopt. Het is een gebied met uiterwaarden, eilandjes en veel activiteit met kleine vissersbootjes. Van daaruit fietsen we landinwaarts naar het Romeriaplaatsje met la Virgen de la Bella.

We fietsen door naar Torre de Catelan. Een vreemde naam voor een toren in Andalusië. Juan Jose legt uit dat in de 18e eeuw zich veel Catelanen in het gebied hebben gevestigd om zich te wijden aan de visvangst en zoutwinning. Via een houten trap klimmen we naar boven waar ik een geweldig uitzicht heb over het kwelder-en moerasgebied. Van daaruit fietsen we over de Via Verde del Litoral langs uitgestrekte velden met aardbeienplantages waar Huelva ook bekend om staat. Ik zou wel af willen stappen om er een paar te proeven, het ruikt zo lekker, de geur doet me denken aan nostalgie, aan mijn oma die vroeger voor verjaardagen aardbeientaart maakte.

Na de aardbeien komen we terecht bij een kweker van wel een heel bijzondere groente: Salicornia. Deze groene plantjes worden ook wel asperges van de zee genoemd omdat ze veel op asperges lijken. In Nederland kent men het als zeekraal. Het kweken van deze zoute groente is een ludiek zaakje want michelinsterrenkoks gebruiken het veel in hun keuken. Ook wordt Salicornia gedroogd en vermalen en kan gebruikt worden als groen zout voor mensen die geen gewoon zout mogen gebruiken. Het land wordt geïrrigeerd met zeewater uit de kwelders, het is een plantje dat oorspronkelijk al eeuwenlang in het wild in de moerassen groeit.

Overigens in de kwelders is het een gesnater van jewelste van diverse watervogels en tientallen flamencos.

Even later springen we weer op de fiets voor een bezoek aan de zoutpannen van Salinas del Aleman, Biomares. Terwijl we langs de zoutpannen wandelen, vertelt Estefania vol passie over haar opa die het zoutwinningsland ooit heeft gekocht van een Duitse ondernemer. In die tijd werd het zout nog gewonnen om vis in te leggen maar toen de conservenfabriekjes werden geopend leverde dat niet veel meer op.

Estefania´s moeder heeft een aantal jaren geleden de zoutpannen van haar vader over genomen om het bedrijf nieuw leven in te blazen. Er bleek namelijk dat het zout enorm rijk was aan jodium en magnesium. Moeder Manuela liet een bad aanleggen waar vandaag de dag mensen vanuit heel Spanje komen kuren of zich voor hun plezier insmeren met modder omdat het een heilzame werking heeft. Ook ontdekte Manuela dat er in plaats van vraag naar zout, vraag naar zoutschilfers en Flor de Sal ontstond. Ook dat is een product dat steeds vaker in restaurants gebruikt wordt. Het scheppen van zoutschilfers is een aparte techniek maar daarover een andere keer meer.

Van al dat fietsen word je hongerig en daar weet Juan Jose wel raad op. We fietsen terug naar de kust van La Antilla en strijken neer bij restaurant Macha om er verse garnalen en andere mariscos uit Huelva te eten. Werkelijk, je eet je vingers er bijna bij op. Zo vers en zacht, vanuit zee direct op je bord! De pure smaak van Huelva. Na het heerlijk zeebanket heb ik een middagje rust om even bij te komen van de 40 kilometer die we hebben afgelegd.

Daar waar de rivierkreeften zingen

Op woensdag blijven de fietsen staan en krijgen de bilspieren rust. Ik word verwacht in de haven van Isla Cristina en we stappen we aan boord van een schip dat ons vaart door de haven vaart terwijl de schipper verteld over de geschiedenis van Isla Cristina dat eigenlijk pas na een enorme vloedgolf tijdens een heftige aardbeving bij Portugal in de 18e eeuw is ontstaan. We tuffen langs enorme vissersschepen, de een die dienst doet voor sardienenvangst en de ander bijvoorbeeld voor het vangen van tonijn. Dan varen we over de rivier en langs kwelders vol watervogels en krabben.  De schipper trakteert ons op een bakje verse garnalen met een glas witte wijn uit Huelva. Een lekker zilt tussendoortje zo in de ochtend…

Als we weer aanmeren, pikt Mayte me op en neemt me mee naar haar ambachtelijke bierbrouwerij die ze samen met man Ruben runt. Een lichte gistingsgeur komt me al tegemoet als de deuren open gaan. Natuurlijk moet er ook geproefd worden en dat doen we in de tuin van hun restaurant Ruben´s waar je in het weekend onder het genot van een lekker biertje kunt genieten van een jazz of bluesconcert. Ik ben geen bierliefhebber maar moet zeggen dat ik de cerveza tostada en het gemberbier de lekkerste van de vijf vind.

Gelukkig zijn het kleine proefbekertjes want Juan Jose wacht alweer op me voor een lunch in het befaamde restaurant Doña Lola waar de kok van al zijn toprecepten een gerechtje laat proeven.  Het is fijn dat we de gerechten samen delen, want alles wat wordt voorgeschoteld is verrukkelijk en het uitzicht over de marismas het beste van Isla Cristina.

Met de fiets op de pont

Met al dat heerlijke eten, moet er ook weer gesport worden. De volgende morgen pakken we de fiets in Islantilla en fietsen we naar Isla Cristina. In de haven brengt een klein bootje ons met onze bikes de rivier Ria Carreras over naar Isla Canela waar Rafa van de fietsverhuur op ons wacht. Met zijn drieën fietsen we naar Ayamonte terwijl Rafa ons over de omgeving en de geschiedenis vertelt.

Aan de andere kant van Ayamonte pakken we een veerpont om de rivier de Guadiana, die Spanje van Portugal scheidt, over te steken. De tocht duurt ongeveer twintig minuten waarna we belanden in Vila Real de Santo Antonio waar we neerstrijken op een terrasje voor een kopje koffie. Het is grappig om opeens in een ander land te zijn met een volkomen andere bouwstijl en architectuur.

Dan zetten we de fietstocht voort door de duinen en trappen we verder via een kweldergebied naar het plaatsje Castro Marim met op de heuvel twee prachtige kastelen. Ik heb er inmiddels een kilometer of 30 opzitten en ben blij dat ik een e-bike heb gevraagd want, ondanks dat het landschap vrijwel vlak is, is het best pittig als je niet gewend bent zoveel te fietsen. Tegen het middaguur rijden we terug naar de pont en eenmaal terug op Spaanse bodem fietsen we door de gezellige straatjes met fonteintjes en pleintjes vol kleurrijke tegeltjes van Ayamonte. Nog een kleine 7 kilometer en we kunnen de fietsen achterlaten bij Rafa´s stalling want Juan Jose heeft geregeld dat we door een collega opgehaald worden.

Dankbaar voor een vrije middag en een verfrissende douche in het hotel kan ik op adem komen. Eventjes maar want ik word verwacht bij La Lonja, de visafslag, waar verse vis en mariscos geveild worden. Ik zie de duurste garnalen mijn neus voorbij gaan en laat me imponeren door de snelheid waarmee handelaars de verse waar keuren en bieden. Kon ik maar een paar kistjes meenemen. Mooier en verser dan hier krijg je het niet.

Die avond nemen Juan Jose en zijn vrouw me mee naar Ayamonte waar in een knus barretje een geweldig flamenco en zangoptreden plaatsvindt. Eigenaresse Dulce Concepcion van Tablao La Puerta Ancha komt na het optreden bij ons aan tafel en zorgt ervoor dat er lekkere hapjes geserveerd worden. Je raadt het al, de basis van al dit lekkers is vis! Nadat de stadsklok allang twaalf uur heeft geslagen nemen we afscheid en eenmaal in het hotel val ik moe in slaap en droom ik over garnalen in flamencojurken en Portugese ridders op hun ijzeren paard.

Met een achterbak gevuld met potjes zeezoutschilfers, ambachtelijk bier, salicornia, een enorm blik sardienen, en een paar kilo garnalen die ik zomaar cadeau krijg, rij ik diep onder de indruk terug naar Malaga. Of het komt door de zilte geur dat ik me zo Hollands thuis voel of door de kweldergebieden die me aan de Waddeneilanden doen denken weet ik niet. Wat ik wel weet is dat ik in het najaar terug wil komen. Als de zomerdrukte voorbij is. Om de vrienden die ik heb gemaakt te bezoeken. En om rustig te genieten van alles wat deze Marshlands aan de Atlantische Oceaan te bieden hebben.

Praktisch:

Islantilla bereik je via Sevilla richting hoofdstad Huelva, de hoofdweg naar Portugal aanhoudend. Deze tweebaansweg is de levensader van het lokale toerisme; in de maanden juli en augustus druk, maar heerlijk rustig in de maanden daarbuiten. Een ideaal, redelijk vlak, fietsgebied voor routes over goede fietspaden, een Via Verde maar ook mooie MTB routes.

Uitstekende bikes en e-bikes kun je huren bij Blue & Green Sport. Ook zijn deze fietsen te huur bij diverse Bikefriendly hotels of kunnen ze daar worden geleverd.

Alle fietsroutes kun je downloaden via de pagina van Islantilla, behalve het stukje Portugal, bekijk dat via Komoot.

Voor overnachting heb je een ruime keuze aan hotels en appartementen. Ik logeerde in The Residences Islantilla. Daar kun je hotelkamers of apartementen huren, het ligt heerlijk rustig. Tussen Isla Cristina en La Antilla liggen twee campings. En ook is er een uitstekend verzorgd camperpark dat direct aan de Via Verde ligt, met schitterend uitzicht over de kwelders.

Met dank aan de afdeling Turismo y Deporte van de Mancomunidad Islantilla en speciaal aan Juan Jose Aguilera voor de geweldige organisatie en de dagen dat we samen op stap waren.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s